Direct naar content

De levensfase rondom 50 jaar kan door het combineren van diverse rollen een hectische periode zijn. Vaak is men partner, ondernemer of werknemer, vrijwilliger én ouder. En soms verzorger van hulpbehoevende ouders. Ook in deze fase vraagt de opbouw en behoud van uw vermogen de nodige aandacht. Hoe ziet uw financiële planning er voor de komende tijd uit? In dit blog zet ik enkele aandachtspunten op een rij.

1.Bouwt u voldoende inkomen op voor later?

Denkt u er wel eens over na hoe lang u wilt werken? Cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek uit 2020 geven aan dat de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers inmiddels is gestegen naar 65 jaar en 6 maanden. Misschien overweegt u om eerder te stoppen met werken of een periode minder te gaan werken.

Vanaf het moment dat u vroegtijdig stopt of minder gaat werken, heeft u minder inkomen. Uw toekomstig inkomen zal meestal bestaan uit een AOW- en pensioenuitkering. En misschien heeft u nog enkele lijfrenteproducten afgesloten.

AOW

Sinds 2013 gaat de leeftijd waarop de AOW-uitkering ingaat in stapjes omhoog. In 2021 gaat de AOW-uitkering in op een leeftijd van 66 jaar en vier maanden. Voor 2024 en 2025 is de AOW-leeftijd inmiddels vastgesteld op 67 jaar. Na 2025 beweegt de AOW-leeftijd voor 2/3 deel mee met de verdere ontwikkeling van de levensverwachting. Hoeveel AOW u krijgt, hangt af van uw persoonlijke situatie. De Sociale Verzekeringsbank geeft aan dat in 2021 een alleenstaande € 1.301 bruto per maand ontvangt. Woont u samen of bent u getrouwd? Dan ontvangt u in 2021 per persoon € 890 bruto per maand.

Pensioen

Veel werknemers ontvangen als zij stoppen met werken naast een AOW-uitkering een ouderdomspensioen dat zij bij hun werkgever opbouwen. Ondernemers moeten zelf voor hun pensioenopbouw zorgen. U vindt op mijnpensioenoverzicht.nl informatie over uw AOW en het pensioen dat u bij al uw werkgevers heeft opgebouwd. De meeste pensioenregelingen kennen veel keuzevrijheid. Dit zijn enkele keuzemogelijkheden die in de praktijk vaak voorkomen:

  • Deeltijdpensioen
    Deeltijdpensioen kan interessant zijn als u nog niet volledig wilt stoppen met werken. Bij veel pensioenregelingen is het mogelijk om vóór uw pensionering in deeltijd te gaan werken. U kunt dan voor een deel vervroegd pensioen aanvragen. Zo kunt u bijvoorbeeld voor 1 of 2 dagen per week met pensioen gaan, terwijl u de andere dagen nog doorwerkt. Als u minder gaat werken, gaat uw inkomen wel omlaag.
  • Hoog/laag pensioen
    Vaak kunt u ervoor kiezen om in de eerste 5 of 10 jaar meer pensioen te ontvangen. Daarna  ontvangt u dan levenslang minder pensioen. Dat kan interessant zijn als u in uw eerste pensioenjaren hogere uitgaven verwacht en later lagere uitgaven.
  • Pensioen eerder laten ingaan
    De meeste pensioenregelingen bieden de mogelijkheid eerder met pensioen te gaan. Wel is er altijd een ondergrens, bijvoorbeeld 60 jaar. As u eerder met pensioen gaat, ontvangt u een lagere pensioenuitkering dan wanneer u doorwerkt tot uw pensioendatum. Vanaf het moment dat u eerder stopt met werken, bouwt u immers geen pensioen meer op. Hierdoor is uw totale pensioenopbouw lager en bent u voor een langere periode afhankelijk van pensioenuitkeringen.

Als vuistregel valt uw pensioenuitkering ongeveer 7% lager uit voor elk jaar dat u eerder met pensioen gaat en uw pensioen eerder laat ingaan.

