
Nog voordat u zélf heeft bedacht of u echt als ondernemer aan de slag gaat met uw hobby, kan het zijn dat u belasting hierover moet gaan betalen omdat het al geen hobby meer is. Want u begrijpt waarschijnlijk wel dat er een verschil zit tussen dat ene schilderij dat bij u aan de muur hangt of een depot met honderden werken waarmee u actief handelt. Het zal u dan ook niet verbazen dat de fiscus uw ‘hobby’ in beide gevallen anders behandelt.
In privé
Een paar stukken aan de wand, een mooie collectie goede fl essen wijn in de kelder, voor eigen gebruik. Daar mag u van de fiscus zonder problemen van genieten. Dergelijke privézaken zijn niet belast in box 3, legt Peter Pleijsant, fiscaal specialist van ABN AMRO MeesPierson uit. Hierover hoeft u dus geen inkomstenbelasting af te dragen.
Op een gegeven moment wordt uw hobby echter serieuzer. U koopt meer schilderijen dan u kunt ophangen aan de wand en huurt een depot of laat er eentje bouwen. Of uw wijnen worden niet zo regelmatig meer gedronken, maar vooral onder ideale omstandigheden bewaard. ‘Ook dat hoeft geen problemen op te leveren zolang het om de kunst of de wijn gaat en niet hoofdzakelijk om het beleggingsrendement’, legt Pleijsant uit. ‘U mag dan gerust eens een schilderij of een paar flessen verkopen. En daar mag u meestal ook best winst op maken als dat zo uitkomt. Maar het gaat om de feiten en omstandigheden die gevolgen hebben voor de uitkomst. Een schilderij bijvoorbeeld mag u ook uitlenen aan een museum mits voor culturele doeleinden. Dan kan nog steeds sprake zijn van een vrijgestelde bezitting in box 3.
Wanneer wordt dan wel een grens bereikt waarbij de fiscus anders naar uw hobby gaat kijken? Dat is nog niet zo eenvoudig te zeggen. ‘Als uw schilderij een onderdeel van een verzameling wordt, hoeft dat nog geen probleem te zijn. Maar het ligt anders als u uw schilderijen gaat zien als appeltje voor de dorst. Als het u met name gaat om het rendement. Bij verhuur bijvoorbeeld, is vaak sprake van beleggen. Of wanneer u op veilingen grote partijen exclusieve wijnen koopt die u vervolgens zelf ook niet meer opentrekt omdat de waarde belangrijker is. Dan bestaat het risico dat de fiscus zal stellen dat u uw collectie voornamelijk houdt als belegging en dan komt u terecht in box 3.’
Als belegging
Box 3 is gereserveerd voor ‘sparen en beleggen’. Daar hoort uw collectie thuis als u die hoofdzakelijk (ten minste 70%) als belegging houdt. Daarvan zal sprake kunnen zijn als uit uw doen en laten blijkt dat de hobby niet meer bedoeld is als prettig tijdverdrijf maar gericht is op het behalen van rendement. Ook uw intentie is daarbij van belang. Het is echter lastig om precíes aan te geven waar het omslagpunt ligt, legt Pleijsant uit.
‘Er is sprake van een grijs gebied. Een schilderij in een kluis komt eerder in box 3 terecht dan een schilderij in de woonkamer. Omdat in het laatste geval eerder sprake is van eigen gebruik.’ Die stap van leuke hobby naar belegging heeft wel consequenties. U mag belasting gaan betalen over het fictieve rendement van (nu nog) 4% van de waarde van uw collectie. Dat kan al snel behoorlijk oplopen als u als belegging een aantal aardige sportwagens in de garage heeft staan of een paar Hollandse meesters in het depot.
Als handelaar of ondernemer
Loopt uw hobby zo uit de hand dat u er een dagtaak aan heeft? Dan bent u mogelijk eerder handelaar of zelfs ondernemer geworden dan hobbyist of belegger. En wordt u als handelaar of als ondernemer belast. Uw activiteiten komen dan voor de fiscus terecht in box 1 die is gereserveerd voor ‘belastbaar inkomen uit werk en woning’.
