Direct naar content

Na 273 dagen formeren, presenteerden de vier politieke partijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie op 15 december 2021 hun coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Daarin zijn hun toekomstplannen voor de periode 2021-2025 opgenomen. Wat betekent het coalitieakkoord voor u? Hieronder een analyse van de belangrijkste plannen.

Vermogen

1. Algemene vrijstelling in box 3 gaat omhoog

Er is de afgelopen tijd veel gesproken over de belastingheffing over het vermogen in box 3. De coalitie zet in om per 2025 een nieuw box 3-stelsel in te voeren waarbij het werkelijk behaalde rendement wordt belast. Dat komt dan in de plaats van het huidige stelsel. Nu is de belastingheffing in box 3 nog gebaseerd op een forfaitair rendement dat afhankelijk is van de omvang van het belastbare vermogen in drie vermogensschijven. In het coalitieakkoord staat dat de waardeontwikkeling van vastgoed aanvankelijk nog forfaitair zal worden belast, waarbij zo snel mogelijk de overstap wordt gemaakt naar een heffing over het werkelijk behaalde rendement.

Een probleem bij het huidige stelsel is dat spaargeld deels wordt belast als beleggingsvermogen. Daardoor voelen met name veel spaarders zich onrechtvaardig behandeld. Naar verwachting blijft het huidige stelsel tot 2025 bestaan. Wel wil de coalitie de algemene vrijstelling, het heffingvrije vermogen, verder verhogen. Deze bedraagt in 2022 € 50.650 per belastingbetaler (voor fiscale partners geldt het dubbele bedrag). Volgens het coalitieakkoord gaat deze vrijstelling per 2023 naar circa € 80.000 per belastingbetaler, mogelijk stapsgewijs. Dat betekent dan dat minder mensen belasting hoeven te betalen in box 3.

2. Inkomstenbelasting op verhuurd vastgoed gaat omhoog

Vooruitlopend op de invoering van het nieuwe box 3-stelsel (zie hierboven) wil de coalitie per 2023 de leegwaarderatio afschaffen. Hierdoor gaan veel vastgoedbeleggers meer inkomstenbelasting betalen in box 3. Wat houdt deze ratio in? De leegwaarderatio is een percentage van de WOZ-waarde van een woning en is gebaseerd op de jaarlijkse huurprijs. Deze ratio geldt voor verhuurde woningen in Nederland waarvoor de huurder recht heeft op huurbescherming. Hierdoor mag een vastgoedbelegger een bepaald percentage van de WOZ-waarde opgeven in box 3. Als het vastgoed aangeschaft is met een financiering, dan kan deze lening wel volledig in mindering gebracht worden op het box 3-vermogen. Na afschaffing van de leegwaarderatio sluit de belasting over het (forfaitaire) rendement op verhuurd vastgoed in box 3 meer aan bij de praktijk. Maar ook in de schenk- en erfbelasting wordt gebruikgemaakt van de leegwaarderatio. Niet duidelijk is of de leegwaarderatio ook daarvoor afgeschaft wordt.

3. Belasting op tweede huis, beleggingsvastgoed en bedrijfsvastgoed gaat verder omhoog

Per 2021 zijn enkele tarieven van de overdrachtsbelasting gewijzigd. Voor langdurig zelf bewoonde woningen is het tarief onder bepaalde voorwaarden 2% (voor starters kan zelfs een vrijstelling van overdrachtsbelasting gelden). Voor bijvoorbeeld het tweede huis, beleggingsvastgoed en bedrijfsvastgoed ging het tarief per 2021 omhoog naar 8%. Het doel hiervan was om de vastgoedbeleggers te ontmoedigen en om de positie te verbeteren van de mensen die een koopwoning zoeken om daar zelf in te gaan wonen. Hoewel nog niet duidelijk is of deze maatregelen het beoogde effect sorteren, kiest de coalitie ervoor om per 2023 de overdrachtsbelasting voor de vastgoedbeleggers verder te verhogen van 8% naar 9%. Niet geheel onverwacht, aangezien in diverse verkiezingsprogramma’s ook al een verhoging van het tarief was opgenomen.

