Mensen worden steeds ouder en de zorg steeds complexer. Niet voor niks is het aantal particuliere zorghuizen in Nederland de afgelopen tien jaar verdubbeld. Hoe ziet het ideale zorghuis eruit als geld van onderschikt belang is? Drie bestuurders buigen zich dagelijks over deze vraag.
Wie: Huub Deterd (48)
Wat: Directeur Domus Magnus (395 bewoners verdeeld over 15 vestigingen)
‘Dit is de mooiste en moeilijkste baan tegelijkertijd’
‘Mijn vrouw vraagt mij wel eens: ‘Hoe zullen wij later oud worden?’. Niemand weet het. Het kan alle kanten opgaan, dat zie ik elke dag. Zorgen maak ik mij eigenlijk nooit. Ik weet wel: oud worden is mooi en moeilijk tegelijk. Je wereld wordt kleiner, iedereen kent verlies, maar leeftijd brengt ook veel ervaring en wijsheid met zich mee. Laatst zag ik een echtpaar tevreden tegenover elkaar zitten. Na zestig jaar huwelijk vertelden ze dat hun liefde het meest kostbare in het leven is geweest.’
‘Als zelfstandig wonen niet meer mogelijk is, zijn er tegenwoordig gelukkig alternatieven en keuzes te maken. Sommige van onze bewoners besluiten heel bewust zelf te verhuizen. Zij willen of kunnen bijvoorbeeld geen beroep doen op familie of vrienden. Soms gaat het thuis echt niet meer. Iedereen die zijn laatste levensfase op een mooie plek met goede zorg en aandacht wil doorbrengen met gelijkgestemden kan bij ons terecht.’
‘Mensen worden ouder en hebben steeds complexere zorg nodig, toch blijven ze ook steeds langer thuis wonen. In de thuissituatie kan daar op een gegeven moment niet meer aan worden voldaan. Het gaat ook bij ons inmiddels niet meer om de beste faciliteiten en mooiste locaties, maar ook over intensieve ouderenzorg met een hoge kwaliteit. Ouderengeneeskunde is niet voor niks een specialisme. Sinds dit jaar heeft Domus Magnus een eigen behandelteam met gespecialiseerde artsen en psychologen en bouwen we hard aan het uitbreiden van onze kennis en kunde. Daarmee zijn wij opnieuw voorloper in de markt.’
‘Ik zeg altijd: ‘Dit is de mooiste, maar ook de moeilijkste baan uit mijn carrière’. Het is bijzonder om iets te doen dat maatschappelijk relevant is. Maar het is soms ook complex om te voldoen aan de diverse verwachtingen. Het is niet altijd makkelijk om te zien waar iemand blij of onrustig van wordt. Hoe verdrietig het ook is, soms weten bewoners dat zelf ook niet. Met deze kwetsbaarheid moet je heel voorzichtig omgaan. Dan gaat het echt om het herkennen van de kleine verzoeken of voorkeuren. Een glimlach of blijk van herkenning is de mooiste beloning waar wij iedere dag opnieuw ons uiterste best voor doen.’