Het leven valt niet te plannen, maar sommige dingen zie je aankomen. Bijvoorbeeld de behoefte aan meer zorg in de (verre) toekomst. Door daar nu al over na te denken, houdt u de regie. Tjarko Denekamp en Jacques Hogerwerf, beiden werkzaam op het Kenniscentrum van ABN AMRO MeesPierson, weten welke keuzes daarbij van belang zijn. En ook waar u zich geen zorgen over hoeft te maken. Ze delen in dit dossier hun kennis.
Yeppers worden ze genoemd, ofwel young elderly people, de groeiende groep senioren die geniet van het leven en daardoor niet ouder lijken te worden. Nederlandse ouderen zijn fitter en welvarender dan ooit, zo bevestigen de cijfers van het CBS. Het aantal jaren dat iemand gemiddeld na 65 jaar zonder grote fysieke beperkingen leeft, is in de afgelopen jaren gestegen. Toch kan er op enig moment meer zorg nodig zijn. Tjarko Denekamp, specialist schenken, erven & zorg, en Jacques Hogerwerf, specialist vermogensplanning bij ABN AMRO MeesPierson, merken in de praktijk dat relatief weinig mensen daar over nadenken. Juist mensen die na hun pensionering aan het genieten zijn, schuiven de gedachte voor zich uit, merken zij. Toch is het belangrijk om daar al in een vroeg stadium bij stil te staan, weet Denekamp. ‘Dat vergroot de kans dat de zorg straks goed aansluit op de wensen.’ Door er nu al over na te denken, voorkom je bovendien dat je kinderen of andere naasten de keuze voor u moeten maken als er op korte termijn meer zorg nodig is. Dat kan lastig zijn, ziet Denekamp in de praktijk. ‘Voor hen is het makkelijker als duidelijk is wat de wensen van een ouder zijn.’
Wat zijn uw wensen
Ouderen kunnen anno 2019 uit meer zorgopties kiezen dan ooit. De zorg en huisvesting van senioren heeft in de laatste tien jaar een enorme verandering doorgemaakt. De overheid kiest er nu voor om zorg en huisvesting voor ouderen zo veel mogelijk te scheiden. Heel anders dan in het verleden, toen ouder worden bijna vanzelfsprekend een overgang naar het verzorgingstehuis betekende. Daar waren zorg en huisvesting gecombineerd en voor ongeveer iedereen hetzelfde. De laatste bejaardentehuizen zijn inmiddels gesloten of omgevormd tot verpleeghuizen. Denekamp: ‘Het scheiden van huisvesting en zorg maakte de weg vrij voor particuliere initiatieven. Senioren kunnen zo de zorg afnemen die ze nodig hebben. Of ze nu thuis wonen, op een zorglocatie zoals een regulier verpleeghuis of een particuliere zorgvilla.’
Zorg regelen voor je ouders
Professionals in de zorg zien dat niet de ouderen, maar hun kinderen vaak de beslissingen nemen rond de zorg. Bijvoorbeeld omdat de ouder zelf om gezondheidsredenen (tijdelijk) niet in staat is zelf te beslissen. Senioren doen er dan ook goed aan hun wensen wat betreft wonen en zorg in de toekomst tijdig vast te leggen. Het vastleggen van de wensen is ook in het belang van de naasten, benadrukt Denekamp. Keuzes rond de zorg van een ouder zijn een grote verantwoordelijkheid voor de kinderen, ziet hij. Emotioneel en financieel. ‘Volwassen kinderen moeten beslissingen nemen met grote financiële gevolgen, zoals de verhuizing van de ouder van de eigen woning naar een particuliere zorginstelling. Beslissingen die zoon of dochter goed moet kunnen verantwoorden. Zeker als broers en zussen kritisch meekijken.’ Conflicten in de familie over de financiële afwikkeling zijn geen zeldzaamheid. Bijvoorbeeld als er onduidelijkheid ontstaat over “hoe pa of ma het had gewild”. Of als de zorgkosten ervoor zorgen dat er moet worden ingeteerd op het vermogen en daarmee op termijn op de nalatenschap van de kinderen. Alle reden voor om dat vast te leggen, het levenstestament is daarvoor het geschikte document (zie kader).
