Direct naar content
3 min. leestijd
  • Auteur

Traditioneel is Prinsjesdag het moment waarop we ons afvragen: ‘Gaan huishoudens er het komende jaar op voor- of achteruit?’ Op basis van wat er op Prinsjesdag bekend is gemaakt, denken we dat de koopkracht voor de meeste huishoudens nauwelijks verandert en rond de 0% blijft.

Koopkrachtverandering

Hoeveel meer of minder kunnen huishoudens met hun inkomen kopen ten opzichte van vorig jaar? Van het bruto-inkomen worden dan belastingen, sociale premies, toeslagen, zorgkosten en kinderopvang afgetrokken. Tot slot wordt gecorrigeerd voor inflatie. Al met al veel onzekere factoren. We kunnen de koopkracht dus niet tot achter de komma voorspellen. Ook zijn er veel uitschieters ten opzichte van de doorsnee (‘mediane ) koopkracht.

Koopkracht 2020 en 2021

In 2020 ging de koopkracht er voor het laatst fors op vooruit. De koopkracht groeide met 2,5% in doorsnee, de sterkste groei sinds 2016. Die van werknemers steeg het hardst (3%), want de cao-lonen stegen met 2,9%. De meeste cao-afspraken waren al gemaakt vóór de coronacrisis, toen de arbeidsmarkt nog historisch krap was. De overheid droeg actief bij aan de koopkracht, via wijzigingen in de inkomstenbelasting.

In 2021 viel de koopkrachtontwikkeling door de crisis terug naar +0,8%. Dat er nog een kleine koopkrachtstijging was, kwam vooral doordat de inflatie lager was.

Verwachtingen koopkracht 2022

In 2022 zien de koopkrachtplaatjes er nog minder positief uit. Werknemers zien weliswaar hun cao-loon met gemiddeld ruim 2% stijgen, maar overheidsbeleid draagt nauwelijks bij aan de koopkracht. De verlaging van de laagste schijf inkomstenbelasting van 37,10 naar 37,07% is erg klein.

De zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd. In 2022 bedraagt de zelfstandigenaftrek nog € 6.310 (in 2021: € 6.670). Dat zal negatief uitpakken voor inkomen van ondernemers.

Gepensioneerden zien hun aanvullend pensioen vaak niet geïndexeerd of soms zelfs gekort worden. De grote AOW-stijgingen van de afgelopen jaren zijn voorbij. Zo gaan gepensioneerden er vaak maar tegen de 1% op vooruit.

Ook uitkeringsgerechtigden gaan er minder dan 1% op vooruit. Dit komt met name doordat de bijstand amper meer stijgt.

Tot slot wordt de zorgpremie iets hoger, door de verwachte hogere zorgkosten.

Inflatie

Op het moment dat de werknemers, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden hun geld uitgeven, krijgen ze te maken met inflatie. Wij verwachten een inflatie van 1,2% in 2022. Zo gaan werknemers er iets op vooruit komend jaar, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden er iets op achteruit. Maar, rekening houdend met verschillen tussen en binnen deze groepen, is het beter om te zeggen dat huishoudens schommelen rond de 0% koopkrachtstijging.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.