Gepubliceerd op:

Geld lenen kost geld (lees: rente) én mogelijk ook belasting. Tenminste, als u in bepaalde situaties te veel geld leent bij uw vennootschap. Bijvoorbeeld om daar beleggingsvastgoed in privé mee aan te kopen. De fiscale regels voor onder andere de directeur-grootaandeelhouder (DGA) zijn namelijk behoorlijk veranderd. Hoe ziet de wetgeving eruit? Wat zijn de gevolgen voor u ? En hoe kan de bank u daarbij helpen? Daarover gaat dit blog.
Geld lenen bij eigen vennootschap is straks minder fiscaal aantrekkelijk
Tot en met 2022 kon u als DGA nog vaak ervoor kiezen om onbelast geld te lenen bij uw vennootschap. In plaats daarvan had u het geld ook als dividend kunnen ontvangen uit diezelfde vennootschap. Maar dan moet u daarover wel belasting betalen. De keuze voor een lening leidde dan ook in ieder geval tot belastinguitstel. Er waren vaak discussies tussen DGA’s en de Belastingdienst over de schuld aan de eigen vennootschap. In hoeverre zou de BV de geldlening ook aan een willekeurige derde verstrekken onder dezelfde voorwaarden? Is dan bij de geldlening aan de aandeelhouder sprake van een bevoordeling waarover de aandeelhouder inkomstenbelasting moet betalen, eventueel met rente en in bijzondere situaties ook met een boete?
De regering wil deze discussies zo veel mogelijk vermijden en met deze nieuwe wet het lenen bij de eigen vennootschap ontmoedigen. De nieuwe wet geldt niet alleen voor DGA’s, maar feitelijk voor elke aandeelhouder met een aanmerkelijk belang (kortweg: bij een aandelenbezit van 5% of meer). Veel aandeelhouders denken na of zij nu iets moeten doen.
Eerste peildatum wordt 31 december 2023
Op 20 december 2022 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ aangenomen. De ingangsdatum van de wet is 1 januari 2023. De peildatum om te bepalen of sprake is van excessief lenen, is 31 december. Aanmerkelijkbelanghouders met hoge schulden hebben dan ook tot 31 december 2023 de tijd om die te verminderen.
Hieronder ga ik in op de hoofdlijnen van de nieuwe wet. Daarna leest u over wat de bank voor u kan doen. Tenslotte ga ik in op andere oplossingen én aandachtspunten.
Hoofdlijnen beoogde wetgeving
- Voor zover u een schuld heeft aan uw vennootschap die in totaal meer bedraagt dan € 700.000 (drempel, zie hierna) zal het meerdere vanaf eind 2023 bij u worden belast in box 2 met 26,9% (cijfers: 2023) inkomstenbelasting. Heeft u een fiscaal partner? Dan geldt het bedrag van € 700.000 voor u en uw fiscaal partner samen. U heeft dan samen één maximumbedrag van € 700.000, ook als u beiden aanmerkelijkbelanghouder bent van een andere vennootschap. Als de schuld einde 2023 meer bedraagt dan € 700.000 en u deze schuld later aflost, dan is deze aflossing een negatief inkomen in box 2. Dit negatief inkomen is maximaal gelijk aan het eerder in aanmerking genomen voordeel. Het negatief inkomen kan worden verrekend met positieve inkomsten in Box 2. Deze systematiek moet dubbele belastingheffing voorkomen.
- Er zijn meer situaties die onder de wet vallen. Misschien heeft u een kind dat geld heeft geleend bij uw vennootschap? Onder andere deze situatie valt in principe ook onder de wet. Maar voor dit kind geldt dan wel een aanvullende drempel van € 700.000 (gezamenlijk met diens partner).
