Direct naar content
5 min. leestijd
  • Auteur

Geld geven aan een goed doel is voor de meeste Nederlanders heel gewoon. Maar in het bestuur zitten van een charitatieve organisatie is andere koek. Wie zijn de mensen die hun leven wijden aan het helpen van anderen? Een serie interviews met bevlogen bestuurders van goede doelen. Deze keer: Monique Dolfing-Vogelenzang, Directeur bij PharmAccess Group.

Monique Dolfing-VogelenzangNaam: Monique Dolfing-Vogelenzang
Leeftijd: 53 jaar
Opleiding: Rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden, afgestudeerd in 1988, daarvoor 1 jaar geneeskunde aan Rijksuniversiteit Leiden.
Eerste baan: Accountmanager bij Olivetti Nederland B.V.
Vorige baan: Corporate Account Director bij Getronics Nederland N.V.
Persoonlijk: Monique Dolfing is getrouwd en heeft drie kinderen.

PharmAccess heeft een vernieuwende aanpak om de toegang tot goede en betaalbare zorg voor mensen in Afrika te verbeteren.

1. Waarom zet u zich juist voor dit doel in?

‘In ontwikkelingslanden wordt de ongelijkheid tussen mensen erg zichtbaar als je naar gezondheid en toegang tot zorg kijkt: hoe armer je bent, hoe meer je op jezelf bent aangewezen. Vergelijk dat eens met Nederland! Hier hebben we het goed voor elkaar met een op solidariteit gebaseerd verzekeringssysteem. In veel Afrikaanse landen zijn verreweg de meeste mensen niet verzekerd. Ze betalen de kosten voor gezondheidszorg uit eigen zak.’

‘De bereidheid en mogelijkheid om vooruit te betalen voor zorg is laag, omdat de kwaliteit van de zorg te wensen overlaat en er onvoldoende vertrouwen is in het systeem. Wij werken daarom via ons leningenfonds Medical Credit Fund met Afrikaanse banken aan het verbeteren van toegang tot financiering zodat artsen geld hebben om te investeren in het verbeteren van de kwaliteit. Daarnaast proberen we structuren op te zetten waarbij mensen bereid worden om vooruit te betalen en met elkaar risico’s delen. Zo worden de risico’s voor alle partijen in de zorg verkleind. Dat vind ik mooi werk, samen met een groep mensen die in hetzelfde geloven.’

2. Wat is voor u als bestuurder uw grootste uitdaging?

‘Toen ik overstapte van het bedrijfsleven naar een goed doel, heb ik de complexiteit van dit werk onderschat; het bleek moeilijker dan ik dacht. Want hoe houd je jezelf scherp zonder feedback uit de markt? Bij Olivetti en Getronics leverden we werk in opdracht van klanten, die ons daarvoor betaalden. In deze sector werk je met donaties en subsidies. En in landen met grote en complexe uitdagingen. Je zit dus met heel andere en verschillende stakeholders aan tafel. Je besteedt geld voor of namens iemand anders. En met elkaar probeer je te bepalen wat goed is voor anderen. Dat was wel even wennen!’

‘Daarnaast probeer je bij het uitvoeren van de projecten in Afrikaanse landen behoorlijk wat partners op één lijn te brengen, zowel publiek als privaat:  verzekeraars, banken, telecombedrijven, artsen, overheden, collega NGO’s. Je begint aan iets nieuws, een innovatie waarbij je pioniert, maar hoe krijg je iedereen mee? Dat is een behoorlijke uitdaging.’

3. Wat is uw belangrijkste karaktertrek?

‘Ik zeg altijd: ik heb geen discipline maar wel wilskracht. Als ik geloof in wat ik doe, ben ik vasthoudend en gedreven. En dat is hier ook nodig. De setting verandert altijd en je moet vaak opnieuw beginnen omdat het ergens spaak loopt. Dan moet je jezelf weer motiveren om verder te gaan. Wat ook wel helpt, is dat ik een redelijk hoog energieniveau heb. Dat had ik vroeger niet zo in de gaten, maar ik merk nu dat het me helpt om door te gaan.’