2.Studiekosten kinderen

U bent wettelijk verplicht bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en studiekosten van uw kinderen die jonger dan 21 jaar zijn. Voor kinderen die 21 jaar of ouder zijn, bent u niet verplicht om bij te dragen in deze kosten. Maar ouders voelen vaak wel een verplichting om hun studerende kinderen te ondersteunen. Hoeveel een kind nodig heeft om te studeren is met name afhankelijk van de opleiding en de woonlasten. Het Nibud geeft aan dat voor uitwonende studenten de kosten kunnen oplopen tot circa € 1.200 per maand.

3.Uw kind helpen met de aankoop van een woning

Veel starters op de woningmarkt krijgen financiële hulp van hun ouders. Er zijn diverse manieren waarop ouders hun kind bij de aankoop van een eigen woning financieel kunnen helpen. Ouders kunnen bijvoorbeeld een woning kopen en verhuren aan hun kind of geld uit hun vermogen aan hun kind lenen voor de aankoop van een woning.

Ook kunnen ouders aan hun kinderen in de leeftijd tussen 18 en 40 jaar onder bepaalde voorwaarden eenmalig maximaal € 105.302 (2021) belastingvrij schenken.  Voorwaarde is dat het kind het bedrag besteedt aan de eigen woning of aan het terugbetalen van de hypotheek.

4.Hypotheeklasten verlagen

Misschien zijn er mogelijkheden om uw hypotheeklasten te verlagen. Nu de actuele hypotheekrente erg laag is, is dit een goed moment om te kijken of het oversluiten van uw hypotheek naar een andere rentevastperiode voor u financieel aantrekkelijk is.

Ook zijn de huizenprijzen in de afgelopen jaren gestegen. Dat kan aanleiding zijn voor een verlaging van de renteopslag op uw hypotheek. Meestal moet u een lagere renteopslag zelf bij uw bank aanvragen. U heeft hiervoor een recente WOZ-waarde of een recent taxatierapport nodig.

Daarnaast kunnen uw rentelasten omlaag gaan door extra af te lossen. U moet wel flink extra aflossen om uw rentelasten aanzienlijk te verlagen. Of dat verstandig is, hangt af van uw persoonlijke financiële situatie en uw hypotheekvoorwaarden.

5.Uw woning verduurzamen

U kunt uw huis verduurzamen door bijvoorbeeld de isolatie van muren en vloeren te verbeteren of zonnepanelen te plaatsen. De verbetering van het wooncomfort is iets wat nog vaak wordt onderschat. Met een duurzame woning woont u in een comfortabeler huis, heeft u lagere energiekosten en draagt u bij aan een beter klimaat.

6.Extra sparen of beleggen

Vermogensplanning draait vooral om vooruitdenken. Dat doet u door uw wensen en doelen te bepalen en te kijken of en hoe deze financieel haalbaar zijn. Over welk vermogen wilt u later beschikken?

Met een goed inzicht in uw geldzaken kunt u op tijd bepalen of de opbouw van een extra vermogensbuffer door te sparen of te beleggen nodig is. Met beleggen kunt u op langere termijn een hoger rendement behalen, maar beleggen is niet zonder risico’s. De waarde van beleggingen kan veranderen. Met beleggen kunt u (een deel van) uw inleg verliezen.

Naast de periode waarin de vermogensopbouw moet plaatsvinden, bepaalt ook het rendement op uw vermogen hoeveel kapitaal u moet inleggen. Hoe hoger het rendement, hoe minder kapitaal u hoeft te reserveren om een vermogensbuffer op te bouwen.

Tot slot

Vermogen en leefomstandigheden zijn voor iedereen uniek. De levensfase rondom 50 jaar is een goed moment om nog eens met een kritische blik te kijken of uw financiën op orde zijn. Bespreek regelmatig uw financiële situatie en toekomstwensen met uw private banker. U kunt uw financiën in kaart brengen door een Financieel Inzicht rapport via de website van ABN AMRO MeesPierson aan te vragen.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.