Direct naar content
5 min. leestijd
  • Auteur

Er is geen investering waar emotie en ratio zo moeiteloos samengaan als kunst. Een ‘longread’ over de pret, mogelijkheden en valkuilen van kunst als onderdeel van uw vermogen en als beleggingsobject.

Cover_vioolNaar schatting gemiddeld tien procent van het vermogen van particulieren bestaat uit kunst en andere bestanddelen zoals edelmetaal, topwijnen, antiek, munten, postzegels en vintage auto’s. Objecten waarvan de waarde fluctueert en die zich dus lenen als beleggings- en investeringsmiddel, maar die er ook en vooral zijn om van te genieten. Voor u en voor komende generaties. Dat maakt beleggen in kunst veelzijdig en vooral: leuk.

Collecties starten zelden primair vanuit de ambitie om rendement te maken. Wie slim verzamelt, komt er op enig moment achter dat wat als passie begon, een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt.

En dat maakt het zinvol om af en toe met het oog van de investeerder te kijken naar kunst. ‘Wie dat doet, ziet plussen en minnen’, stelt Karolina Prawdzik. Zij heeft zich als business analyst bij ABN AMRO gespecialiseerd in alternatieve beleggingen zoals kunst en sieraden en geeft veel presentaties over dit onderwerp. Daarin komt een aantal aspecten vaak terug: liquiditeit, prijsontwikkelingen, voorkeuren en modetrends.

Prijs

Prawdzik: ‘Kunst is om te beginnen minder liquide dan andere assetcategorieën, zoals aandelen of vastgoed. Verkopen is meestal pas aan de orde na een overlijden of scheiding, of soms als er sprake is van een grote schuld, en slechts zelden uit beleggingsoverwegingen. De kunstmarkt is klein en hoe specialistischer het genre, hoe minusculer het veld van handelaren en collectioneurs.’

Prijsontwikkelingen gaan geleidelijk, waardoor het dagelijks volgen van koersen niet nodig is. De kans op een corporate schandaal dat in één ademtocht de waarde van een aandeel doet verdampen, bestaat niet. Prawdzik: ‘Het kan wel voorkomen dat galerieën vervalsingen blijken te verkopen, waarmee een kunstwerk opeens zijn waarde verliest. Maar risico’s bij kunst gaan vooral over diefstal en schade door bijvoorbeeld water en vuur. Bovenal is de waarde van kunst bij uitstek een emotioneel proces.’

Bij het bepalen van prijzen voor aankoop of verkoop van kunst spelen rationele overwegingen vaak maar een beperkte rol. Dit zorgt ervoor dat kunst beoordelen in termen van beleggingsrendement een grotendeels theoretische exercitie is. Met bovendien wild uiteenlopende resultaten. Bij specifieke artiesten – neem een Warhol – kunnen nominale rendementen oplopen tot twintig procent, maar real returns bedragen zelden meer dan enkele procenten en zijn soms gewoon te verwaarlozen.

Bovendien is er bij kunst sprake van modetrends, net als bij antiek. Zilver uit de achttiende eeuw heeft grotere waardesprongen gemaakt dan staande horloges uit die tijd. En voor sommige levende kunstenaars die nog decennia kunnen produceren, worden astronomische bedragen neergeteld terwijl bepaalde oude meesters, die voorheen ‘populair’ waren, inmiddels praktisch onverkoopbaar zijn.

Nieuwe rijken

Ook de getijden van de wereldeconomie spelen een rol. In de negentiende eeuw en in de eerste helft van de twintigste eeuw is veel Aziatische kunst naar West- Europa meegekomen in de verhuisdozen van terugkerende koloniale ambtenaren en handelaars. Deze kunst reist nu weer terug. Want naarmate de emotionele band met ‘de oost’ uitsterft in Europa, laten steeds meer nieuwe erfgenamen zich overtuigen door de rekenmachine. Zij verkopen de kunstwerken die hun voorouders verzamelden en die hun uders uit emotionele banden nog in huis hielden. Want topstukken zijn inmiddels veelgevraagd bij de middenklasse en nieuwe rijken in landen als China, India en Indonesië, wat de prijzen fors heeft laten stijgen.

Met Russische en orthodoxe kunst is sinds de val van de Berlijnse muur hetzelfde gebeurd, al moet worden afgewacht wat de economische turbulentie in Rusland betekent voor deze categorieën.

Wie met het oog van de belegger kunst aankoopt, moet op veel dingen letten en kan op veel minder teruggrijpen dan bij ‘gewoon’ beleggen. In plaats van dagelijkse beurskoersen is er een handvol websites die prijzen voor werken en kunstenaars rangschikken, maar deze bestrijken slechts een deel van de markt. Toezichthouders en klachteninstituten ontbreken en wie zich gedupeerd voelt, is al snel aangewezen op een gang naar de rechter.