Wonen

1. Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning

Eén van de maatregelen om de woningmarkt vlot te trekken, was de invoering van de eenmalige extra verhoogde vrijstelling voor de schenkbelasting voor de eigen woning. De gedachte was dat starters op de woningmarkt gemakkelijker een woning kunnen kopen doordat zij, weliswaar onder bepaalde voorwaarden, een belastingvrije schenking van ongeveer € 100.000 konden ontvangen. Uit een evaluatie bleek dat deze vrijstelling echter een prijsopdrijvend en een ongelijkheidsversterkend effect heeft. Daaraan wil deze coalitie een einde maken. Per 2024 zal dan ook de ‘eigen woning-schenking’ vervallen. Zonder vrijstelling voor de eigen woning is een dergelijke schenking aan bijvoorbeeld een kind belast met 10% of 20% schenkbelasting. Het gevolg van de afschaffing van deze schenkingsvrijstelling is naar verwachting dat er daardoor meer belaste schenkingen en hoger belaste erfenissen zullen komen.

2. Diverse aanpassingen bij het aangaan of wijzigen van een woningfinanciering

  • Hoewel een studieschuld niet geregistreerd staat bij het Bureau Krediet Registratie, wordt de studieschuld bij het aangaan van een lening wel meegenomen, waardoor minder kan worden geleend. In het coalitieakkoord is nu opgenomen dat voor starters bij het aanvragen van een hypotheek de actuele stand van de studieschuld bepalend wordt.
  • Veel senioren hebben in de afgelopen jaren hun hypotheek afgelost. Daarmee hebben zij een onbelast huis, maar daardoor hebben zij ook minder kunnen sparen. De coalitie wil het voor senioren eenvoudiger maken een deel van deze waarde van het huis op te nemen. De wijze waarop dat moet gebeuren, wordt in het coalitieakkoord nog niet duidelijk gemaakt.
  • Bij het aangaan van een hypotheeklening gelden verschillende beperkingen. Naast de verhouding van de lening tot het inkomen, is dat ook de verhouding van de lening ten opzichte van de waarde van de woning. Nog niet zo lang geleden kon iemand een lening aangaan tot 106% van de waarde van zijn woning. Zo kon je de woning en een aantal bijkomende kosten financieren. Om de huizenkopers tegen bovenmatige leningen te beschermen, is de norm nu 100%. De coalitie geeft aan dat zij gedurende deze kabinetsperiode deze ‘loan-to-value’ niet zullen aanscherpen. Daarmee creëren zij op dit punt rust op de woningmarkt.

3. Vooralsnog geen aanpassing van de hypotheekrenteaftrek

Het coalitieakkoord bevat geen aanpassingen voor de hypotheekrenteaftrek. De vraag is of wij daaruit mogen afleiden dat de fiscale behandeling van de eigen woning de komende jaren ongemoeid blijft.

Bedrijven en ondernemers

1. Box 2 en wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’

Vaak kan een directeur-grootaandeelhouder (DGA) het heffingsmoment over de voordelen uit zijn aanmerkelijk belang zelf bepalen. De DGA bepaalt namelijk dan zelf het moment waarop hij  dividend uitkeert aan zichzelf. En als hij dat geld nodig heeft maar daar nog geen belasting over wil betalen, kan de DGA het bedrag van zijn BV lenen. Is er in andere situaties voor gekozen om te werken met een fictieve uitkeringen, hier kiest de coalitie ervoor om de met het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ ingeslagen weg te vervolgen. Leningen van de BV worden boven een bepaald totaalbedrag geacht als dividend uitgekeerd te zijn; er geldt een uitzondering voor de eigenwoningschuld in box 1. Daarmee wordt de heffing dus naar voren gehaald. In het wetsvoorstel werd al opgenomen om dit per 2023 te laten ingaan. Dat wordt in het coalitieakkoord nu bevestigd. Verschil is wel dat er tot nu toe over een bedrag van € 500.000 gesproken werd. De coalitie stelt de grens nu op € 700.000.

2. Bedrijfsopvolgingsregeling nader onderzocht

Allereerst goed nieuws voor de familiebedrijven: de bedrijfsopvolgingsregeling die het mogelijk maakt om bedrijven fiscaal-vriendelijk over te nemen, blijft bestaan. Maar deze zal waarschijnlijk wel aangepast gaan worden. Althans dat leiden wij af uit het feit dat de coalitie het belang van deze regeling voor familiebedrijven onderkent, maar ook gaat onderzoeken hoe deze faciliteiten verbeterd kunnen worden en hoe oneigenlijk gebruik tegengegaan kan worden.

