Direct naar content
  • Auteur

‘Filantropie moet in ieder politiek programma van elke partij’

Fondsen in Nederland maakt zicht sterk voor de belangen van haar leden. Dat zijn er maar liefst 350. Die belangen zijn toch ietwat anders geworden door de coronacrisis, vertelt directeur Siep Wijsenbeek. In Van missie naar Impact, een podcast van ABN AMRO MeesPierson Instituten en Charitas, stellen wij 7 vragen aan hem over het wat, waarom en hoe van de missie van FIN.

Beluister het gesprek hieronder. Wilt u geen aflevering missen, ga dan naar uw favoriete podcast player om u te abonneren: Apple | Spotify | Google Podcasts | Pocket Casts

Op jullie website openen jullie met: “De continuïteit van filantropie, juist nu in crisistijd.” Wat betekent deze coronacrisis voor jullie als brancheorganisatie?

‘Dat betekent dat we een belangrijke rol hebben in het faciliteren van samenwerking bij onze leden. Samenwerking is heel erg nodig in deze tijd. Toen de crisis uitbrak, vroegen wij ons af hoe we ervoor konden zorgen dat alle inspanningen die onze leden doen, extra sterk met elkaar gedaan worden. Elk fonds vroeg zichzelf ook af hoe zij hun partners door de crisis heen konden helpen, en wat de crisis betekende voor de kernthema’s waar zij mee bezig zijn. Dat vraagt om intensieve samenwerking. Ook omdat er een aantal urgente zaken aan de hand waren, die gemeenschappelijke fondsen nodig hadden. Een voorbeeld hiervan is noodhulp in het Caribische deel van het koninkrijk. Of organisaties die aan de bak moesten zoals de Voedselbank, organisaties die ouders en kinderen in kwetsbare situaties helpen. Daar was veel extra werk, en dan heb je als branchevereniging de taak om die samenwerking te versterken.’

Wanneer kwam dit initiatief op gang? Direct tijdens de begindagen van de lockdown?

‘In de eerste weken van de crisis zijn wij met een aantal leden bij elkaar gekomen, met de vraag hoe we elkaar konden helpen. We hebben toen een werkgroep opgericht, bestaande uit een aantal leden van fondsen die lid zijn bij de FIN. Als eerst hebben we gekeken naar welke noodhulpaanvragen wij op de website konden zetten, en daar extra publiciteit aan konden geven. Wij doen dat nog steeds. Je ziet dat het thema nu verschuift van de eerste urgente hulp, naar de langere termijn gevolgen van deze crisis op de thema’s waar onze leden zich mee bezig houden.’

Langere termijn gevolgen zeg je. Waar maak je je het meeste zorgen om?

‘Ik maak mij het meest zorgen, en met mij een heleboel mensen, om de groepen die al kwetsbaar waren. Dat zijn mensen die in de flexibele arbeidsschil zitten, al werkloos waren, of al afstand tot de arbeidsmarkt hadden. Ook kinderen in kwetsbare thuissituaties. Het is vreselijk om te zien dat een crisis die ons allemaal raakt, juist mensen die al kwetsbaar zijn nog harder raken. Dat zijn juist de mensen waar onze leden zich om bekommeren. Als je nu kijkt naar wat er aan de hand is, dan is heel veel werk van wat onze leden hebben gedaan, te niet gedaan. We moeten echt hard aan de bak de komende tijd, en dat beseft iedereen zich heel goed.’

[Fondsen in Nederland is de branchevereniging van fondsen en foundations in de filantropie. De vereniging behartigt de belangen van haar leden, is het platform voor onderlinge kennisuitwisseling en stimuleert kwaliteit en effectiviteit in de sector. Bovendien maken zij zich actief sterk bij de overheid en politiek en zetten zich in om filantropie in het algemeen en de rol van fondsen en foundations in het bijzonder onder de aandacht te brengen.]

De urgentie voor het bestaansrecht van jullie leden, die is er nu ook nóg meer dan voorheen?

‘Dat geldt voor alle terreinen. We hebben ook leden die zich specifiek bezig houden met cultuur zoals theater, musea of het behoud van cultureel erfgoed. Ook daar zie je dat de crisis een enorme invloed heeft. Als je kijkt naar de huidige situatie, hoe kun je ervoor zorgen dat het theater er over tien jaar nog staat? En dat de gezelschappen die daarin spelen ook nog bestaan? Onze 350 leden, houden zich allemaal met verschillende aspecten van filantropie bezig. Dat varieert van internationale samenwerking, natuur tot cultuur. Het speelveld is veranderd voor al die thema’s. Ook dan is het belangrijk om met elkaar samen te komen en zich af te vragen hoe we dit samen kunnen aanpakken. De problematiek is te groot om dingen zelf te gaan doen.’

Een goed doel heeft een missie, waarbij wij ons allemaal wat bij kunnen voorstellen. Jullie zijn er natuurlijk vooral voor jullie leden. Wat is jullie missie dan?