Een ander heet hangijzer is de authenticiteit. Geen enkel segment in de kunstwereld blijft verschoond van vervalsingen. Voor elke blij verraste eigenaar van een nieuw ontdekt meesterwerk is er een zwaar teleurgestelde verzamelaar wiens duurbetaalde aankoop een vervalsing blijkt.

Een van de redenen dat de handel in antiquiteiten afneemt, is omdat er uit oorlogsgebieden in het Midden-Oosten enorm veel geroofde kunst met vervalste provenances wordt aangeboden en collectioneurs zich niet willen blootstellen aan de risico’s van een aankoop die achteraf illegaal blijkt.

Bovendien is er het continue vraagstuk van prijs en waarde. De reële waarde van een kunstwerk kan ver onder de prijs liggen die een verwoed verzamelaar bereid is ervoor te betalen. Op de veilingvloer of bij de vernissage in de galerie wint emotie het niet zelden van nuchter rekenen. Hoe hiermee om te gaan als het aankomt op verzekeren, verkopen of verdelen?

Fiscus en kunst

Hier botst kunst als beleggingsobject met kunst als vermogensbestanddeel. In beide gevallen is de fiscale status van kunstwerken en kunstverzamelaars van belang. Voor particulieren die voor eigen genot kunstwerken bezitten, is dat bezit onbelast. Maar de Belastingdienst zal een verzamelaar die al te enthousiast koopt en verkoopt, kunnen aanmerken als professioneel handelaar en dienaangaande fiscaal behandelen.

De fiscus kijkt ook kritischer mee met kunstaankopen vanuit de onderneming of een pensioen-bv. In het verleden zag de Belastingdienst een schilderij vooral als wandversiering en behandelde deze net als een printer of bureaustoel, inclusief afschrijvingspercentages en de mogelijkheid om een afgeschreven werk tegen minimale waarde over te nemen in privé. Dat is verleden tijd. Laat onverlet dat veel ondernemers nog steeds een voorkeur hebben voor het aanleggen van een collectie via een vennootschap; aan de muur in de woonkamer is het juridische eigendom immers niet af te zien en als deel van het ondernemingsvermogen kan een kunstcollectie mogelijk als zakelijk onderpand van een lening dienen. De mogelijke consequenties hiervan kennen we overigens sinds de faillissementen van DSB Bank en autohandel Kroymans. Duizend werken van Nederlandse realisten en tientallen klassieke racewagens verdwenen naar de curator…

Vererving

In sommige gevallen groeit de verzamelde kunst bij leven uit tot een heuse, samenhangende collectie, waarvan de eigenaren graag willen dat deze in die samenstelling bewaard blijft. Maar in de nalatenschap wordt een kunstcollectie, net als andere eigendommen, ‘gewoon’ via het erfrecht verdeeld onder de erfgenamen. Wat overigens niet alleen betekent dat de kans toeneemt dat een zorgvuldige opgebouwde collectie uiteenvalt, maar wat ook tot de nodige discussie onder nabestaanden kan leiden.

Dat is de ervaring van Marike van Wijk. Zij is bij ABN AMRO MeesPierson gespecialiseerd in estate planning. ‘Het is immers veel makkelijker om een geldbedrag te verdelen dan een paar kunstwerken. Deels vanwege de financiële waarde – de persoon die een hoger getaxeerd kunstwerk krijgt zal cash moeten afrekenen met het familielid dat een kunstwerk met een lagere waarde ontvangt. Maar vaak vooral vanwege de emotionele waarde van een kunstcollectie.’ De oplossing? Goed overleg. Van Wijk: ‘Maak als kunstbezitter al bij leven duidelijk wat uw wensen zijn, wat u wilt dat uw kinderen ermee doen. Er zijn juridisch overigens wel mogelijkheden om een collectie bij elkaar te houden, bijvoorbeeld door te certificeren via een stichting. De ondeelbare kunstcollectie wordt dan omgezet in deelbare certificaten. Maar daar kleven ook nadelen aan. Vanaf dat moment rekent de fiscus de certificaten gewoon jaarlijks tot het vermogen in Box 3. Al die tijd was de kunstcollectie onbelast, en dan moet u ineens jaarlijks 1,2 procent betalen over de waarde ervan. Kunstbezitters moeten hier dus een weloverwogen afweging maken.’

Een oplossing die ook voorkomt: de collectie schenken aan een museum (zie ook het artikel ‘Uw eigen kunst in een museum’ op pagina 49). Van Wijk: ‘Het nadeel: u geeft een stuk waarde op voor de nabestaanden. Maar vaak was het toch nooit de bedoeling de collectie te verkopen. Een groot voordeel is dat de collectie niet alleen behouden blijft, maar ook toegankelijk wordt voor een grotere groep liefhebbers. En niet zelden zijn er afspraken te maken waarbij de collectie bijvoorbeeld de naam van de verzamelaars blijft dragen. Ook voor nabestaanden is dit vaak een prettige oplossing. Maar de kern blijft dus: maak het al vroeg bespreekbaar. Laat kunst geen splijtzwam worden.’

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.