Vraaggestuurd
Het aanbod is divers, laat ook de recente verkenning Wonen met Zorg van Sociaal en Cultureel Planbureau zien. Dat rapport maakt en passant een eind aan het stereotype beeld van de particuliere sector met welgelegen villa’s, waar gelijkgestemden luxe maaltijden nuttigen, klassieke concerten bijwonen en 24/7 zorg tot hun beschikking hebben. Niet alle ouderen hebben hier behoefte aan. Juist particuliere aanbieders kunnen snel inspelen op de uiteenlopende behoeften bij senioren. Hogerwerf benadrukt dat dat een van de belangrijkste ontwikkeling in de zorg is: de vraag bepaalt het aanbod. ‘Vroeger was het: dit is het aanbod; je schikt je maar naar ons. Dat is veranderd, ouderen nemen de zorg en diensten af die ze willen op een locatie die hen aanspreekt.’ Een voorbeeld zijn zogenoemde Knarrenhofjes, woonprojecten waar vijftigplussers in een zelfstandige levensloopbestendige huur- of koopwoning op hofjes samenleven. Op sommige locaties samen met jonge gezinnen. Gericht op senioren met behoefte aan burenhulp. Zorg kan gezamenlijk worden ingekocht, maar verplichtingen zijn er niet.
Eigen wensen zijn leidend
Bij de keuze uit het omvangrijke aanbod zijn de eigen wensen en behoeften leidend. Hogerwerf raadt klanten aan die tijdig op een rij te zetten. ‘Als klanten weten wat hen aanspreekt, kunnen wij inzicht geven in de financiële gevolgen van die keuze.’ Zo ziet u snel op welke wijze de zorg binnen uw budget past. Denk bijvoorbeeld na over de vraag of u thuis wilt blijven wonen of juist liever in een zorgvilla. In de praktijk blijven de meeste mensen graag zo lang mogelijk thuis wonen. Nederland telt bijna 1,4 miljoen 75-plussers, van wie de meeste – ruim 1,2 miljoen ouderen – zelfstandig wonen, zo laten de cijfers van het Planbureau zien. Ook als de behoefte aan zorg toeneemt. Denekamp: ‘Nu al nadenken over mogelijkheden vergemakkelijkt de overgang naar een periode waarin meer zorg nodig is.’ Veel hangt af van de persoonlijke situatie, ziet hij. De levensloopbestendigheid van een huis – denk aan trappen en de nabijheid van winkels – speelt daarbij een rol. ‘Mogelijk zijn er aanpassingen nodig in de woning zodat u tot op hoge leeftijd comfortabel thuis kan blijven wonen. Maar ook de beschikbaarheid van mantelzorg. Kan familie helpen? Bijvoorbeeld de kinderen en niet onbelangrijk, wil de ouder wel door de kinderen geholpen worden?’
Tot de zorg u en uw partner scheidt
Wie samen met een partner woont die meer zorg nodig heeft, staat voor de beslissing om de partner alleen naar een zorglocatie te laten verhuizen. Of om samen in de particuliere zorginstelling te gaan wonen. Veel particuliere zorginstellingen bieden de mogelijkheid om als echtpaar een appartement te huren. Daar zijn wel kosten aan verbonden. In de meeste verpleeghuizen is die mogelijkheid er niet. Deze instellingen krijgen vanuit de overheid geen vergoeding om de gezonde partner zonder behoefte aan zorg te huisvesten. Iets om rekening mee te houden. Informeer bij de particuliere zorginstelling altijd naar de voorwaarden. Wat zijn de mogelijkheden als de zorgbehoevende partner overlijdt en de partner die nog geen zorg nodig heeft achterblijft?
Beperkte zorg
Bij een beperkte zorgbehoefte volstaat meestal een combinatie van mantelzorg en hulp van buitenaf. Zo neemt de wijkverpleging een deel van de medische hulp over. Zoals hulp bij het opstaan en aankleden en het toedienen van medicijnen. De kosten hiervoor worden volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Omdat deze zorg deel uitmaakt van het basispakket hoeft u geen eigen bijdrage te betalen. Wie praktische hulp nodig heeft om zelfstandig te wonen, kan ook een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat dan onder andere om (taxi)vervoer en huishoudelijke hulp. De Wmo wordt uitgevoerd door de gemeente, die bepaalt of en in welke mate mensen hulp nodig hebben. Sinds dit jaar is er een vaste maandelijkse bijdrage van € 17,50 voor ouderen die gebruik maken van de Wmo. Er wordt niet langer gekeken naar de hoogte van het inkomen, vermogen en het gebruik. ‘Een versoepeling die is bedoeld om de stapeling van kosten te voorkomen,’ weet Hogerwerf.
