Gepubliceerd op:

Volgens onze regering zijn familiebedrijven een krachtige motor van onze economie. De huidige fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen in de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting helpen daarbij. Maar deze regels staan onder (politieke) druk. Wat zijn de gevolgen als de regering ze afschaft? Hieronder enkele aandachtspunten.
Fiscaliteit is belangrijk
Onze familiebedrijven doen het goed. Ze maken veel omzet en zorgen voor veel werkgelegenheid. Het huidige kabinet erkent dit grote economische belang van familiebedrijven. En ziet daarnaast dat ze vaak vooroplopen als het gaat om bijvoorbeeld duurzaamheid. Familiebedrijven zijn flexibel, houden van financiële onafhankelijkheid en snelle besluitvorming. Ze doen ook veel aan liefdadigheid, zijn lokaal sterk verweven en dragen bij aan lokale evenementen en organisaties zoals sportclubs. Maar dat zou straks zomaar minder kunnen worden zonder bovengenoemde bedrijfsopvolgingsregelingen.
‘Afschaffing levert de schatkist niets op’
Onlangs heeft adviesorganisatie KPMG onderzoek gedaan naar de effecten van afschaffing van deze regelingen, in opdracht van FBNed en Stichting Familie Onderneming. Daaruit blijkt inderdaad dat die effecten groot zijn, het raakt familiebedrijven enorm. Genoemde bedrijfsopvolgingsregelingen zijn onder bepaalde voorwaarden van toepassing op schenkingen en verervingen van ondernemingsvermogen. Ze staan weliswaar open voor alle bedrijven, maar bij familiebedrijven komt een schenking of vererving van een bedrijf nu eenmaal vaker voor dan bij niet-familiebedrijven.
Een belangrijke boodschap voor politiek Den Haag uit dit onderzoek is dat afschaffing van de bedrijfsvolgingsregelingen de schatkist niets oplevert. De regering moet namelijk bijvoorbeeld ook nog rekening houden met belastingderving door verlies van werkgelegenheid, een slechter wordende concurrentiepositie en de verplaatsing van familiebedrijven naar het buitenland. Sterker nog, mogelijk kost het meer geld vanwege de gevolgen daarvan, zoals extra WW-uitkeringen.
Topondernemer John Fentener van Vlissingen, onder andere oprichter van de Stichting Familie Onderneming, zei eerder tegen de NOS dat ook een versobering van de regels niet verstandig is: ‘Moeten we dan nu na covid de familiebedrijven aanvallen? Ik denk van niet.’
‘Onvoldoende vrij vermogen om belasting te betalen’
Bovengenoemde bedrijfsopvolgingsregelingen zijn destijds in de wet gekomen vanwege de continuïteit van het bedrijf. Het bedrijf dat de ondernemer overdraagt, mag namelijk niet te veel hinder ondervinden van belastingheffing. Maar uit een onderzoek van de Belastingdienst uit 2020 blijkt dat 75% van de familiebedrijven de erfbelasting bij overlijden ook best zonder bedrijfsopvolgingsregeling had kunnen betalen uit vrije middelen. Dan komt op z’n minst de vraag op of de huidige fiscale regels niet te ruim zijn.
Het onderzoek van KPMG laat een heel andere uitkomst zien. Daaruit blijkt dat in slechts 20% van de gevallen er voldoende vrij vermogen is om de belasting te betalen vanuit het privévermogen. Familiebedrijven houden namelijk, anders dan niet-familiebedrijven, relatief veel winst in het bedrijf. Daardoor lijkt er met name sprake te zijn van ondernemingsvermogen, niet van vrij vermogen.
Mogelijk heeft de Belastingdienst geen rekening gehouden met de (extra) inkomstenbelasting die de vertrekkende ondernemer moet betalen als de regering naast de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting ook die in de inkomstenbelasting afschaft. Daarnaast zijn in de gekozen steekproef vooral kleine familiebedrijven bevraagd, terwijl de grotere bedrijven een veel groter deel van de toegevoegde waarde aan de economie vertegenwoordigen. KPMG heeft wel de beperkte groep (1,5%) grote familiebedrijven met meer dan 50 medewerkers onderzocht. Die vertegenwoordigen 38% van de toegevoegde waarde van familiebedrijven in het Nederlands bedrijfsleven (exclusief de financiële sector).