‘Onze missie is tweedelig. Het eerste deel is belangenbehartiging. Al onze leden kenmerken zich door middel van particulier initiatief. Dit houdt in dat er een aantal mensen zijn die zich willen inzetten voor bepaalde doelen, en daar vermogens voor bij een zijn gebracht, soms al heel lang geleden. Die vermogens worden ingezet voor dit goede doel. Of soms winsten van bedrijven, bij bedrijfsfondsen. Het gaat om het particuliere initiatief en particuliere financiering. Daar moet ruimte voor zijn. Wij zorgen bij de overheid voor de ruimte voor dit particuliere initiatief. Wij praten met het Ministerie van Financiën, het ANBI team van de belastingdienst en met het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dat gebeurt allemaal om ervoor te zorgen dat het particuliere initiatief goed kan functioneren, en dat de regels die daar zijn helpen om bijvoorbeeld giften te faciliteren, zoals de ANBI aftrek. Maar ook om ervoor te zorgen dat de sector schoon blijft, dat er geen misbruik gemaakt wordt van de regels rondom filantropie. Onze belangrijke missie is dus belangenbehartiging voor onze leden en de sector, en de andere belangrijke missie is samenwerking. We zorgen voor samenwerking en uitwisseling van kennis en kunde van onze leden. We hebben ook een FIN Code Goed Bestuur. Die gaat over ‘good-governance’. Hoe zorg je ervoor dat je fonds goed ingericht is en het bestuur goed kan functioneren, en dus een effectieve organisatie hebt. Bij de kennis en kunde uitwisseling zijn al onze 350 leden bij betrokken.’

[Voor brancheorganisatie geldt voornamelijk 1 ding: belangenbehartiging van alle leden. Dat zijn in het geval van FIN maar liefst 350 leden. De impact van de brancheorganisatie zit dan ook niet in harde cijfers maar in het uitvoeren van een brugfunctie tussen de FIN-leden en alle maatschappelijke belanghebbenden.]

Het belang van filantropie op de kaart zetten, dat is het eigenlijk. Dat gebeurt ook met een lobby richting de overheden, richting politiek. Is dat nu complexer geworden?

‘Dat is complexer geworden. Je ontmoet en spreekt elkaar veel, en dan helpt het ook dat er wandelgangen zijn. We zijn belangenbehartigers, dus we hebben een lobby nodig. In de wandelgangen kom je mensen tegen, en dat helpt enorm. Ook omdat je het gesprek achter het gesprek goed hoort. Je weet wat er aan de hand is, en zeker bij de politiek. Zoom en Skype hebben geen wandelgangen, daar kun je lastig het gesprek achter het gesprek horen. Maar goed, het lukt wel. We hebben heel veel contact, misschien nog wel meer dan voorheen, door Zoom en de telefoon. Af en toe is het wel een gemis dat je elkaar niet ziet. Of om elkaar in de ogen te kijken.’

Nu komen er verkiezingen aan. Is dat een extra drukke periode voor jullie, normaal gesproken?

‘Absoluut. We hebben als doel gesteld om filantropie in ieder politiek programma van elke partij te krijgen. We benaderen deze politieke partijen en de verkiezingsprogramma commissies. We hebben een uitgewerkt manifest, over het belang van filantropie, de essentie hiervan voor de samenleving en wat wij van de politiek vragen in de verkiezingsprogramma’s. Dat is een flink traject dat via de verschillende partijen gaat. Bijna iedereen is wel betrokken bij goede doelen. We hebben een enorme achterban waarin ook personen zitten die ingangen hebben bij politieke partijen, die gebruiken wij logischer wijze ook. Om daar filantropie op de kaart te zetten. Met Zoom en Skype is ook dat een lastiger traject dan normaal gesproken. Het is anders dan normaal, maar we proberen het. En tot nu toe gaat het goed ook omdat je ziet dat veel partijen, zeker nu in crisissituatie, zien hoe belangrijk filantropie is.’

Hoe meten jullie welke impact jullie maken?

‘Dan zou je het moeten hebben over impact die de hele filantropie maakt, en dat wordt best ingewikkeld. Er zijn een aantal doelen die heel makkelijk meetbaar zijn zoals scholing, bestrijding van armoede en schoon drinkwater. Als je als fonds zo een doelstelling hebt, kun je best goed aantonen hoe effectief je bent. Dat geldt voor heel veel verschillende thema’s. De Verenigde Naties, hebben ons daar een mooi hulpmiddel voor gegeven, de Sustainable Development Goals. Dat zijn 17 verschillende thema’s, waaraan ook een meet methodiek hangt. Veel fondsen maken daar gebruik van, en het is een verplichting die landen zichzelf hebben opgelegd, om op basis van die SDG’s te laten zien hoe effectief zij zijn. Dat is een hulpmiddel. Het is heel lastig om al die opgetelde effecten bij elkaar te brengen en te zeggen dat dit het effect van de filantropie is op de Nederlandse samenleving. Dat is natuurlijk wel iets wat je aan de politiek wilt laten zien.’

Welk voorbeeld geef jij dan altijd als mensen hiernaar vragen?