Grotere zorgvraag
Maar wat als de behoefte aan zorg groter wordt? Daar denken nog maar weinig mensen over na vóór ze daadwerkelijk zorg nodig hebben, merkt Denekamp. ‘Recent sprak ik met twee vitale zestigers zonder kinderen die een gelijkvloers appartement kochten met een extra slaapkamer zodat een verzorgende daar zou kunnen verblijven wanneer dat in de toekomst nodig zou zijn.’ Denekamp komt dergelijke voorbeelden echter weinig tegen. Senioren kunnen daardoor voor verrassingen komen te staan; de kosten voor intensieve zorg thuis zijn hoog. Hoe hoog, dat is afhankelijk van de benodigde zorg. Denekamp gebruikt in gesprekken met klanten als referentie de kosten die een zorgvilla berekent voor ouderen die 24/7 toezicht nodig hebben. ‘Dat gaat om gemiddeld € 100.000 netto per jaar om dergelijke 24-uurszorg in te kopen. De overheid neemt een deel van de kosten op zich via de Wet langdurige zorg (Wlz). Via de belasting betaalt iedereen daaraan mee. Wie er gebruik van maakt, betaalt een eigen bijdrage (zie kader)’. Voor zorg aan huis geldt het lage tarief van maximaal € 10.344 (2019), afhankelijk van onder andere inkomen en vermogen. Ter vergelijking: wie zorg afneemt in een verpleeghuis betaalt de inkomensafhankelijke hoge bijdrage van maximaal € 28.378 (2019). Een zorgvilla wordt gezien als ‘zorg aan huis’. U betaalt de lage bijdrage. Daar komen natuurlijk de kosten die de organisatie rekent voor woonservices, zoals huur, maaltijden en extra zorg, nog bij.
Gezondheid bepaalt
Een verpleeghuis of zorgvilla komt in beeld als zelfstandig wonen niet meer gaat. Gezondheid is de doorslaggevende factor bij de beslissing om niet langer thuis te blijven wonen, zo laat onderzoek van het Planbureau zien. Daarvoor werd een grote groep 65-plussers 14 jaar lang gevolgd. Van de 65-plussers zonder chronische aandoening woont driekwart na 14 jaar nog zelfstandig. Van de mensen met een chronische aan-doening is dat na 14 jaar slechts de helft. Van de mensen met dementie nog maar een derde.
De keuze voor verblijf in een verpleeghuis of voor particuliere zorg is persoonlijk. Particuliere aanbieders onderscheiden zich daarbij van reguliere verpleeghuizen door het comfort en kleinschaligheid’, ziet Hogerwerf. Er is meer personeel, waardoor bewoners op meer persoonlijke aandacht kunnen rekenen. ‘Senioren betalen ook voor het woongenot, de panden zijn ruim en meestal op aan-trekkelijke locaties gelegen. Dat heeft nog een voordeel. Anders dan een verpleeghuis bieden veel zorgvilla’s de mogelijkheid om samen met de partner te wonen (zie kader).
Leg uw zorgwensen vast in een levenstestament
Een toenemend aantal senioren legt wensen rond zorg en financiën vast in een levenstestament. In het tweede kwartaal van dit jaar werden 41 procent meer levens-testamenten opgesteld bij de notaris dan in hetzelfde kwartaal van 2018. Een levenstestament biedt de mogelijkheid om uw wensen vast te leggen voor in het geval dat u zelf niet meer kan handelen en u wensen kunt uiten. Iemand anders moet dan namens u handelen. Het levenstestament is daarbij een handleiding voor de persoon of personen die u in het levenstestament machtigt om in uw plaats beslissingen te nemen. Als er niets geregeld is, kan de kantonrechter een bewindvoerder, mentor of curator benoemen. Een gang naar de rechter voorkomt u door het opstellen van een levenstestament. Dat is een allesomvattend notarieel document waarin al dit soort wensen worden vastgelegd. Het notarieel vastleggen is niet verplicht, maar wel aan te raden. Onder andere omdat de notaris het document bewaart en het niet kan kwijt raken. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) houdt de leeftijd van de opstellers niet bij, maar notarissen zien dat met name vijftigplussers er belang aan hechten om hun wensen vast te leggen. Denk aan het regelen van zorg, het betalen van de rekeningen en het beheer van een beleggingsportefeuille. In een levenstestament wijst u niet alleen een persoon of instantie aan die voor uw de beslissingen mag nemen, maar legt u ook uw wensen vast. Bijvoorbeeld uw voorkeuren op het gebied van zorg en de financiële afwikkeling daarvan. Wilt u bijvoorbeeld dat de zorgkosten alleen mogen worden betaald uit uw inkomen en inkomsten uit vermogen? Of mag er ook worden ingeteerd op het vermogen? Vaak is het een steun voor de omgeving. Zij weten zeker dat in de gedachte van de opsteller wordt gehandeld. En dat voorkomt discussie bijvoorbeeld tussen kinderen.
