Direct naar content
5 min. leestijd
  • Auteur

De coronacrisis raakt ook de rendementen van beleggingsfondsen. Niet alle fondsen worden even hard geraakt. Dat levert waardevolle inzichten op voor de lange termijn.

Beleggingsfondsen laten door hun spreiding op lange termijn minder grote koersuitslagen zien dan individuele beleggingen. Zowel koersuitslagen naar boven als naar beneden. Ook beleggingsfondsen kunnen zich niet onttrekken aan de economische gevolgen van de coronacrisis. De prestaties van fondsen zijn sterk afhankelijk van de stijl en focus van het fondsteam.

Door de uitbraak van het virus kwam een groot deel van de economie tot stilstand. De onzekerheid bij beleggers door het inmiddels naar de achtergrond verdwenen conflict over de olieprijs tussen Saudi-Arabië en Rusland droeg daar aan bij. De koersen op de wereldwijde aandelenbeurzen daalden snel en fors in met name februari en maart. De bekende wereldindex MSCI All Countries World daalde in die periode met meer dan 30 procent.

Onzekerheid

De recente ontwikkelingen op de beurzen vertonen veel overeenkomsten met eerdere marktcorrecties. Wat beurscorrecties gemeen hebben, is een verminderd beleggersvertrouwen en daarmee risicomijdend gedrag. Risicovollere aandelen, zoals van economisch gevoelige en kleinere bedrijven, worden gemeden. Beleggers zoeken zekerheid in bedrijven van hoge kwaliteit die profiteren van structurele trends. De huidige correctie is in dat opzicht niet anders: cyclisch gevoelige sectoren blijven achter en vooral technologie en gezondheidszorg doen het goed. De prestaties van beleggingsfondsen volgen grotendeels deze lijnen. Belangrijk is te realiseren dat deze koersbewegingen vaak tijdelijk zijn en zich na de correctie weer herstellen.

Wegvallende vraag

Een tweede blik op de data laat zien dat iedere marktcorrectie zijn eigen karakteristieken heeft. Afhankelijk van de aanleiding voor de correctie doen specifieke sectoren het bovengemiddeld goed of juist slecht. De wereldwijde kredietcrisis van 2007 en 2008 ligt daarbij nog vers in het geheugen. Daarbij leidden de problemen op de Amerikaanse huizenmarkt uiteindelijk tot een vertrouwenscrisis in het wereldwijde financiële systeem. Vooral de aandelenkoersen van banken en verzekeraars lieten daarbij forse dalingen zien. De in 2000 ingezette internetcrisis raakte vooral de aandelenkoersen in de sectoren technologie, media en telecommunicatie (TMT) hard. In de huidige coronacrisis is de vraag volledig wegvallen in onder meer de olie-industrie, de luchtvaart en het toerisme, zodat vooral de aandelen in deze sectoren hard getroffen worden.

Duurzame fondsen

Welk effect dit heeft, zien we bijvoorbeeld als we kijken naar de prestaties van duurzame beleggingsfondsen, fondsen die beleggen in ondernemingen die bij hun activiteiten rekening houden met het effect ervan op mens, milieu en maatschappij. Deze fondsen zijn gemiddeld genomen minder hard gedaald dan de markt, al waren zij uiteraard niet immuun voor de marktcorrectie. Duurzame fondsen profiteerden van de structureel groeiende aandacht in de economie voor duurzaam ondernemen, waar ook ABN AMRO positief over is. Deze fondsen beleggen niet of nauwelijks in vervuilende industrieën, zoals olie- en gaswinning en de luchtvaart. Ook de verwerkende industrie, zoals auto- en staalproductie, laten zij in de regel links liggen. Meestal is er ook een onderwogen positie in banken, als kredietverleners aan deze bedrijven. Juist deze sectoren zijn hard geraakt in de huidige marktcorrectie. Dit jaar zijn 4 van de 11 sectoren achtergebleven bij de markt als geheel. Terwijl de MSCI World Index in de eerste 4 maanden van het jaar daalde met 10 procent (in euro’s), daalde de sector basisindustrie met 14 procent, industriële waarden met 18 procent, financiële waarden met 25 procent en energie zelfs met 34 procent. Daarentegen lieten de sectoren gezondheidszorg en technologie zelfs een kleine plus zien van 1 procent.

Markt voorblijven

Door de keuzes binnen de portefeuille als gevolg van de duurzame criteria is het dus niet verwonderlijk dat duurzame fondsen als groep de markt voorbleven. De 6 wereldwijd beleggende fondsen in het ABN AMRO Duurzaam Fondsen Mandaat bijvoorbeeld, daalden in de eerste 4 maanden van dit jaar met gemiddeld 9 procent. Binnen deze groep waren de verschillen aanzienlijk. In de regel geldt: hoe strenger de duurzame criteria van het fonds, hoe beter het rendement was. Een positieve uitschieter was bijvoorbeeld het thematisch beleggende Janus Henderson Global Sustainable Equities, dat slechts met 2 procent daalde. Het belegt dan ook bijna 40 procent in de sector technologie en niets in energie.