‘Dat zal bijvoorbeeld het geval kunnen zijn als u zeer actief aan de slag gaat met uw schilderijen of wijncollectie. In ieder geval actiever dan wat een belegger ‘normaal’ doet. Zo nu en dan eens een doosje verkopen aan vrienden is wat anders dan wanneer u inmiddels naar buiten toe, in grotere kring te boek staat als iemand die te benaderen is voor een paar exclusieve fl essen. Of wanneer u gaat adverteren’, legt Pleijsant uit.
Dat die grens best lastig is om te trekken, blijkt ook wel uit wat de Belastingdienst zelf op de website hierover meldt. Daar staat het volgende te lezen: ‘Als uw activiteiten zich afspelen in het economisch verkeer en als u winst kunt verwachten, is er sprake van een bron van inkomen en bent u mogelijk ondernemer voor de inkomstenbelasting.’ Vervolgens schetst de Belastingdienst waar dan zoal naar wordt gekeken.
Wordt er bijvoorbeeld winst gemaakt? Als er sprake is van een kleine winst of zelfs een structureel verlies, dan zal er mogelijk geen sprake zijn van een onderneming. Datzelfde geldt als u weliswaar veel tijd steekt in de activiteit zonder dat het rendement oplevert. Ook de manier waarop u naar buiten treedt, kan van belang zijn. ‘Om ondernemer te zijn, moet u zich voldoende kenbaar maken, bijvoorbeeld door reclame, een internetsite, een uithangbord of eigen briefpapier’, aldus de Belastingdienst.
Zo’n hobby kan op hele verschillende manieren opeens tot een onderneming leiden. Zo kan een collectie schilderijen uitmonden in het starten van een galerie of een loods met exclusieve oldtimers leiden tot een autohandel. Maar diezelfde auto’s kunnen ook de basis vormen voor een verhuurbedrijf voor trouwauto’s.
En wanneer de hobby niet een verzameling betreft, zijn er nog meer creatieve mogelijkheden denkbaar. Zo kan een passie voor koken en de ruimte voor het bouwen van een grote keuken leiden tot een cateringbedrijfje. Of enkele paarden in de wei tot het runnen van een complete manege.
Om zeker te weten of u nu wel of niet een onderneming voert voor de Belastingdienst is het verstandig met uw belastingadviseur te overleggen over uw persoonlijke situatie. En als u dan tóch door de fiscus als ondernemer gezien wordt, dan moet u zichzelf ook als ondernemer inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Bijvoorbeeld als eenmanszaak of BV.
Voordelen van de uit de hand gelopen hobby
Wellicht staat u het idee niet aan dat de fiscus iets terug wil zien van het rendement dat u maakt op uw ‘hobby’. Terwijl u het idee heeft dat het vooral voor uw plezier is, is het mogelijk dat de Belastingdienst dat toch anders ziet, en dat u mag ‘aftikken’. Dat hoeft niet altijd vervelend te zijn, als u de verliezen wilt gaan verrekenen. Maar tegenover de plicht die u plotseling heeft om als ondernemer belasting af te gaan dragen, staan ook een enkele interessante aftrekposten voor ondernemers.
Zo kunt u bijvoorbeeld opeens uw zakelijke kosten, voor uw onderneming gemaakt, in mindering brengen op uw winst. En op de winst die u het eerste jaar maakt, mag u zelfs onder bepaalde voorwaarden de aanloopkosten in mindering brengen die u de vijf jaar ervoor hebt gemaakt en die verband houden met het starten van de onderneming. Dat kan uiteraard heel interessant zijn als u die loods heeft laten bouwen voor uw onderneming van exclusieve Italiaanse sportwagens. Gaat er echt veel tijd in die ‘hobby’ van u zitten en wordt u als ondernemer aangemerkt? Dan kan het op een gegeven moment ook zo zijn dat u gebruik kunt maken van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek voor ondernemers. In beide gevallen betaalt u minder belasting.