‘Een van de voorbeelden, zijn de Panama Papers. Vanuit een onderzoeksjournalistiek platform, is ontdekt dat een heleboel mensen en bedrijven geld weg sluisden en verstopten voor de belasting. Dat wisten we al, maar je moet ook het bewijs hebben. Dit is het bewijs dat mensen willens en wetens, zich onder de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid uittrokken en belastingen ontdoken. Zonder filantropie, was dat nooit aan het licht gekomen. Onderzoeksjournalistiek kan commercieel namelijk helemaal niet uit, dat is veel te duur. Filantropie doet dat omdat zij het belangrijk vindt dat we een open samenleving hebben. Een belangrijk element daarvan, is onderzoekjournalistiek. Het onderzoeksjournalistiek platform dat de Panama Papers heeft ontdekt en gepubliceerd, is gefinancierd door filantropie. Het effect daarvan was mega, het ging namelijk niet alleen om directe belastingopbrengsten die zijn vermeerderd. Het gaat ook over de vraag hoe we met elkaar om gaan, hoe onze samenleving in elkaar zit, wat verantwoordelijkheid is en hoe we die met elkaar nemen. Probeer dat maar eens te meten, we weten dat het een waanzinnig effect is.’

Dankzij filantropie, is dat wel mogelijk gemaakt. Dat is wat je zegt?

‘Zeker. Ik denk dat als je zo kijkt, dat filantropie de democratie versterkt door te zorgen voor onderzoeksjournalistiek. Maar ook op andere elementen zoals burgerschap, met initiatieven, spreekbuizen en lessen over democratie. Al die dingen tellen bij elkaar op tot een veel stevigere democratie. Het is niet in geld uit te drukken, maar wel in een belangrijk positief effect.’

[In 2018 is Siep Wijsenbeek aangesteld als directeur van Fondsen in Nederland. Daarvoor heeft hij onder andere gewerkt als onderzoeker bij het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy en als directeur van het Leids Universiteits Fonds. Hij heeft rechten gestudeerd in Leiden en werkte daarna bijna twintig jaar als bankier. Na de postdoctorale opleiding Philanthropic Studies aan de VU is hij overgestapt van de financiële- naar de charitatieve sector.]

Siep, jij bent oud bankier en hebt de overstap gemaakt naar de charitatieve sector. Is er iets wat je hebt meegemaakt tijdens je werk voor de organisatie waar je een brok van in je keel kreeg van ontroering, trots of boosheid?

‘De reden dat ik ben overgestapt is dat ik al maatschappelijk bezig was toen ik bij de bank werkte, en had al een aantal klanten in deze sector. Het raakte me om de glimmende ogen te zien van de mensen die bezig zijn met de maatschappelijke doelstellingen. Of het nou gaat om de natuur, tot internationale samenwerkingen, het is ontzettend inspirerend om te zien hoe mensen voor een doel gaan. Als bankier kon ik daar een beetje bij helpen door de klanten te bedienen, maar het leek mij veel leuker om in de sector zelf te gaan werken en na een opleiding aan de VU, heb ik die overstap gemaakt. Als je krachten ziet die filantropie heeft, met als voorbeeld in de coronatijd, noodhulp die wordt geboden aan de Caribische eilanden, de samenwerking met de Nederlandse overheid en de overheid daar, daar krijg ik een brok in mijn keel van. We zijn met dingen bezig die er echt toe doen, mensen die anders heel simpel geen eten hebben. Om hen te kunnen helpen met een gemeenschappelijk initiatief, dat is fantastisch. Daar kan geen werk van een bankier tegenop, om eerlijk te zeggen. Dat is ook heel leuk, maar wel een ander verhaal. Het heeft impact en het is nuttig, en dat geldt natuurlijk ook voor de leden van de FIN. Die hebben vermogens die worden ingezet voor het goede doel, dus die vermogens moeten wel goed renderen, netjes en duurzaam belegd worden. Niet in dingen die het goede werk weer teniet doen. Dat is waanzinnig belangrijk en impactvol. Ik denk echt dat daar belangrijk werk in wordt verricht. De verduurzaming van de banken die zet door en wordt serieus genomen. Dat is wel echt heel gaaf om te zien.’

Siep, ik wil je heel erg hartelijk bedanken voor je tijd en ik wens jou én Fondsen In Nederland heel veel succes toe. Toch nog stiekem een laatste vraag, wanneer is voor jullie 2020 toch nog geslaagd?

‘Ik denk dat in heel veel opzichten 2020 geslaagd is. Als je ziet hoe er wordt samengewerkt, tussen de goede doelen, andere organisaties, en de overheid. Als je ziet wat voor veerkracht de maatschappij (leraren, de gezondheidszorg, ons allemaal) heeft om om te gaan met zo’n crisis, dan ben ik heel erg optimistisch over de toekomst. Dan denk ik dat de problemen die op ons af komen en groter zijn dan wij met zijn allen hopen, dat we die ook aankunnen, dankzij elkaar. Je ziet dat er dingen al gebeurden, en worden versneld zoals circulaire economie, duurzame energie. Dat zijn allemaal dingen waar we echt anders over nadenken. Dit is een gouden kans wat dat betreft. Dus inderdaad, “Never waste a good crisis.”’

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.