Welke strategie heeft de beheerder?

Uiteindelijk bepaalt de specialisatie van de beheerder de prestaties van een fonds. Je moet rekening houden met de specialisatie van een fonds om er een goed oordeel over te kunnen vellen. Verwar de prestaties van beleggingsfondsen niet met de kwaliteit van een fonds. Het is dus essentieel voor beleggers om te weten welke specialisatie het fondsteam heeft om te beoordelen hoe goed een fonds het doet. Een ander voorbeeld uit de categorie duurzame beleggingsfondsen illustreert dat. Naast fondsen die sectoren en bedrijven op basis van duurzame criteria helemaal uitsluiten zijn er ook duurzame fondsen die binnen iedere sector in de meest duurzame bedrijven beleggen. Vanuit de gedachte: ook vervuilende industrieën zijn nu eenmaal van cruciaal belang voor de huidige economie. Zo kunnen we voorlopig nog niet zonder fossiele energiebronnen. Door binnen elke sector in de meest duurzame bedrijven te investeren wordt de verduurzaming gestimuleerd. Deze zogeheten best in class-fondsen beleggen bijvoorbeeld in de meest duurzame toeleveranciers van de auto-industrie die zich bijvoorbeeld richten op de productie van airbags en veilige verlichting. Of in de bouw, waarin wordt geïnvesteerd in producenten van isolerende materialen. De autosector en de bouwsector werden in de huidige crisis echter hard getroffen. Daarom presteerden deze best in class-fondsen in de huidige marktcorrectie minder goed dan de meeste strikte duurzame fondsen.

Waarde en groei

Alle reden om rekening te houden met beleggingsstijlen bij het samenstellen van een portefeuille. Door te kiezen voor een beleggingsstijl die het naar verwachting goed zal doen. Of door het spreiden over voldoende beleggingsstijlen om niet afhankelijk te zijn van slechts enkele stijlen.

Het effect van deze stijlfactoren is tijdens marktcorrecties ook goed zichtbaar bij beleggingsfondsen die een zogeheten waarde-strategie of juist een groeistrategie volgen. Waardebeheerders zoeken aantrekkelijk geprijsde bedrijven in het goedkoopste deel van de aandelenmarkt. Vaak zijn dit economisch gevoelige bedrijven, die het hardst worden getroffen door een economische recessie. Het belangrijkste verschil tussen waarde en groei zit in de waardering. De waardering is simpel gesteld de prijs van het aandeel ten opzichte van de winst van de onderneming. Een groeiaandeel is hoog gewaardeerd, omdat er van desbetreffende onderneming een hoge groei wordt verwacht. In de regel betaal je een hoge prijs voor de verwachte winstgroei, die echter niet altijd uitkomt. Een waarde-aandeel is een aandeel met minder spectaculaire vooruitzichten en is dan ook lager gewaardeerd. Niet zelden zijn de verwachtingen te negatief, zodat dergelijke aandelen positief kunnen verrassen. Binnen het ABN AMRO Funds-platform, maar ook breder in de markt, hadden waardemanagers in de recente marktcorrectie meer te lijden in vergelijking met groeigerichte beleggingsstrategieën. Diverse in kwaliteitsaandelen gespecialiseerde beleggings-fondsen met een groeifocus hebben in de recente markt-correctie veel betere rendementen laten zien dan de fondsteams die beleggen in cyclische waardebedrijven. Terwijl die laatsten wellicht een veel betere prestatie hebben geleverd. Relatief binnen hun specialisatie uiteraard, door hun verlies beperkt te houden. Waarde-aandelen blijven in een correctie vaak achter, maar doen het in de regel wel weer (veel) beter als de markt herstelt.

Verwarrend

De voorbeelden laten zien dat het rendement niet los te zien is van de specialisatie van de beheerder. De relatieve prestaties van een fonds zeggen daardoor minder over de kwaliteit van de betreffende beheerder en meer over het onderliggende deel van de aandelenmarkt. Dit is soms verwarrend voor beleggers in een marktcorrectie. Het citaat van Sir John Templeton, oprichter van het gelijknamige fondshuis en succesvol belegger, sluit hier op aan. ‘Raak niet in paniek’, adviseerde Templeton beleggers tijdens een eerdere marktcorrectie. ‘De beste tijd om te verkopen is vóór een marktcorrectie, niet erna.’ Zonde als beleggers op basis van het rendement alleen tijdens een marktcorrectie afscheid nemen van relatief goed presterende fondsen. Of juist vasthouden aan een tijdelijk goed presterend fonds dat meelift op de door onzekerheid gedreven markten. Op een gegeven moment draait het sentiment weer.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.