Direct naar content
6 min. leestijd
  • Auteur

Al meer dan 20 jaar staat het echtpaar De Wolf- Extercatte aan het roer van het oer-Twentse bedrijf Deltex. De dekbeddenfabrikant is bekend van merken als Cinderella en Sanidor. Feit is dat ze één van de grootste spelers zijn in de Nederlandse markt als producent van dekbedden en hoofdkussens. En misschien zelfs de oudste. Erick de Wolf: ‘We hebben de zaak overgenomen op voorwaarde dat we het écht samen zouden gaan doen.’

Het lag niet in lijn der verwachting dat Monique (1966) het bedrijf van haar vader zou overnemen. De Extercatte-familie was nogal behoudend; de zoon van het gezin was voorbestemd om het stokje over te nemen. Maar toen Monique’s vader Engelbert plotseling overleed, was de broer van Monique op dat moment te jong om Deltex over te nemen. Monique en haar echtgenoot Erick hadden wel interesse: Monique voelde dat ze er klaar voor was om haar vaders’ levenswerk voort te zetten en Erick (1964) had altijd al de ambitie om zelf te ondernemen. Na vele gesprekken besloot het stel Deltex volledig over te nemen, maar wel op voorwaarde dat ze het écht samen zouden gaan doen.

Onder hun bezielende leiding produceert Deltex nu dekbedden en hoofdkussens voor topmerken als Cinderella, Walra, Essenza en vele andere bekende merken en private labels. Behalve de consumentenmarkt (70 procent van de omzet), maakt Deltex ook medisch bedtextiel voor zorginstellingen. Daarnaast leveren ze aan hotels, vakantieparken en asielzoekerscentra.

Juiste moment

Monique en Erick leerden elkaar kennen tijdens hun studietijd in Rotterdam. ‘We kwamen elkaar tegen in de studentendiscotheek Bikini. Inmiddels zijn we 32 jaar samen. Vanuit Rotterdam zijn we, via Engeland en Polen, weer terug naar Twente verhuisd.’ Monique: ‘Ze zeggen weleens: aan Twentenaren zit een elastiekje, dat je heel lang kunt uitrekken. Maar ze komen bijna altijd weer terug.’ Tussen de studie en het bedrijf in, hebben zowel Erick als Monique voor grote multinationals gewerkt in binnen- en buitenland. Ze hadden ruime ervaring inhet zakenleven opgedaan; het overnemen van het familiebedrijf kwam op het juiste moment op hun pad.

Monique: ‘Wij vormen momenteel met z’n tweeën de familie in het bedrijf. Onze twee zonen doen de middelbare school, die zijn nog te jong om zich er tegenaan te bemoeien. Wel zien ze van dichtbij hoe intensief het runnen van een familiebedrijf is. Er is weinig afstand, je bent er voortdurend mee bezig. Natuurlijk komt het bedrijf wel eens ter sprake aan de keukentafel, maar het is niet de bedoeling dat ze zich straks verplicht gaan voelen om het bedrijf van ons over te nemen. Zoiets moet uit je hart komen. Je moet er echt met ziel en zaligheid instappen, anders red je het niet.’ Erick vult aan: ‘Dat je familie bent, is naar ons idee niet voldoende om een bedrijf over te nemen. Willen en kunnen zijn ook twee zeer belangrijke voorwaarden om een bedrijf voort te kunnen zetten. Vervolgens dient het ook nog te passen in die fase van je leven als de kans zich voor doet.’

Wat is een cruciaal moment geweest in jullie geschiedenis?

Erick: ‘Er zijn in de loop der jaren een aantal cruciale momenten geweest. Zo hebben we een aanbesteding gewonnen bij het Ministerie van Defensie, en leverden we twintig jaar lang al het bedtextiel en matrassen aan kazernes en marineschepen. Een ander belangrijk moment voor het bedrijf was de overstap van eennaaldmachines naar multinaaldmachines. Deze beslissing is nog genomen door Monique’s vader en zijn broer, de oprichters van Deltex. Hiermee werd het mogelijk om grotere producties te draaien. Dat was een flinke investering, maar op die beslissing draaien we nu nog steeds.’

En jullie zijn zaken gaan doen in Azië?

Erick: ‘Begin 2000 was het gebruikelijk om de productie naar Azië te verplaatsen, maar we besloten de productie in Delden te houden. Wel zochten we enkele partnerships op in China. Dat we in eigen huis produceren en tegelijkertijd een beroep kunnen doen op onze partners in China, maakt ons flexibel.’

Monique: ‘De coronacrisis brengt veel productie terug naar Nederland. Over cruciale momenten gesproken: in maart overviel de crisis ons ook. Veel van onze medewerkers zijn hard door blijven werken, maar een deel moest door verkoudheidsklachten thuis blijven. We moesten echt bijna de productie stoppen. April, mei waren akelig stil. Maar ineens kwam het goed. De orders kwamen weer binnen. Ik kreeg steeds meer het gevoel van: we gaan het redden! Het was ook iets psychisch: ik wilde door blijven produceren want als je het bedrijf stil laat vallen dan doet het iets met de mensen, het doet wat met hun vertrouwen. Doordat we met z’n allen heel hard door zijn blijven werken en iedereen daardoor betrokken is gebleven, konden we door deze lastige periode heenkomen.’

