Direct naar content

Vermogenden gaan de komende jaren mogelijk meer belasting betalen over hun vermogen. De plannen van enkele politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen bevestigen die gedachte. Hieronder staan enkele rekenvoorbeelden om die plannen nog concreter te maken.

Veranderingen in belastheffing over vermogen verwacht

De kans dat er in de belastingheffing over het vermogen iets gaat veranderen, lijkt in ieder geval groot. Ongeacht welke politieke partijen straks gaan regeren. Natuurlijk is de samenstelling van het nieuwe kabinet wel belangrijk voor welke veranderingen er uiteindelijk zullen komen.

Onlangs vroeg de Tweede Kamer namelijk nog aan het huidige demissionaire kabinet om nog in 2021 een contourennota te maken voor box 3. Die kan het nieuwe kabinet gebruiken om het werkelijke rendement op het vermogen te gaan belasten. Nu vindt de belastingheffing nog plaats op basis van een forfaitair rendement dat afhankelijk is van de omvang van het vermogen.

Plannen voor hervorming box 3

Onlangs ben ik in mijn blog: ‘Kabinetsformatie: hogere belastingaanslag over het vermogen?’ ingegaan op de plannen van enkele politieke partijen om box 3 te hervormen. Zoals die van D66, PvdA en GroenLinks die zowel een vermogensaanwasbelasting als de (her)invoering van een zuivere vermogensbelasting bepleiten. Het CDA bijvoorbeeld kiest alleen voor een vermogensaanwasbelasting. En onder andere de VVD heeft geen plannen voor een andere belastingheffing over het vermogen in het verkiezingsprogramma opgenomen.

Rekenvoorbeelden

Hieronder staan enkele rekenvoorbeelden die zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten. Voor de berekeningen voor de vermogensaanwasbelasting is gebruikgemaakt van bepaalde percentages. Dat zijn geen cijfers waar u rechten aan kunt ontlenen. Het zijn aannames die alleen dienen om bovengenoemde plannen concreter te maken. Uiteraard zijn bij andere uitgangspunten de uitkomsten anders.

Uitgangspunten

  • Stel A heeft een eigen huis dat A als hoofdverblijf gebruikt, met een waarde van € 1.500.000. Daarop rust een hypotheek van € 400.000; de financieringsrente is 1,5%.
  • Daarnaast heeft A een vrij belegbaar vermogen in privé van € 1.600.000. En A heeft vastgoedbeleggingen in privé met een waarde van € 650.000; het gaat om twee panden. Op deze panden rust een financieringsschuld van € 250.000; de financieringsrente is 4%. We gaan ervan uit dat deze bezittingen een gemiddeld rendement opleveren van 3%.
  • A heeft ook een BV met een ondernemingsvermogen met een (boek)waarde van € 2.000.000; er is geen beleggingsvermogen.
  • Voor de eenvoud gaan we ervan uit dat A geen fiscaal partner heeft. En dat er geen vrijstellingen in box 3 van toepassing zijn, afgezien van de algemene vrijstelling, het heffingvrije vermogen, van € 50.000 per belastingbetaler (cijfer: 2021) onder het huidige box 3-stelsel.

Uitwerking

Hieronder ziet u de uitwerking volgens de huidige belastingheffing in box 3. En daaronder de uitwerking volgens de plannen van D66, PvdA en GroenLinks in hun verkiezingsprogramma’s.

Huidige belastingheffing in box 3:
€ 30.491 aan belasting over het vermogen

In het huidige box 3-stelsel is het belastbaar vermogen in dit voorbeeld € 1.950.000 (= € 1.600.000 + € 650.000 -/- € 250.000 -/- € 50.000). Het werkelijk behaalde rendement en de hoogte van de financieringsrente zijn voor de belastingheffing in het huidige box 3-systeem niet van belang. Over het belastbare bedrag van € 1.950.000 is € 30.491 aan inkomstenbelasting verschuldigd [= (€ 50.000 x 1,8978% x 31%) + (€ 900.000 x 4,5014% x 31%) + (€ 1.000.000 x 5,69% x 31%)]. In mijn blog: ‘Zo ziet de belastingheffing in box 3 eruit in 2021’ leest u daar meer over.