- Is uw kind dat het geld had geleend (zie het vorige punt) zelf geen aanmerkelijkbelanghouder in uw vennootschap? Dan wordt het bovenmatige gedeelte toegerekend aan u. Heeft uw kind zelf wel een aanmerkelijk belang in deze vennootschap? Dan geldt de maatregel bij uw kind zelf voor zover de betreffende schulden in totaal hoger zijn dan € 700.000. In de praktijk zal uw kind vrij snel aanmerkelijkbelanghouder zijn. Dit is namelijk bijvoorbeeld al het geval bij één aandeel in dezelfde vennootschap waarin u of uw fiscaal partner zelf wel een aanmerkelijk belang bezit.
- Eigenwoningschulden tellen onder bepaalde voorwaarden niet mee voor het totaalbedrag van € 700.000. Dat zijn financieringsschulden voor uw hoofdverblijf waarvoor (rente)kostenaftrek in box 1 van de inkomstenbelasting bestaat. Deze uitzondering geldt ook voor de eigenwoningschuld in box 1 van bijvoorbeeld uw kind dat deze schuld is aangegaan bij uw vennootschap.
- Daarnaast geldt voor nieuwe eigenwoningschulden dat een recht van hypotheek moet zijn gevestigd bij de eigen vennootschap. Voor eigenwoningschulden die op 31 december 2022 bestaan, geldt deze laatste voorwaarde (vooralsnog) niet. Heeft u een woningfinanciering in box 3? Denkt u er dan aan dat deze schuld straks ook meetelt voor de grens van € 700.000. Een uitzondering op dat laatste zal gaan gelden voor de eigenwoningschuld die na 30 jaar naar box 3 gaat omdat het recht op aftrek van (rente)kosten dan vervalt.
- Afgezien van bovengenoemde uitzonderingen voor eigenwoningschulden, maakt het bij onder de nieuwe wet niet uit om welk type lening het gaat en waarvoor de lening wordt gebruikt. Het is ook niet belangrijk of er bijvoorbeeld voldoende zekerheden zijn gesteld of niet. Het gaat erom dat er feitelijk gelden zijn onttrokken aan de vennootschap.
- De maatregel raakt ook situaties waarbij de schulden niet letterlijk bij de eigen vennootschap zijn aangegaan, maar die daar dicht tegenaan zitten. Bijvoorbeeld als uw vennootschap geld leent aan uw familielid dat het geld vervolgens weer doorleent aan u.
- Er vindt geen saldering plaats van schulden met vorderingen en rechten op de vennootschap. Het gaat puur om het bedrag van de schulden aan de vennootschap.
- Hoewel deze fiscale wet het bovenmatige deel van de totale som van de schulden aan de eigen vennootschap als belastbaar inkomen in box 2 aanmerkt, blijft de lening civielrechtelijk bestaan. Ook de rente- en aflossingsverplichtingen blijven gelden. De maatregel heeft ook geen gevolgen voor bijvoorbeeld box 3.
- Eventuele discussies met de Belastingdienst over uw schuldpositie met uw vennootschap tot € 700.000 blijven mogelijk.
Wat kan de bank voor u doen?
De regering heeft bij de behandeling van het wetsvoorstel dat nu wet is geworden het volgende aangegeven. De periode van indiening van het wetsvoorstel tot 31 december 2023 zou lang genoeg moeten zijn om in het verleden aangegane leningen af te lossen, al dan niet met behulp van herfinanciering van deze leningen bij een bank. Dit is mogelijk voor u een oplossing.
Als u in privé beleggingspanden heeft die u heeft gefinancierd vanuit de eigen structuur, dan zou u uw bank kunnen vragen naar de mogelijkheden om uw bestaande financiering bij uw vennootschap (deels) over te sluiten naar de bank. Het is wel maatwerk als het gaat om de kredietmogelijkheden. Met de bancaire financiering kunt u dan geheel of gedeeltelijk de financiering aan de eigen structuur aflossen. Daarmee voorkomt u dat deze nieuwe wetgeving u gaat raken.