Extra kosten
De zorgkosten voor een verpleeghuis of particuliere woonzorg worden vergoed uit de eerder genoemde Wet langdurige zorg (Wlz). U betaalt daarvoor een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage. De grondslag is recent verlaagd, waardoor de bijdrage is gedaald en mensen met vermogen minder snel de maximale eigen bijdrage hoeven te betalen. (zie kader op pagina 24) Voor de combinatie van intensieve zorg en wonen die een verpleeghuis kan bieden betaalt u de hoge bijdrage. Soms is de lage bijdrage van toepassing, bijvoorbeeld als uw partner nog thuis woont. Wonen u en uw partner allebei in een verpleeghuis dan betaalt u eenmalig de hoge bijdrage voor u beiden. In een zorgvilla betaalt u naast de lage bijdrage een vast bedrag per maand voor uw verblijf, eten, activiteiten en extra zorg. Reken op maandelijkse kosten van tussen de € 3.000 en € 5.000 per maand. Vooral de grootte van de woonruimte is hierop van invloed. Een deel van dit bedrag is vaak fiscaal aftrekbaar. Wat u netto betaalt, is daardoor afhankelijk van uw inkomenssituatie. Zorgvilla’s bieden daarnaast de mogelijkheid om extra diensten in te kopen. Denk aan gespecialiseerd vervoer naar familie en hotelappartementen voor bezoekende naasten.
Aantrekkelijk
De keuze tussen een verpleeghuis of zorgvilla is persoonlijk. Kiest u straks voor een zorgvilla dan betaalt u gemiddeld netto ongeveer € 1.500 per maand meer dan in een ‘regulier’ verzorgingshuis. In de praktijk zien Hogerwerf en Denekamp dat een relatief groot deel van klanten kiest voor reguliere zorg in een verpleeghuis. Ondanks dat ze zich, financieel gezien, particuliere woonzorg kunnen veroorloven. Een landelijk beeld, zo laten de cijfers van het Centraal Planbureau zien. Uit de cijfers blijkt dat ongeveer 5 procent van de Nederlandse ouderen in een zorgvilla woont. De redenen zijn divers. ‘Sommige mensen hebben het geld er niet voor over,’ zegt Denekamp. Ook de beschikbaarheid van een zorgvilla, in de eigen woonplaats kan een belemmering zijn, zegt Hogerwerf. ‘Zorgvilla’s vind je vooral in de Randstad. Wie in het zuiden of noorden van het land woont heeft veel minder keuze.’
Kwaliteit van de zorg
Bij de keuze voor een verpleeghuis speelt ook de kwaliteit van de zorg een rol, weet Hogerwerf. Een positieve. ‘Hoewel er jarenlang kritiek was op de kwaliteit van de zorg voor ouderen in verpleeghuizen, lijkt deze in de afgelopen jaren flink verbeterd. Daar is in de afgelopen jaren veel in geïnvesteerd door de overheid. De kwaliteit van de medische zorg is daardoor niet per se meer een reden om voor particuliere zorg te kiezen.’ Het Centraal Planbureau ziet zelfs dat de medische zorg op de locatie in een verpleeghuis soms beter is dan in een particuliere zorginstelling. Door de schaal zijn aan verpleeghuizen vaak diverse specialisten verbonden, waardoor meer complexe zorg kan worden geboden. Vaak is er veel kennis in huis over specifieke ouderdomsaandoeningen die intensieve zorg vergen. Bijvoorbeeld dementie en gewrichtsklachten. Volgens de onderzoekers zijn bewoners die intensieve zorg nodig hebben daardoor meer op hun plek in de reguliere verpleegzorg. Bovendien is de zorg meestal dichtbij, door samenwerking met ouderengeneeskunde in een ziekenhuis in de buurt. Bewoners van particuliere woonzorgcentra zijn voor medische vragen in de eerst instantie vaak aangewezen op de huisarts, omdat zij worden beschouwd als ‘zelfstandig wonend’. Dat komt de behandeling van complexe zorgvragen niet altijd ten goede. Het Centraal Planbureau ziet dat particuliere woonzorgaanbieders daarom steeds vaker afspraken maken met reguliere zorgaanbieders waar de specialismes binnen de ouderenzorg wel aanwezig zijn.