4. Wie is uw grote voorbeeld?

‘Eigenlijk heb ik dat niet. Door de tijd heen raak ik geïnspireerd door heel verschillende mensen, door wat zij doen of hoe ze in het leven staan. Natuurlijk is onze oprichter Joep Lange een grote inspirator. Hij zette 20 jaar geleden, tegen de stroom in, de behandeling van Hiv/Aids in Afrika op de kaart. Zijn motto was, als bedrijven zoals Coca-Cola hun distributie tot in de haarvaten van het Afrikaanse continent op orde hebben, waarom dan niet voor hiv-medicatie? In Europa kregen volwassenen dure medicijnen, terwijl in Afrika baby’s met Hiv werden geboren en overleden.’

‘Hij ging in zijn missie om dit aan de kaak te stellen door roeien en ruiten. En om een recenter voorbeeld te noemen, denk ik aan Angela Merkel. Ik vind het ongelooflijk, die vastbeslotenheid van haar om de Syrische vluchtelingen te helpen. Ze wist dat ze zich niet populair maakte met zo’n beslissing. Maar ze vond gewoon dat dit het goede was om te doen. En het mooie is: ze is ermee weggekomen!’

5. Wat is uw levensmotto?

‘It’s not who you are, but what you do that defines you. Je wordt geboren in een land en op een plek waar je niks over te zeggen hebt, maar wat jij ermee doet, bepaalt wie je uiteindelijk bent. Ik voel een enorme verantwoordelijkheid om iets bij te dragen, maar hoe doe je dat op een goede manier? Natuurlijk zeg ik dit vanuit een situatie waarin ik veel te kiezen heb; dat is voor veel mensen wel anders. Maar dat maakt mijn verantwoordelijkheid alleen maar groter.’

6. Wat is het grootste succes bij deze organisatie dat u tot nu toe heeft meegemaakt?

‘Mag ik twee dingen noemen? Ten eerste: de G20-prijs die we hebben gewonnen met het Medical Credit Fund. Die werd uitgereikt in Seoul door president Obama en leverde ons zoveel publiciteit op dat het daarna gemakkelijker werd om het idee op te schalen. Inmiddels is het een fonds van 45 miljoen dollar, dat 1.600 leningen heeft verstrekt aan artsen in diverse Afrikaanse landen met een terugbetalingspercentage van 97%.’

‘En dan het tweede: daar zit ik nu middenin. In Afrika heeft bijna iedereen een mobiele telefoon. In Kenia hebben ze zelfs een betalingssysteem via de mobiele telefoon waar 90% van Kenianen gebruik van maken. Samen met het grootste telecombedrijf van Kenia en een Keniaanse start-up hebben we M-TIBA ontwikkeld: een digitaal zorgplatform waarop we mensen via de mobiele telefoon bereiken met de mogelijkheid om te sparen, tegoeden te ontvangen en te betalen voor zorg. In Kenia hebben zich nu al 800.000 mensen geregistreerd en zijn er meer dan 400 klinieken op het platform aangesloten. Doordat het digitaal is kan het tegen lagere kosten en transparant. Die mensen hebben er dus vertrouwen in dat ze de zorg gaan krijgen waar ze recht op hebben.’

‘Dit platform heeft heel veel potentie, ook in andere Afrikaanse landen. Ik denk dat het gebruik van nieuwe technologieën in het algemeen alles in een stroomversnelling kan brengen, en vooral in Afrika de positie van veel mensen enorm kan verbeteren. Zo hebben we in Nederland een digitaal platform gebouwd, HealthConnect. Hierdoor kunnen mensen persoonlijk en direct bijdragen aan de zorgportemonnee van een arm gezin in Kenia. Dankzij dit peer-to-peer platform hebben we nu een manier van geven geïntroduceerd zoals het altijd al bedoeld was; transparant en zonder tussenkomst van derden. De eerste campagnes waarmee we 2000 gezinnen hopen te steunen met een jaar lang toegang tot basis gezondheidszorg lopen op dit moment op diverse social mediakanalen met: jij.doetmee.org.

7. Wanneer zit uw taak erop?

‘Dat heb ik al een paar keer gedacht, maar dan komt er steeds weer een nieuwe uitdaging! Toch denk ik dat je je op een gegeven moment moet afvragen of er niet iemand anders is die beter past bij de fase waarin het bedrijf of de organisatie zich bevindt. Ik werk toe naar een punt waarop ik mezelf overbodig maak. Dan kan iemand anders de volgende fase op zich nemen.’

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.