Direct naar content

De verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is mooi, maar ook erg ingewikkeld. In deel 1 heb ik al een aantal zaken voor u op een rij gezet. Maar er valt meer te zeggen over deze vrijstelling. Hier pak ik de draad op en ga ik verder met punt 9:

9. Het bestedingsvrije bedrag

Het zijn de vele uitzonderingen die de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning zo ingewikkeld maken. Wat dacht u van deze? Een ontvanger hoeft niet het volledige bedrag aan de eigen woning te besteden. Voor kinderen die nog niet eerder een beroep hebben gedaan op een verhoogde vrijstelling gaat dat in 2022 om € 27.231 en voor anderen om € 2.274. De schenker moet deze vrije besteding overigens toestaan. De schenker kan bepalen dat de schenking volledig aan de eigen woning moet worden besteed. Maar de schenker kan de besteding tot de genoemde bedragen dus ook vrijlaten.

Als de ontvanger, afgezien van deze grenzen, de schenking niet of niet volledig besteedt aan de eigen woning, moet hij/zij dat melden aan de Belastingdienst. Voor een schenking in 2022 moet dat gebeuren vóór 1 juni 2025.

10. Sterfbedschenkingen

De erfbelasting kent een regeling die voorkomt dat erfbelasting wordt bespaard door in het zicht van overlijden schenkingen te doen. De ontvanger van een schenking die plaatsvindt binnen 180 dagen vóór het overlijden van de schenker, wordt geacht dat bedrag van de schenker te erven. Zo wordt de schenking alsnog belast met erfbelasting. Deze regeling geldt ook als het overlijden van de schenker niet was voorzien. Schenkingen waarvoor een verhoogde vrijstelling geldt, zijn echter van deze regeling uitgezonderd.

Het is goed dat deze uitzondering geldt. Het voorkomt bijvoorbeeld dat iemand die zijn hypotheekschuld met de schenking aflost, wordt geconfronteerd met erfbelasting als de schenker snel na de schenking overlijdt. Waar zou het geld voor de erfbelasting dan vandaan moeten komen? De schenking ‘zit nu in stenen’. Tegelijkertijd wordt de deur geopend voor iemand die vanaf zijn sterfbed nog een flinke slag wil slaan. Dat de ontvangers de schenkingen na het overlijden van de schenker besteden, maakt niet uit.

11. Het vastleggen van de schenking

Als u gaat schenken, is het verstandig de schenking vast te leggen in een schenkingsakte. Zo legt u vast waarvoor de schenking is bedoeld. Verzekert u met een uitsluitingsclausule dat de schenking privé is van de ontvanger? Dan kan de schenkingsakte dienen als bewijs. Hanteert u de voorwaarde dat de ontvanger de schenking moet teruggeven voor zover de schenking niet wordt besteed aan de eigen woning? Dan moet u deze voorwaarde verplicht schriftelijk vastleggen. U mag de schenkingsakte vastleggen in een notariële akte, maar dat is niet verplicht. Hier vindt u een voorbeeld van een onderhandse schenkingsakte.

Let op: 4 addertjes onder het gras

In 11 punten heb ik de verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning in hoofdlijnen uiteengezet. Daar zitten al enkele mogelijkheden in om een uitglijder te maken. Het venijn zit hem echter in randzaken:

  1. De meeste mensen willen dat de schenking privé is van de ontvanger. De uitsluitingsclausule hanteren, is dan een vanzelfsprekendheid. Maar is er sprake van een gezamenlijke eigen woning(schuld) van de ontvanger en zijn of haar partner? Dan moet er mogelijk nog iets extra’s worden geregeld.
  2. De schenking moet worden besteed aan de ‘eigen woning’ of er moet worden afgelost op de ‘eigenwoningschuld’. Dat zijn termen uit de inkomstenbelasting en die leveren extra aandachtspunten als de ontvanger samenwoont, getrouwd is en/of de woning gezamenlijk bezit is.
  3. De verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning mag royaal worden genoemd. Toch wordt af en toe gezocht naar mogelijkheden om nog meer te doen. Naast een schenking van ma, ook een schenking van pa?
  4. Tot slot doet de ontvanger er goed aan stil te staan bij effecten die de schenking bij hem/haar kan hebben. Gebruikt de ontvanger de schenking voor de aflossing van een eigenwoningschuld? Dan doet de ontvanger er goed aan contact op te nemen met de hypotheekverstrekker. De aflossing van de woningschuld kan gevolgen hebben voor de vergoedingsrente, de hoogte van de rente, een spaarverzekering of banksparen (de vrijstelling hiervoor is afhankelijk van de omvang van de hypotheek) en zelfs voor de hypotheekrenteaftrek. Huiswerk voor de ontvanger dus.

Vervolg

Met punt 4. heb ik al een addertje onder het gras aangewezen. In een volgend artikel leest u over de andere drie punten.

Lees ook: deel 3

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.