Bij herfinanciering van een geldlening die bij uw vennootschap was aangegaan voor bijvoorbeeld de aankoop van beleggingsvastgoed in privé, is het belangrijk dat er ruimte is binnen de maximale bancaire financiering en de huidige hoogte van de financiering. Er zijn verschillende situaties denkbaar die mogelijkheden bieden om te herfinancieren. Bijvoorbeeld bij panden waarin, na aankoop daarvan, eigen vermogen is ontstaan door waardestijging van de panden en/of door aflossingen op de geldlening. Of panden die bij aankoop met veel eigen vermogen zijn gefinancierd of bijvoorbeeld door herontwikkeling een hogere waarde hebben gekregen. Bij herfinanciering van een rekening-courantschuld aan de eigen vennootschap is onder andere belangrijk welke zekerheid u kunt verstrekken voor de geldlening van de bank.
Neem dan ook tijdig contact op met uw banker om de mogelijkheden te bespreken. Hetzelfde geldt voor nieuwe situaties. Dan kunt u meteen een bankfinanciering overwegen. Uw banker zal u ook wijzen op alternatieven als die in uw belang zijn. Zie hierna onder ‘Andere oplossingen’.
Van een specifieke situatie is sprake als uw vennootschap geld onderbrengt bij een bank en u, als aandeelhouder, het weer leent in een ‘back-to-back-situatie’. Daar kan de maatregel ook voor gelden. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld als u geld leent bij een bank en u dankzij de garantstelling door uw vennootschap in staat bent de schuld bij de bank aan te gaan. Als de garantstelling uitsluitend leidt tot gunstigere voorwaarden voor uw schuld, zoals een lagere rente, dan valt de lening niet onder de maatregel volgens de regering. In dat geval kunt u ook ‘op eigen kracht’ de lening aangaan bij een bank. Om er zeker van te zijn dat de nieuwe financiering bij de bank straks niet onder de maatregel valt, kan het verstandig zijn dat u de fiscale gevolgen vooraf bespreekt met uw fiscalist en/of de Belastingdienst.
Andere oplossingen
Naast de eventuele mogelijkheid om de financiering bij uw vennootschap over te sluiten naar een bank, zijn vaak meer oplossingen denkbaar. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen uw schuld bij de BV gewoon aan te houden. Of u kunt uw schuld aan de eigen vennootschap mogelijk aflossen met box 3-vermogen of via een dividenduitkering. In uw situatie zijn er misschien nog andere oplossingen. Bijvoorbeeld door uw beleggingsvastgoed in privé waarvoor u een geldlening heeft lopen bij uw vennootschap, over te dragen aan deze vennootschap en de geldlening af te lossen uit de verkoopopbrengst.
De oplossingen hebben (vaak) ook fiscale gevolgen. Overleg vooraf met uw fiscalist of de oplossing van uw keuze dan ook passend is in uw situatie (en die van uw familieleden). Uiteraard kunt u eerst met ons sparren voordat u uw fiscalist om advies vraagt. Hieronder leest u hoe en wanneer dat mogelijk is.
Aandachtspunten
- Bovengenoemd tarief van 26,9% in box 2 gaat in 2024 wijzigen. Het tarief bedraagt dan voor een dividenduitkering tot en met € 67.000 per jaar 24,5%. (voor partners tot een bedrag van € 134.000). Indien per jaar meer inkomsten uit aanmerkelijk belang wordt genoten bedraag het tarief 31 %. Lees hier over de ontwikkelingen van de aanmerkelijk-belang-belasting.
- Hierboven kwam de mogelijkheid ter sprake om bijvoorbeeld beleggingsvastgoed over te dragen aan de eigen vennootschap. Dat heeft fiscale gevolgen, bijvoorbeeld voor de overdrachtsbelasting en/of btw. Het tarief van de overdrachtsbelasting is per 2023 verhoogd 10,4 %. (alleen voor verkrijging van de eigen woning is een lager tarief van toepassing).
Terugkijken Webinar Eindejaarstips
Op maandag 7 november 2022 vond het webinar Eindejaarstips 2023 plaats. Experts Erwin van Elst en Peter Beets bespraken fiscale wijzigingen voor 2023 aan de hand van heldere voorbeelden. Dit alles onder de deskundige leiding van presentatrice Jade Clemens Agiss. Terugkijken kan via onderstaande knop.
Heeft u een vraag over dit artikel?
De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.