Direct naar content

In de Miljoenennota 2023 kondigde het Kabinet al een steunpakket voor het MKB aan. Na overleg met MKB-Nederland en VNO-NCW komt staatssecretaris Van Rij op 3 november 2022 met de verdere uitwerking van dit pakket. Achterliggende gedachte hierbij is om de investeringen binnen het MKB aan te jagen. Hoe denkt het Kabinet dat te bereiken?

Intensivering Energie-investeringsaftrek (EIA) en Milieu investeringsaftrek (MIA)

Om investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en in duurzame energie te stimuleren, kan er een beroep gedaan worden op de energie-investeringsaftrek (EIA) of de Milieu-investeringsaftrek (MIA). Naast de afschrijving mag een ondernemer van deze investeringen een extra bedrag aftrekken van de winst voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Voor dit jaar is de EIA-aftrek 45,5% en de MIA-aftrek 45% van de investering. Daarbij moet wel aan verschillende voorwaarden voldaan worden. In de aanbiedingsbrief bij het Belastingplan 2023 werd al aangekondigd dat de budgetten van de EIA en de MIA structureel verhoogd zouden worden met € 150 miljoen (€ 100 miljoen EIA en € 50 miljoen MIA). Deze verhoging maakt nu onderdeel uit van het MKB-pakket.

Intensivering werkkostenregeling (WKR)

Als onderdeel om de lasten op arbeid voor ondernemers te verlagen, kondigde het Kabinet met Prinsjesdag 2022 aan dat de werkkostenregeling (WKR) verruimd zou worden. Met de WKR kan een ondernemer zijn werknemers onbelaste vergoedingen doen. Door twee aangenomen moties wordt de vrije ruimte per werkgever nog verder verruimd. Die ruimte wordt nu van 1,7% verhoogd naar 3% (2023) en 1,92% (vanaf 2024) van de totale fiscale loonsom van alle werknemers gezamenlijk voorzover die niet groter is dan € 400.000. Het percentage over het meerdere blijft 1,18%. Nu niet alleen de kleinere ondernemingen van deze verruiming profiteren, stelt het Kabinet wel deze maatregel beperkt doelmatig te vinden. Dit aspect zal in de evaluatie in 2023 meegenomen worden.

Verlaging premie voor het Arbeidsongeschiktheidfonds (Aof) voor kleine werkgevers

Werkgevers dragen bij aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Mensen die volledig of langdurig ziek of arbeidsongeschikt zijn, ontvangen van het UWV een uitkering uit dit fonds. Sinds 2022 dragen kleine werkgevers minder af aan het fonds. Hiermee zijn voor deze groep werkgevers de lasten op arbeid verlaagd. In de Miljoennota werd een verdere verlaging van deze premie aangekondigd. Na overleg met werkgevers wordt deze verlaging minder vergaand doorgevoerd. Hierdoor wordt het mogelijk om de regeling lage inkomensvoordeel (LIV; zie hierna) te verruimen.

Tijdelijke verruiming lage inkomensvoordeel (LIV)

De in 2017 ingevoerde regeling lage inkomensvoordeel (LIV) is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. De tegemoetkoming wordt voor de jaren 2022 en 2023 (met terugwerkende kracht) verruimd.

Willekeurige afschrijving aangewezen bedrijfsmiddelen

Als aan de voorwaarden voldaan wordt, mag een werkgever in 2023 aangewezen bedrijfsmiddelen voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting willekeurig afschrijven. Zo mogen deze bedrijfsmiddelen niet eerder in gebruik zijn genomen en moeten de verplichtingen of kosten in 2023 aangegaan zijn. Als hier aan voldaan wordt, mag de ondernemer in 2023 tot maximaal 50% van de investering willekeurig en het restant regulier af mag schrijven. Het totaal aan afschrijvingen blijft dus hetzelfde. Wel worden deze deels naar voren gehaald waardoor er in 2023 een liquiditeitsvoordeel ontstaat.

Indexatie afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) is een fiscale regeling om innovatie aan te moedigen. Hiermee wordt een deel van de (arbeids-)kosten en uitgaven bij R&D-project/S&O-project vergoedt. Iedere ondernemer in Nederland die onderzoek doet naar technologische vernieuwingen kan hiervoor in aanmerking komen. Onderdeel van het stimuleringspakket is de indexering van de beschikbare pot. Hiervoor is € 206 miljoen gereserveerd.

 Wijziging vrijstelling Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen voor bestelauto’s

Bij de aanschaf van onder meer een (bestel-)auto is de koper in beginsel Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) verschuldigd. Maar een ondernemer betaalt geen Bpm over zijn bestelauto. Wel is hij bij het op naam zetten van die (bestel)auto motorrijtuigenbelasting (MRB) verschuldigd.

Het kabinet wil nu de vrijstelling van BPM-afdracht voor bestelauto’s met een fossiele verbrandingsmotor tussen 2024 en 2026 geleidelijk afschaffen om de elektrificatie van het bestelautopark te versnellen. In het Belastingplan 2023 is daarom een verhoging van het MRB-tarief voor bestelauto’s van ondernemers per 2025 opgenomen. Die verhoging zou dienen als dekking voor de lagere opbrengst van het afschaffen van de vrijstelling in de BPM van bestelauto’s ten opzichte van wat bij het start van het kabinet was geraamd. Om de impact van deze BPM-maatregel op de lastendruk voor ondernemers te verminderen stelt het Kabinet nu voor om de voorgenomen structurele MRB-verhoging voor bestelauto’s van ondernemers voor 2025 en 2026 van 15% onderscheidenlijk 6,96% niet door te laten gaan.

In plaats daarvan komt een herijking van de forfaits die binnen de bpm gelden bij de import van gebruikte voertuigen en wordt het waardeverminderingspercentage bij het vaststellen van de waarde van voertuigen met schade, bijgesteld.

Dekking voor het MKB-pakket

Een deel van het MKB-pakket inclusief budgettaire dekking, was al eerder bekend gemaakt. Voor het deel waarvoor nu nog geen dekking was, wordt voorgesteld om de kansspelbelasting met 0,3%-punt te verhogen (met ingang van 1 januari 2023) en het tarief van de accijns op shag/pijptabak (met ingang van 1 april 2023) aanvullend te verhogen met € 0,15 per pakje shag (50 gram).

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.