Direct naar content
4 min. leestijd
  • Auteur

De Europese Unie probeert op veel terreinen de samenwerking tussen lidstaten te verbeteren. Ook op het terrein van de internationale estate planning. Per 29 januari 2019 is de Europese Huwelijksvermogensrecht Verordening van kracht geworden. Wat houdt deze Verordening ook alweer in en moet u actie ondernemen?

Wat was het probleem?

Ieder land heeft zelf regels opgesteld om te bepalen welk recht er van toepassing is op bijvoorbeeld het huwelijk, de vererving en de echtscheiding. Probleem daarbij is dat niet alle regels goed op elkaar aansluiten. Stel u bent in gemeenschap van goederen gehuwd en u heeft een vakantiehuisje op Cyprus. Heeft u er dan wel eens bij stilgestaan dat Cyprus zijn eigen huwelijksvermogensrecht op dit huisje toepast? Of dat Griekenland een rechtskeuze voor het huwelijksvermogensrecht niet erkent? Maar ook dichterbij ‘conflicteerden’ de regels. Op het huwelijksvermogen van een Nederlands echtpaar dat ten tijde van hun bruiloft in België woonde, past België zijn recht toe. Nederland daarentegen past het Nederlandse recht toe. Wat dus te doen met de Nederlandse bankrekening?

EU Verordening voor internationale huwelijken

Op 28 juli 2016 is voor 18 landen binnen de EU de Verordening voor internationale huwelijken (en geregistreerde partnerschappen) in werking getreden. De verordening bevat regels over het toepasselijke huwelijksvermogensstelsel. Dan gaat het over de vraag of er sprake is van volledige uitsluiting van vermogen (‘koude uitsluiting’), van gemeenschap van goederen of iets daar tussenin. Maar ook over de vraag in hoeverre een echtgenoot aansprakelijk is voor schulden van de ander.

In de Verordening is bepaald dat de nieuwe regels van toepassing zijn op echtgenoten die op of na 29 januari 2019 trouwen of een rechtskeuze voor een toepasselijk recht maken. De huidige, complexe regels blijven dus (helaas) bestaan voor eerder gesloten huwelijken.

5 vragen over de nieuwe verordening

  1. Welk recht is van toepassing? Als echtgenoten geen rechtskeuze maken, is het recht van hun eerste gemeenschappelijke verblijfplaats ten tijde van hun huwelijk van toepassing. Is die er niet, dan is het recht van hun gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing. En ontbreekt ook die, dan is het recht van het land waarmee zij ten tijde van hun huwelijkssluiting de nauwste banden hebben, van toepassing.Stel u woont in Nederland en treedt na 29 januari 2019 in het huwelijk. Omdat u geen huwelijkse voorwaarden bent aangegaan, is de Nederlandse wettelijke gemeenschap van goederen dan op uw vermogen van toepassing. Stel vervolgens dat de Portugese rechter ooit een geschil tussen u en uw echtgenoot over uw vakantiehuisje in de Algarve moet beslechten, dan zal hij dus hetzelfde recht toepassen als de Nederlandse rechter. Wel zo duidelijk.
  2. Waarvoor geldt dit recht? De verordening stelt dat het toepasselijke recht geldt voor het gehele huwelijksvermogen. Ongeacht waar ter wereld zich dat dus bevindt. Binnen ‘de groep van 18’ is dit een sluitende regeling. Bevindt het vermogen zich echter in een ander land, dan kunnen de regels van het betreffende land met die van de verordening conflicteren.
  3. Kan het toepasselijk recht nog veranderen? Onder omstandigheden kan het toepasselijk recht bij een emigratie of wijziging van nationaliteit nu nog veranderen. Dat zal (gelukkig) niet meer het geval zijn.
  4. Is een rechtskeuze mogelijk? Ja. Echtgenoten kunnen zelf bepalen welk recht van toepassing is. Dit kan voor, bij de sluiting of in de loop van het huwelijk. Hierbij kunnen zij kiezen uit het recht van het land waar zij ten tijde van de keuze wonen of waar een van hen de nationaliteit van heeft. Ook een rechtskeuze geldt voor het gehele vermogen. Een (handige) aparte rechtskeuze voor de tweede woning in het buitenland, is dan ook niet langer mogelijk. Stel u bent Nederlandse en woont hier samen met een Fransman. Als u nu besluit te gaan trouwen dan is de Nederlandse wettelijke gemeenschap van goederen van toepassing. Tenzij u een rechtskeuze maakt. Omdat uw aanstaande echtgenoot de Franse nationaliteit heeft, kunt u dus kiezen voor het Franse huwelijksvermogensrecht. In geval van een echtscheiding moet de Nederlandse rechter dus het Franse recht toepassen.
  5. Vanaf wanneer geldt een rechtskeuze? De verordening neemt als uitgangspunt dat een rechtskeuze alleen voor de toekomst geldt. Om toekomstige discussies te voorkomen, zou je dan ook het huwelijksvermogen moeten inventariseren voorafgaand aan de rechtskeuze. Gelukkig bestaat er de mogelijkheid om te bepalen dat het gekozen recht dus vanaf het begin van het huwelijk van toepassing is (‘met terugwerkende kracht’).

Wie moet wat doen?

Staat u op het punt om uw partner ten huwelijk te vragen en heeft hij/zij een andere nationaliteit dan u en/of heeft u vermogen in het buitenland, dan is het goed om stil te staan bij welk huwelijksvermogensrecht u op uw vermogen van toepassing kan en wil laten zijn.

Bent u voor 29 januari 2019 gehuwd en hebben u en uw echtgenoot verschillende nationaliteiten en/of heeft u vermogen in het buitenland? Ook dan is het goed om na te gaan welk recht daarop van toepassing is. Misschien is het wel beter om een rechtskeuze uit te brengen.

Hoewel de verordening het eenvoudiger maakt, blijft het ingewikkelde materie. Laat u zich dan ook goed adviseren. Indien gewenst kunnen wij u in contact brengen met de specialisten op dit gebied.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.