Plannen D66:

€ 36.250 aan belasting over het vermogen

Vermogensaanwasbelasting: € 23.250

De werkelijke vermogensaanwas is € 57.500 [= 3% x (€ 1.600.000 + € 650.000) -/- (4% x € 250.000)]. Maar bij D66 tellen de schulden boven € 100.000 niet mee voor deze belasting (uitgezonderd studieschulden). Daardoor komt dit bedrag hoger uit, namelijk op € 63.500 [= € 57.500 + (4% x € 150.000)]. Hierop komt bij D66 nog een heffingvrij inkomen van € 874 in mindering. Het uiteindelijke bedrag is dan € 62.626. Hiervan is bij D66 € 20.000 belast tegen 31% (= € 6.200) en € 42.626 tegen 40% (= € 17.050).

Vermogensbelasting: € 13.000

Het vermogen voor deze belasting is bij D66 in dit voorbeeld € 2.150.000 (= € 1.600.000 + € 650.000 -/- € 100.000). Ook hier tellen de schulden boven € 100.000 niet mee bij D66 (uitgezonderd studieschulden). De eerste € 1.000.000 is vrijgesteld, het tarief is 1% over de volgende € 1.000.000, daarboven 2%, over € 150.000 in dit voorbeeld.

Plannen PvdA:

€ 94.925 aan belasting over het vermogen

Vermogensaanwasbelasting: € 20.925

De werkelijke vermogensaanwas is € 57.500 [= 3% x (€ 1.600.000 + € 650.000) -/- (4% x € 250.000)]. Maar bij de PvdA is de rente op schulden niet verrekenbaar met de rendementen op het vermogen. Daardoor komt dit bedrag hoger uit, namelijk op € 67.500 [= € 57.500 + (4% x € 250.000)]. Dit bedrag is bij de PvdA belast tegen 31% (= € 20.925).

Vermogensbelasting: € 44.000

Het is onduidelijk of bij de PvdA schulden worden meegenomen bij het bepalen van de grondslag voor deze vermogensbelasting. Als we daar voorzichtigheidshalve wel van uitgaan, is het vermogen voor deze belasting € 2.000.000 (= € 2.250.000 -/- € 250.000). De eerste € 100.000 daarvan is vrijgesteld bij de PvdA, het tarief is 1% over de volgende € 400.000, 2% over de volgende € 500.000 en 3% over de volgende € 1.000.000 in dit voorbeeld.

Vermogensheffing: € 30.000

Daarnaast wil de PvdA een vermogensheffing invoeren van 1,5% over de boekwaarde van de bezittingen in box 2. Op basis van de boekwaarde van de onderneming in dit voorbeeld gaat het om een heffing van € 30.000 (= 1,5% x € 2.000.000). De opmerking in de uitgangspunten over de twee panden verwijst naar de plannen van de PvdA voor een ‘Prins Bernhardbelasting’, een heffing voor vastgoedbeleggers vanaf vijf panden. In dit voorbeeld met twee panden is deze heffing dan ook niet aan de orde.

Plannen GroenLinks:

€ 97.615 aan belasting over het vermogen

Vermogensaanwasbelasting: € 20.615

De werkelijke vermogensaanwas is € 57.500 [= 3% x (€ 1.600.000 + € 650.000) -/- (4% x € 250.000)]. Maar bij GroenLinks is, evenals bij de PvdA, de rente op schulden niet verrekenbaar met de rendementen op het vermogen. Daardoor komt dit bedrag hoger uit, namelijk op € 67.500 [= € 57.500 + (4% x € 250.000)]. Hierop komt bij GroenLinks nog een heffingvrij inkomen van € 1.000 in mindering. Het uiteindelijke bedrag is dan € 66.500. Dit bedrag is bij GroenLinks belast tegen 31% (= € 20.615).

Vermogensbelasting: € 77.000

Het vermogen voor deze vermogensbelasting is bij GroenLinks in dit voorbeeld € 5.350.000 (= € 2.250.000 + € 1.100.000 + € 2.000.000). Bij GroenLinks gaat het in dit voorbeeld om het bruto bezit van het vermogen in box 3 (= € 1.600.000 + € 650.000), de waarde van de woning verminderd met de hypotheek (€ 1.500.000 -/- € 400.000) omdat de waarde van de woning meer bedraagt dan € 1.000.000, en om de waarde van de onderneming (€ 2.000.000). De eerste € 1.000.000 is vrijgesteld, het tarief is 1% over de volgende € 1.000.000, daarboven 2%, over € 3.350.000 in dit voorbeeld.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.