Direct naar content

Op 11 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Financiën, Menno Snel, antwoord gegeven op de Kamervraag over de ‘kruislingse eigenwoningschenking’. Hiervan is sprake als u met iemand afspreekt elkaars kind een bedrag te schenken ter grootte van de eigenwoningvrijstelling. De fiscus ziet dit als een schenking aan uw kind, en niet als een schenking van die derde aan uw kind. Met alle fiscale gevolgen van dien.

Wat is de eigenwoningvrijstelling in de schenkbelasting ook al weer?

Op FinancialFocus.nl besteden wij regelmatig aandacht aan de fiscale gevolgen van schenken. En dan in het bijzonder aan de hoge vrijstelling voor schenkingen die gebruikt worden voor de aanschaf of verbouwing van een eigen woning, of voor de aflossing van een eigenwoninglening. Sinds 2017 komt het erop neer dat iemand van tussen de 18 en 40 jaar van iedereen, eenmalig een bedrag van EUR 102.010 (bedrag 2019) vrij van schenkbelasting mag ontvangen als hij bij de aangifte voor de schenkbelasting een beroep doet op deze vrijstelling. De ‘ouder-kind’-voorwaarde is losgelaten, omdat niet alle ouders financieel in staat zijn hun kind een dergelijk bedrag te schenken. En er zijn mensen zonder kinderen die anderen willen helpen bij de aanschaf van een eigen woning. Een vrijgestelde eigenwoningschenking door een ander is dus mogelijk.

De kruislingse eigenwoningschenking

Zoals gezegd, kan iemand maar een keer een eigenwoningschenking doen. Als u als ouders nog een keer zo’n bedrag willen schenken, is die tweede schenking (nagenoeg) geheel belast met schenkbelasting. Stel dat een bekende van u tegen hetzelfde probleem is aangelopen. Als u dan afspreekt om aan zijn kind te schenken, en vice versa, dan ontvangen de kinderen voor het eerst de eigenwoningschenking van de niet-ouder. Kan uw kind dan een beroep op de hoge vrijstelling doen?

De Belastingdienst werkt hier niet aan mee

De staatssecretaris is duidelijk. Hij wenst er niet aan mee te werken. Hij stelt in zijn Kamerbrief:

“… Via de omweg van kruislings schenken wil men bereiken dat het kind toch een beroep kan doen op die vrijstelling, stellende dat de schenking afkomstig is van een ander. In een dergelijk geval zal het beroep op de vrijstelling niet gehonoreerd worden. Dit standpunt heeft mijn ambtsvoorganger eerder aan de Tweede Kamer aangegeven tijdens de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2014 en het Belastingplan 2016. Ik acht het gebruik van kruislingse schenkingen ten einde de verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning voor een tweede maal te verkrijgen ongewenst en de toepassing van de vrijstelling in een dergelijk geval in strijd met de letter en geest van de Successiewet 1956.”

Waarom werkt een kruislingse eigenwoningschenking niet?

De staatssecretaris geeft drie redenen waarom er naar zijn mening wel sprake is van een belaste schenking bij een kruislingse eigenwoningschenking:

  1. Of het is een samenstel van rechtshandelingen“… Juridisch is er bij deze constructie sprake van een samenstel van rechtshandelingen. De ouder van het ene kind heeft een overeenkomst gesloten met de ouder van het andere kind. Door de overeenkomst verarmt de ouder en verrijkt het (eigen) kind. Het blijft dus een schenking van de ouder aan het eigen kind. In die verhouding kan niet meer dan eenmaal de vrijstelling worden toegepast…”
  2. Of er is sprake van een derdenbeding“… Ook als er wordt verkregen door middel van een derdenbeding is de verkrijging belast. De ene ouder heeft immers de verkrijging van de andere ouder bedongen ten behoeve van het eigen kind…”
  3. Het is geen onvoorwaardelijke schenking“… in de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting zijn nadere voorwaarden gesteld voor de toepassing van de verhoogde vrijstelling voor een schenking ten behoeve van de eigen woning. Een van deze voorwaarden is dat de schenking onvoorwaardelijk wordt gedaan. Op het moment dat de ene ouder met de andere ouder overeenkomt dat hij diens kind een schenking doet onder voorwaarde dat deze ouder ook zijn kind een schenking doet, is deze niet onvoorwaardelijk en is de schenkvrijstelling ook om die reden niet van toepassing…”

Hoe bestrijdt de Belastingdienst de kruislingse eigenwoningschenking?

Een eenmalige eigenwoningschenking van een derde, is dus in basis vrijgesteld van schenkbelasting. Maar zodra er sprake is van een kruislingse eigenwoningschenking, is er feitelijk sprake van een tweede eigenwoningschenking van ouders aan kind. Het kind kan en mag dan geen beroep doen op deze vrijstelling bij de aangifte voor de schenkbelasting.

Maar hoe controleert de Belastingdienst dat? De staatssecretaris stelt dat de Belastingdienst alert is op constructies die in strijd zijn met bestaande wet- en regelgeving. De onjuiste toepassing van de vrijstelling, waaronder de kruislingse schenkingsconstructie, wordt dan ook met ‘gepaste handhaving’ bestreden. ‘De Belastingdienst is in staat om belastingplichtigen die meerdere schenkingen hebben ontvangen en een beroep op de verhoogde vrijstelling schenkbelasting doen te detecteren’; aldus de staatssecretaris. De Belastingdienst kan daarnaast ook op basis van risicoselectie de besteding van het geschonken bedrag (de eigen woning of de eigenwoninglening) controleren. Daarbij beschikt de Belastingdienst over nieuwe, effectieve detectietechnieken, waardoor capaciteit is vrijgespeeld voor de inzet van vakinhoudelijke specialisten in het toezicht.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.