Naar verwachting zullen zeer kleine bedrijven minder last hebben van veranderingen in de bedrijfsopvolgingsregelingen dan grote bedrijven. Zonder bedrijfsopvolgingsregelingen zal bij grote bedrijven immers een groot deel van de verkrijging belast zijn met 20% schenk- of erfbelasting. Terwijl bij zeer kleine bedrijven de verkrijging mogelijk voor een belangrijk gedeelte binnen de reguliere vrijstelling en de eerste schijf met een 10%-heffing past. Daarbij ga ik uit van de huidige belastingtarieven. Er zijn namelijk politieke partijen die deze tarieven willen verhogen en die mogelijk in het nieuwe kabinet komen, zoals D66.
‘Continuïteit komt in gevaar’
Bij onvoldoende vrije middelen zal de financiering van de (extra) belastingen uit het bedrijf moeten komen. Dan daalt het eigen vermogen en/of neemt het vreemd vermogen toe. Zorgelijk is dat 35% van de bevraagde familiebedrijven verwacht dat de continuïteit van het bedrijf dan in gevaar komt.
Daarbij komt dat geld lenen uit het bedrijf steeds lastiger wordt. De aandeelhouder met een aanmerkelijk belang moet namelijk volgens een al ingediend wetsvoorstel vanaf eind 2023 inkomstenbelasting in box 2 (26,9%) gaan betalen voor zover sprake is van excessief lenen uit de vennootschap. Een bankfinanciering kan lastig zijn omdat het om de financiering van een belastingschuld gaat. En bijna de helft (46,8%) van de familiebedrijven verwacht door een extra bankfinanciering niet meer te kunnen voldoen aan de afspraken met de banken.
Ruim de helft (58%) van de familiebedrijven verwacht op kosten te moeten besparen na financiering van de (extra) belastingen. Met name op kosten van personeel, innovatie, sponsoring en donaties. Daaronder voorbeelden van activiteiten waar familiebedrijven goed in zijn en waaraan zij een belangrijke bijdrage leveren.
‘Concurrentiepositie verslechtert’
Begin juli 2021 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin staat dat Nederland binnen Europa een van de minst gunstige bedrijfsopvolgingsregelingen heeft. Dat blijkt ook uit bovengenoemd onderzoek. Volgens het onderzoeksrapport is de huidige belastingdruk in Nederland bij schenking en vererving van ondernemingsvermogen al bovengemiddeld in vergelijking tot andere Europese landen.
Het onderzoeksrapport laat in een overzicht zien dat veel landen helemaal geen schenkbelasting heffen bij bijvoorbeeld een schenking van ondernemingsvermogen van 10 miljoen euro. Het gaat onder andere om onze buurlanden België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, maar bijvoorbeeld ook om Noorwegen en Zweden.
Afschaffing van genoemde bedrijfsopvolgingsregelingen zou Nederland met grote afstand ‘koploper belasting heffen’ maken en dan ook landen als Frankrijk en Portugal ver achter zich laten. Hetzelfde beeld geldt wereldwijd, waar Nederland dan ook landen als Canada en Zuid-Afrika gaat inhalen. Hierdoor kan de concurrentiepositie van Nederlandse familiebedrijven verslechteren.
Evaluatie bedrijfsopvolgingsregelingen
De regering heeft een reguliere evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregelingen aangekondigd. De uitkomsten daarvan, samen met een kabinetsreactie, verwachten we in het laatste kwartaal van 2021. Dat blijkt uit een recente brief van demissionair staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer. Dat zou kunnen betekenen dat de huidige bedrijfsopvolgingsregelingen in ieder geval tot het moment van bekendmaken van die uitkomsten blijven bestaan. En na alle aandacht voor de bedrijfsopvolgingsregelingen misschien ook wel daarna. Maar dat moeten we uiteraard afwachten.
Heeft u een vraag over dit artikel?
De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.