3. Zelfstandigenaftrek wordt versneld beperkt

Al enige tijd wordt eraan gewerkt om de verschillen tussen het werken in loondienst en het werken als zelfstandig ondernemer te verkleinen. Eén van die verschillen betreft de mogelijkheid voor de zelfstandig ondernemer om een bedrag van zijn winst af te trekken waardoor hij minder inkomstenbelasting verschuldigd is. Om die reden wordt de zelfstandigenaftrek nu al stapsgewijs teruggebracht tot € 3.240 in 2036. In het coalitieakkoord is overeengekomen dat deze aftrek verder en eerder afgebouwd moet worden. De zelfstandigenaftrek zal teruggebracht worden tot € 1.200 in 2030. De zelfstandige ondernemers kunnen daarentegen -net als de werknemers- een beroep op de arbeidskorting doen. Met de arbeidskorting krijgt u een inkomensafhankelijke korting op de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen. De coalitie wil deze korting verhogen.

4. Veranderingen in de vennootschapsbelasting

In het rapport ‘Op weg naar balans in de vennootschapsbelasting’ van de adviescommissie onder voorzitterschap van de heer dr. B. ter Haar uit 2020 zijn verschillende voorstellen gedaan om de belastingheffing over winsten van multinationals eerlijker te maken. Enkele voorstellen hieruit zijn al opgepakt. De coalitie geeft nu aan de voorstellen ter voorkoming van het wegschuiven van winsten naar (laagbelaste) buitenlandse lichamen op te pakken. Ook gaat deze coalitie zich er hard voor maken dat bedrijven in landen waar ze actief zijn, een minimum tarief aan belasting gaan betalen. Deze maatregelen moeten een flinke besparing voor het Rijk gaan opleveren. Mocht dat onverhoopt niet lukken, dan zal er gekeken worden naar andere maatregelen in de vennootschapsbelasting, zoals het aanpassen van de grondslag, het lage tarief in de vennootschapsbelasting en/of de schijflengte. Daarbij zal dan rekening gehouden worden met het Nederlandse vestigingsklimaat en de positie van het Midden- en Kleinbedrijf.

Enkele overige maatregelen

Naast het feit dat een pak vruchtensap en een pakje sigaretten (flink) duurder worden en de onbelaste reiskostenvergoeding per 2024 verhoogd wordt, is ook nog van belang dat:

1. de middelingsregeling afgeschaft wordt

De middelingsregeling is interessant voor iemand met een sterk wisselend box 1-inkomen. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij ZZP’ers en werknemers die met pensioen gaan. U telt dan die inkomens van drie aaneengesloten jaren op en deelt het totaal door drie. Over het gemiddelde inkomen berekent u opnieuw de inkomstenbelasting. Als het herrekende bedrag lager is, kunt u dit verschil boven een bepaalde drempel terugvragen aan de Belastingdienst. Om budgettaire redenen wordt deze regeling per 2023 afgeschaft.

2. de verhuurderheffing afgeschaft wordt

Om de Staatskas te spekken, is de verhuurderheffing ooit ingevoerd. Als u meer dan 50 sociale huurwoningen bezit, betaalt u sindsdien een percentage over het saldo van de totale waarde minus de gemiddelde waarde van uw vastgoedportefeuille. Deze heffing raakte met name de woningcorporaties. Omdat woningcorporaties een belangrijke rol spelen bij het vlottrekken van de woningmarkt, wordt deze heffing afgeschaft per 2023.

3. de toeslagen mogelijk afgeschaft worden

De coalitie is niet gelukkig met het fenomeen toeslagen. Een toeslag is een tegemoetkoming in bepaalde kosten zoals huur, zorg of kinderopvang. Daarbij is de Belastingdienst de uitvoerder. Maar uit de toeslagenaffaire bleek wel dat mensen verdwalen in de ingewikkelde regelingen en zo te maken kunnen krijgen met hoge terugvorderingen. De coalitie heeft dan ook de ambitie om de toeslagen af te schaffen.

Als eerste stap daartoe wil de coalitie de komende jaren een fundamentele herziening van de kinderopvangtoeslag. In stappen verhogen ze de vergoeding van de kinderopvang tot 95% voor werkende ouders. De toeslag wordt daarnaast direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met hoge terugvorderingen. Ouders betalen alleen nog een kleine eigen bijdrage.

Volledig coalitieakkoord en de politieke agenda

Het hele coalitieakkoord met budgettaire bijlage kunt u nalezen op Kabinetsformatie2021.nl. In dit blog leest u meer over de politieke agenda van het nieuwe kabinet die is gebaseerd op het coalitieakkoord.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.