Erick: ‘In juni en juli hadden we de drukste zomermaanden ooit. We draaiden zelfs dubbele shifts. In deze periode begonnen we ook met het bouwen van onze webshop. Dat lag in lijn met onze strategie, maar hebben het ietsje naar voren gehaald. Doordat mensen meer thuis zijn, investeren ze meer in hun interieur. En shoppen doen ze online.’

Grondleggers Engelbert en zijn broer Hennie maakten de eerste Deltex-dekentjes met slechts één naaimachine in een voormalige kippenschuur. Bijna 60 jaar later, is het bedrijf uitgegroeid tot een modern productiebedrijf. In de fabriek werken 45 medewerkers in vaste dienst. ‘Heel veel mensen vragen zich af of dekbedden nog in Nederland worden gemaakt, bij ons is dat zo. Maar er zijn inderdaad nog maar weinig bedrijven die dat doen, wij zijn misschien wel het oudste beddengoedbedrijf van het land.’

Wat typeert jullie familie?

Monique: ‘Wij zijn doorzetters. Geloof je erin, dan ga je ervoor. Ik zag de Chinese partnerships in het begin als een bedreiging. Gaat het wel samen met onze productie hier? Maar Erick had na veel wikken en wegen bedacht dat we dit echt moesten gaan doen, en dan gaan we ervoor. Op andere momenten ben ik daar weer doorslaggevend in. Als ik ergens geen goed gevoel bij heb, en ik blijf dat voelen, dan gaat de deal niet door.

Erick: ‘Ergens in 2004 konden wij een matrassenfabrikant in Duitsland overnemen, maar Monique hield het gevoel dat het geen goede keuze zou zijn. We zijn alsnog gaan kijken bij het bedrijf, maar hebben het niet gekocht. Monique had tot in haar vezels gelijk: het bedrijf was te ouderwets. Waar ik eerder vaar op rationaliteit, heeft Monique vaak een goede intuïtie. Wij vullen elkaar daarin goed aan.’

Monique: ‘Ik vind het soms wel lastig, hoor. Want met “het voelt niet goed” heb je niet echt een onderbouwing. Dat is best lastig uitleggen aan Erick, die meer bewijs nodig heeft.’

Jullie leiden het bedrijf nu al dik 20 jaar. Met succes. Wat doen jullie anders dan de vorige generatie?

Erick: ‘Wij zijn van productiegericht naar marketinggedreven gegaan. We werken met merken en merkconcepten. Voorheen was het: dit is wat we maken, en dat bieden we aan in de markt. Wij kijken waar behoefte aan is, of we ontwikkelen een product waarvan wij denken dat de markt daar behoefte aan heeft. Verder proberen we onze mensen echt zelfstandig te laten functioneren. We vragen van medewerkers ondernemerschap. Of je businesscontroller of magazijnwerker bent, we zien graag dat je met ons meedenkt.’ Monique: ‘We nemen mensen aan die in hun vakgebied vaak beter zijn dan wij. De vorige generatie vond het spannend om de controle uit handen te geven. Maar wil je groeien als bedrijf, dan moet je meer overlaten aan je mensen, en ze ook de verantwoordelijkheid daarvoor geven. Ik geef toe, dat vind ik soms best lastig.’

Wat staat er bij jullie op de eerste plaats? De familie of het bedrijf?

Erick resoluut: ‘Het voortbestaan van het bedrijf komt op de eerst plaats. Als de familie niet meer bij het bedrijf past of andersom dan moet het bedrijf verder kunnen.’ Monique aarzelend: ‘Ik weet niet of je dat zo kunt stellen. Je brengt wel veel offers voor het bedrijf, dat klopt. De knop uitzetten wordt steeds lastiger naarmate je dit werk langer doet. Keuzes maken, strategieën bepalen. Dat stopt niet bij de voordeur. Maar als we met de jongens aan tafel zitten, dan gaan de telefoons weg. We eten ook bijna elke avond samen, dat vinden we belangrijk.’

Erick: ‘Het is eerder zo dat de jongens zeggen: “we vinden het niet erg hoor, om het over het over Deltex te hebben.” Wij vragen ze ook wel eens om hun mening bij een complex probleem. En dan komen ze ook nog opvallend vaak met goede inzichten. Dan denk ik: dat zit toch in hun DNA.’

1964

Oprichting Deltex door Engelbert en Hennie Extercatte

1990

Overstap naar multinaaldproductie

1997

Overname bedrijf door Monique en Erick

2003

Chinese partnerships opgestart

2014

Aanschaf kussen productielijn

2018

Uitbreiding productie in Delden en bouw nieuwe hal

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.