Direct naar content
4 min. leestijd

Tweede Kamerleden controleren niet alleen de regering, ze mogen ook zelf wetsvoorstellen maken. Dit heet het recht van initiatief. Elk Kamerlid heeft dit recht al sinds het begin van de Tweede Kamer in 1815. De Tweede Kamerleden Maatoug en Van der Lee (beiden GroenLinks) en Nijboer (PvdA) hebben van dit recht gebruik gemaakt. Op 7 juni 2022 hebben zij een initiatiefwetsvoorstel ingediend met als doel het schrappen van een aantal regels met betrekking tot de behandeling van inkomen uit en overdracht van aanmerkelijk belang. Wat zijn de hoofdlijnen van dit Initiatiefwetsvoorstel?

Wat houdt het initiatiefwetsvoorstel in?

De indieners van het wetsvoorstel constateren dat kapitaal in Nederland veel minder zwaar belast wordt dan arbeid. Daarbij beloont het huidige belastingstelsel het verdienen van geld met geld en ontmoedigt het economische activiteit. Daarbij biedt de complexiteit van het belastingstelsel ook nog de mogelijkheid tot belastingplanning.

Box 2 is daar naar hun idee een goed voorbeeld van. Vanwege de lagere belastingdruk, hebben DGA’s een prikkel om zichzelf een zo laag mogelijk loon en zoveel mogelijk dividend uit te keren. En als het verwachte rendement lager ligt dan het forfaitaire rendement uit (voormalig) box 3, kan het aantrekkelijk zijn het vermogen in de BV aan te houden. Het Initiatiefwetsvoorstel richt daar nu zijn pijlen op.

Zes voorstellen ter bestrijding knelpunten in het aanmerkelijk belang

De indieners komen met de volgende zes voorstellen:

  1. Afschaffen doelmatigheidsmarge

    Eén van de criteria bij het vaststellen van het gebruikelijk loon voor een DGA is dat het minimaal 75% van het loon van een vergelijkbare dienstbetrekking moet zijn. Voorgesteld wordt deze marge te laten vervallen. De DGA zal zichzelf dus hetzelfde loon moeten toekennen als een iemand met een vergelijkbare dienstbetrekking;

  2. Afschaffen van de doorschuifregeling

    Voorgesteld wordt om bij het schenken en nalaten van aandelen in de onderneming de mogelijkheid om de fiscale verkrijgingsprijs daarvan door te schuiven naar de verkrijgers, af te schaffen. Als een DGA zijn aandelen in de onderneming zou willen schenken of nalaten, zal hij over de vervreemdingswinst altijd box 2-belasting moeten betalen. Zoals nu het geval is bij het schenken of nalaten van aandelen in een beleggings-BV. De indieners laten daarmee de doorschuifregeling voor de zelfstandige ondernemers dus ongemoeid.

  3. Aanpassen tarief box 2

    Waar nu nog één tarief geldt van 26,9% in box 2, stellen de initiatiefnemers twee tarieven voor. Inkomsten uit aanmerkelijk belang tot € 60.000 zouden dan belast worden met 26% en de inkomsten daarboven met 40,59%. In combinatie met het lage VPB-tarief (15%) sluiten deze tarieven naadloos aan op de tarieven in box 1: 37,07% en 49,50%. De prikkel om inkomen van box 1 naar box 2 en vermogen van box 3 naar box 2 te schuiven, zou daarmee komen te vervallen. Het tariefopstapje van 26% zou ook een stimulans voor de DGA moeten zijn om de winst niet op te potten in de BV, maar jaarlijks als dividend uit te keren.

  4. Verhuurd vastgoed standaard aanmerken als beleggingsvermogen

    Schenken of overlijden kan bij aanhouden van vastgoed niet leiden tot het staken van ‘productieve werkzaamheden’. In het slechtste geval moet het vastgoed verkocht worden. Daarmee is het volgens de initiatiefnemers niet nodig dat dit vermogen onder de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de doorschuifregeling bij schenken en overlijden valt.

  5. Kleine pakketten aanmerkelijk belang uitzonderen

    Aanmerkelijk belangen zijn er in verschillende soorten. De initiatiefnemers stellen voor de bedrijfsopvolgingsregeling enkel nog toe te staan bij aanmerkelijk belang-pakketten van minimaal 25% van de gewone aandelen.

  6. Verlagen vrijstelling

    Gebleken is dat de fiscale faciliteiten bij bedrijfsoverdracht maar bij een bepaald gedeelte van de overdrachten echt nodig was. De initiatiefnemers stellen daarom voor het percentage voor de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit te verlagen van 100% respectievelijk 83% naar 25%. Als extra voorwaarde geldt dan nog dat de totale vrijstelling gemaximeerd wordt op € 1.000.000. De bedrijfswaarde boven de € 4.000.000 komt dus niet voor deze vrijstelling in aanmerking.

Hoe zal de DGA reageren

Door de voorgestelde lastenverzwaring verwachten de initiatiefnemers dat DGA’s minder zullen lenen van hun BV. Als gevolg van de verhoging van het box 2-tarief verwachten zij ook dat DGA’s zichzelf hogere lonen en minder dividend zullen uitkeren. En wat als het toch mis dreigt te gaan? Dan kan de DGA een beroep doen op de uitstelregels.

Hoe nu verder?

Het initiatiefvoorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State. Deze kijkt hierbij vooral naar de kwaliteit en uitvoerbaarheid van voorstellen en of die in overeenstemming zijn met de Grondwet, andere wetten en verdragen. Daarna zal het voorstel behandeld (en mogelijk (in aangepaste vorm) aangenomen) worden in de Kamers.

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.