Gepubliceerd op:

De koning heeft het kabinet-Rutte IV op 10 januari 2022 beëdigd op paleis Noordeinde te Den Haag. De plannen van deze nieuwe regeringsploeg staan in het coalitieakkoord. Inmiddels is meer bekend over deze plannen. Dat blijkt onder andere uit de analyse van het coalitieakkoord door het CPB en uit de antwoorden van minister Kaag (D66) van Financiën op Kamervragen. Dit blog is ook gebruikt voor een artikel van EW op ewmagazine.nl.
Veel plannen werden al verwacht
Vanzelfsprekend komen veel beoogde maatregelen rechtstreeks of enigszins aangepast uit de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 van één of meer van de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Sommige plannen stonden ook in de verkiezingsprogramma’s van andere partijen. Zoals de aangekondigde verhoging van het hoge tarief van de overdrachtsbelasting. Het gaat om niet-eigenwoningen zoals een tweede huis en beleggingsvastgoed. Volgens het coalitieakkoord gaat het huidige percentage per 2023 omhoog van 8 procent naar 9 procent. In de verkiezingsprogramma’s van onder andere VVD, CDA, PvdA en GroenLinks was zelfs een verhoging naar 10 procent opgenomen.
Enkele andere maatregelen gaan over de middelingsregeling in box 1, de belastingheffing bij excessief lenen uit eigen vennootschap in box 2, de belastingheffing in box 3 en de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning.
Middelingsregeling
In het coalitieakkoord staat dat de huidige middelingsregeling per 2023 vervalt. De middelingsregeling is bedoeld voor belastingbetalers die gedurende drie middelingsjaren een (sterk) wisselend box 1-inkomen hebben dat in een deel van die jaren in de hoogste schijf valt. Het kan bijvoorbeeld gaan om ondernemers die het ene jaar veel winst genieten en in het andere jaar een veel lagere winst realiseren of verlies lijden. Of om werknemers die een ontslagvergoeding ontvangen. In 2022 geldt die hoogste schijf voor zover het belastbaar inkomen in box 1 meer bedraagt dan 69.398 euro.
Door deze inkomens te middelen, kunnen zij een belastingteruggave ontvangen, boven een bepaalde drempel. Het afschaffen van de middelingsregeling heeft tot gevolg dat de periode 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover belastingbetalers kunnen middelen. Dat blijkt ook uit de antwoorden op de Kamervragen. Onder andere VVD, ChristenUnie, GroenLinks en SGP hadden de afschaffing van de middelingsregeling voorgesteld in hun verkiezingsprogramma’s.
Excessief lenen bij eigen vennootschap
In het coalitieakkoord staat dat de regering het al bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ gaat aanpassen. Kortweg gaat het wetsvoorstel over de situatie dat een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang in totaal meer dan 500.000 euro (drempel) leent uit zijn of haar vennootschap. Over het meerdere moet deze aandeelhouder vanaf 2023 inkomstenbelasting betalen in box 2 (tarief 2022: 26,9 procent). In dit blog leest u daar meer over.
Uit het coalitieakkoord blijkt dat de regering bovengenoemde drempel wil verhogen van 500.000 euro tot 700.000 euro. Dat is een versoepeling in bovengenoemd wetsvoorstel. Uit de antwoorden op de Kamervragen blijkt dat deze maatregel naar verwachting een preventieve werking heeft. De verwachting is dat aanmerkelijkbelanghouders hun schulden tot onder het maximumbedrag van 700.000 euro zullen brengen en houden.
D66 had in het verkiezingsprogramma opgenomen dat bovengenoemde drempel zou worden verlaagd van 500.000 euro naar 200.000 euro (exclusief de eigenwoningschuld in box 1). Bij SP, PvdA en GroenLinks ging de drempel omlaag naar 17.500 euro (inclusief de eigenwoningschuld in box 1).
Box 3
In het coalitieakkoord staat dat de regering het heffingvrije vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting (algemene vrijstelling) wil verhogen naar ongeveer 80.000 euro. Deze vrijstelling bedraagt in 2022 50.650 euro (per belastingbetaler). Deze verhoging vindt, zoals verwacht, stapsgewijs plaats. Uit de analyse van het CPB blijkt dat het heffingvrije vermogen in box 3 vanaf 2023 in stappen wordt verhoogd tot uiteindelijk 84.500 euro. Volgens een schatting daalt het aantal belastingbetalers in box 3 bij deze verhoging van ongeveer 2,1 miljoen mensen in 2022 naar ongeveer 1,4 miljoen.
Zoals verwacht, wordt het heffingvrije vermogen in 2025 omgezet in een heffingvrij inkomen bij invoering van een belasting op het werkelijke rendement in box 3. In de verkiezingsprogramma’s van D66 en CDA staat een heffingvrij inkomen van respectievelijk 874 euro en 1.049 euro. Het gaat daarbij om een vermogensaanwasbelasting. Onder andere D66, CDA, SP, PvdA en GroenLinks hadden deze belasting voorgesteld in hun verkiezingsprogramma’s.
Bij een vermogensaanwasbelasting is de waardestijging van vermogensbestanddelen in box 3 belast, ook als deze waardestijging nog niet is gerealiseerd. Het is dan ook niet van belang of het vermogensbestanddeel is verkocht en de winst is gerealiseerd. Als er geen aanwas is en het vermogen gelijk is gebleven, dan is geen belasting verschuldigd bij de vermogensaanwasbelasting. Dat is vooral gunstig als het vermogen (voor een groot gedeelte) bestaat uit spaargeld.
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe deze vermogensaanwasbelasting eruit komt te zien. D66 had in het verkiezingsprogramma opgenomen dat schulden boven 100.000 euro (uitgezonderd studieschulden) niet in aanmerking worden genomen.
Uit de antwoorden op Kamervragen blijkt dat in het nieuwe box 3-stelsel sparen en beleggen direct op reëel rendement wordt belast. Dat bestaat uit reguliere voordelen zoals rente, dividend en huurinkomsten en waardeontwikkelingen. Maar de waardeontwikkeling van vastgoed zal aanvankelijk nog forfaitair worden belast. De regering wil daarvoor wel zo snel mogelijk de overstap maken naar werkelijk rendement.
Schenkingsvrijstelling eigen woning (jubelton)
In het coalitieakkoord staat dat de regering de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (jubelton) per 2024 wil afschaffen. De Tweede Kamer wilde weten waarom de jubelton pas in 2024 wordt afgeschaft. Uit het antwoord blijkt dat technische redenen hieraan ten grondslag liggen.
Zo moet de aangifte schenkbelasting hierop worden aangepast. En de achterliggende systemen voor de verwerking van de gegevens uit de aangifte. Deze aanpassingen vragen tijd en capaciteit van de Belastingdienst. De capaciteit voor het verwijderen van de schenkingsvrijstelling is beschikbaar vanaf 2023. Dat maakt verwijdering mogelijk per 1 januari 2024. Onder andere D66, ChristenUnie, SP, PvdA en GroenLinks hadden de afschaffing van de jubelton opgenomen in hun verkiezingsprogramma’s. Het CDA wilde een beperking van deze vrijstelling.
Heeft u een vraag over dit artikel?
De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.