Direct naar content

De vennootschapsbelasting daalt per 2021 verder. Tegelijkertijd gaat de inkomstenbelasting in box 2 nog iets verder omhoog. Dat betekent dat behalve op toekomstige winsten ook op bestaande winstreserves een hogere belastingclaim komt te liggen. Wanneer is het gunstig om nog in 2020 tegen het huidige tarief van 26,25% in box 2 af te rekenen? En wanneer kunt u het vermogen beter in de BV laten en het hogere tarief in de toekomst voor lief nemen?

Wijziging tarieven vennootschapsbelasting en IB box 2

De vennootschapsbelasting kent 2 tariefschijven: een laag tarief van momenteel 16,5% over winst tot € 200.000 en een hoog tarief van 25% over de winst boven deze grens. Het lage tarief gaat per 2021 verder omlaag naar 15%. Het hoge tarief blijft 25%. Wel schuift de grens tot waar het lage tarief van toepassing is omhoog naar € 245.000. Als aanmerkelijkbelanghouder (5% of meer) betaalt u over de winst na vennootschapsbelasting (vpb) later nog inkomstenbelasting (IB) in box 2. Bijvoorbeeld als u de aandelen van uw BV verkoopt of als de BV dividend aan u uitkeert. Uiterlijk bij uw overlijden incasseert de fiscus die box 2-belasting. Dat tarief gaat juist omhoog van 26,25% in 2020 naar 26,9% vanaf 2021. Per saldo daalt de gecombineerde belastingdruk – eerst vpb en later IB box 2 over de winst na vpb – hierdoor enigszins voor zover de winst tegen het lage vpb-tarief wordt belast. Voor zover de winst tegen het hoge vpb-tarief wordt belast, stijgt de gecombineerde belasting juist iets verder.

 

vpb laag

 

vpb hoog IB box 2 Gecombineerd laag Gecombineerd hoog
2019 19,00% 25,00% 25,00% 39,25% 43,75%
2020 16,50% 25,00% 26,25% 38,42% 44,69%
2021 15,00% 25,00% 26,90% 37,87% 45,18%

 

Wanneer is afrekenen box 2 voordelig?

Als het tarief in box 2 een vast gegeven zou zijn – wat lange tijd het geval is geweest –, kon een vast omslagpunt (rendement op het vermogen) worden berekend. Dat wil zeggen een rendement waarbij nu afrekenen in box 2 en privé verder beleggen in box 3 eenzelfde uitkomst oplevert als binnen de BV blijven beleggen en pas na een x-aantal jaren de belastingclaim in box 2 betalen. Dat omslagpunt kan in het algemeen worden berekend door de belastingdruk in box 3 te delen door de geldende vennootschapsbelasting:

Omslagpunt (rendement) = box 3-heffing / vpb

Afrekenen in box 2 en privé in box 3 verder beleggen is alleen voordelig als u een hoger rendement behaalt dan het omslagpunt. Blijft het rendement vóór belasting beneden het omslagpunt? Dan is het voordeliger om het vermogen binnen de BV te houden en in de toekomst in box 2 af te rekenen.

Stel dat de effectieve belasting in box 3 uitkomt op 1,4% en we rekenen alvast met het lage vpb-tarief vanaf 2021 van 15%, dan zou het omslagpunt uitkomen op 1,4% / 15% = 9,33%. Althans, bij een gelijkblijvend box 2-tarief.

Invloed stijging tarief box 2

Maar doordat het box 2-tarief per 2021 iets zal stijgen ten opzichte van 2020, is (tijdelijk) niet langer sprake van een vast omslagpunt. Het maakt dan wél uit hoe lang u het betalen van IB in box 2 kunt uitstellen. Waarbij u moet bedenken dat – voor zover het beleggingsvermogen binnen uw BV betreft – uiterlijk bij uw overlijden belasting in box 2 moet worden betaald.

Als u in 2020 afrekent tegen 26,25% hebt u een klein voordeel van 0,65%-punten ten opzichte van afrekenen in 2021 of daarna tegen 26,90%. Maar of dat voordelig is, hangt af van het aantal jaren dat u afrekenen in box 2 zou kunnen uitstellen en van het rendement dat u gedurende die periode behaalt. In onderstaande grafiek is dit verband zichtbaar gemaakt. Daarbij is uitgegaan van een vpb-tarief van 15% en een belastingdruk in box 3 van 1,4%.

Uit de grafiek blijkt dat dividend uitkeren in 2020 tegen 26,25% en privé verder beleggen in box 3 normaliter niet voordelig uitpakt, als u afrekenen tegen het hogere tarief van 26,9% een jaar of langer zou kunnen uitstellen. Hebt u geen directe bestemming voor het dividend en rendeert het vermogen privé verder in box 3? Dan is dividend uitkeren in 2020 niet voordelig. Tenzij u structureel een fors rendement gaat maken. Hoe langer u het moment van afrekenen in box 2 kunt uitstellen, hoe dichter het omslagpunt uitkomt bij het omslagpunt ingeval van een onveranderlijk box 2-tarief (stippellijn).

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.