Budgetteren voor de zorg
Niemand kan voorspellen hoe goed of slecht u oud wordt. Daarom is het in de vermogensplanning van belang om met verschillende scenario’s rekening te houden. Zo kunt u inschatten hoe de gewenste zorg binnen uw budget past. Zodat u de regie houdt en in de verschillende levensfases beschikt over voldoende vermogen om aan uw zorgwensen te voldoen. Ook als de zorgkosten stijgen. Die scenario’s bieden bovendien inzicht in het effect van financiële beslissingen nu op de zorgwensen in de toekomst. Denekamp: ‘Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin ouders jaarlijks schenken aan hun volwassen kinderen.’ In de huidige huizenmarkt verstrekken veel ouderen leningen aan kinderen, voor de aankoop van een woning. ‘Iets om over na te denken voor senioren. Het vermogen is er dan wel, maar zit vast in een woning van het kind. In een periode waarin weinig zorg nodig is, vormt dit zelden een probleem.’ Maar op latere leeftijd kan er sprake zijn van een kostenpiek als meer zorg nodig is. Dan moet er wel voldoende vermogen zijn om uw laatste jaren ook in comfort te kunnen slijten’, zegt Hogerwerf. ‘Interen op vermogen is een mogelijkheid, maar niet iedere oudere voelt zich daar prettig bij. Houd een potje achter de hand om een verblijf in een zorgvilla of verzorgingshuis te kunnen blijven betalen. En – voor ouderen die met een partner samenleven – de mogelijkheden voor bijvoorbeeld een partner om ook in een particuliere zorgvilla te blijven wonen.’
Vermogende ouderen betalen minder voor zorg
De eigen bijdrage die ouderen moeten betalen aan de zorg is onderwerp van discussie. Sinds de invoering van de voorloper van de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt de hoogte van de bijdrage gebaseerd op uw inkomen en vermogen. Die kritiek richt zich vooral op dat laatste. Wie vermogen heeft, wordt geacht daar inkomen uit te halen. Door sparen of beleggen. Of dit inkomen ook daadwerkelijk wordt behaald doet er niet toe. Maar de huidige lage spaarrente maakt het in de praktijk lastig voor spaarders om een dergelijk rendement te behalen. Zeker als er wel vermogen, maar slechts een beperkt inkomen is.
Uit vrees om op het vermogen in te moeten teren, besloten sommige ouderen te schenken, bepalingen in het testament op te nemen of het vermogen onder te brengen in fiscale structuren. Afgezien van de morele overwegingen is het de vraag of zij zichzelf daarmee niet tekort doen in een levensfase waarin geld voor goede zorg bijdraagt aan het welbevinden. Begin dit jaar kwam het kabinet met maatregelen om de lasten te beperken. In de berekening van de eigen bijdrage voor de Wlz wordt nu met 4 procent extra inkomen uit het vermogen rekening gehouden. Dit was 8 procent. De overheid stelt de eigen bijdrage vast op basis van uw verzamelinkomen van twee jaar eerder plus 4 procent van het belastbaar vermogen in box 3. Hierdoor verandert de verhouding tussen de eigen bijdrage en het vermogen. U betaalt pas bij een hoger vermogen de maximale eigen bijdrage. Een oudere zonder aanvullend pensioen met vermogen betaalt daardoor de maximale hoge eigen bijdrage (€ 28.378) bij een vermogen van ongeveer € 400.000. In 2018 was dat nog € 250.000.