Direct naar content
3 min. leestijd
  • Auteur

In januari publiceren we een aantal artikelen die afgelopen jaar in ons magazine zijn verschenen. Omdat we vinden dat ze meer dan de moeite waard zijn om te lezen en het jammer zou zijn als u het artikel eerder hebt gemist. Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in Financial Focus #3 2018.

Tijdens de klimaattop in Parijs in 2015 spraken meer dan 190 landen met elkaar af dat de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden moet komen; het streven is 1,5 graad. Ook moet de uitstoot van broeikasgassen naar beneden. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Het energiesysteem zal flink op de schop moeten; er is een energietransitie nodig.

Nú aan de slag

Het jaar 2050 lijkt nog een eind weg, maar de beslissingen van nu over nieuwe installaties of nieuwe infrastructuur hebben effect op hoe het systeem er over 35 jaar uit ziet. Die periode is immers korter dan de technische levensduur van vele investeringen. Er moet dus goed nagedacht worden over de prioriteiten die gesteld worden. Ook hier geldt dat ieder voordeel zijn nadeel heeft. Zo vindt niet iedereen het mooi om een windmolen in zijn achtertuin te hebben staan en kunnen windmolens ook geluidsoverlast opleveren.

Concrete doelen

Nederland wil in 2050 de broeikas-gasemissies hebben verminderd met 80% tot 95% ten opzichte van 1990. Dat betekent dat het energiesysteem veel minder CO2 moet gaan uitstoten. Dat kan door:

  • a. minder energie te gebruiken
  • b. die energie zoveel mogelijk uit hernieuwbare bronnen te halen
  • c. fossiele energie zo schoon mogelijk in te zetten.Daarbij worden we geconfronteerd met een aantal uitdagingen.
  1. Opslag

    De laatste jaren komen er veel windmolens bij en verschijnen op steeds meer daken zonnepanelen. Die duurzame manier van energie opwekken is belangrijk om de doelen in 2050 te kunnen behalen. Er is echter één probleem: in het energiesysteem moet er balans zijn tussen vraag en aanbod van warmte, brandstoffen en elektriciteit. Die balans is een uitdaging vanwege het fluctuerende aanbod van zon en wind. Soms is er te veel, soms te weinig aanbod. Daarom is er ook de uitdaging om de elektriciteit uit die bronnen tijdelijk op te slaan.

  2. Energiebesparing belangrijk maar niet voldoende

    Energiebesparing, denk aan het gebruik van ledlampen en zuinigere apparaten, is belangrijk om het streven voor 2050 te behalen. Maar met alleen besparing komen we er helaas niet. Uit diverse scenarioberekeningen blijkt dat daarmee maximaal tot 30% reductie van broeikasgasemissies behaald kan worden. Het fluctuerende aanbod van zon en wind. Soms is er te veel, soms te weinig aanbod. Daarom is er ook de uitdaging om de elektriciteit uit die bronnen tijdelijk op te slaan.

  3. Ondergrondse opslag CO2 is noodzakelijk

    Minder uitstoot van broeikasgassen kan bereikt worden door daadwerkelijk minder broeikasgassen te produceren of door deze gassen niet uit te stoten, maar op te slaan, bijvoorbeeld in lege gasvelden. Uit diverse berekeningen blijkt dat laatste noodzakelijk om de gewenste emissiereductie te behalen. Zonder het ondergronds opslaan van CO2 (CCS) moeten we voor 80%-emissiereductie ook zo’n 70%-80% hernieuwbare energie inzetten. Dat is erg veel want 14% hernieuwbare energie in 2020 blijkt al lastig te behalen. Zelfs bij maximale inzet van CCS moet het aandeel hernieuwbare energie in 2050 ongeveer 40% zijn.

  4. Biomassa onmisbare bron

    Biomassa is zowel plantaardig als dierlijk materiaal dat gebruikt kan worden om energie te produceren. Duurzaam geproduceerde biomassa vormt een onmisbare hernieuwbare bron, vooral voor de productie van groen gas en biotransportbrandstoffen. In Nederland produceren we te weinig biomassa, dus dit moet voor een groot deel worden geïmporteerd.

  5. Nieuwe technieken

    De klimaatdoelen afspreken was één, ze behalen is iets anders. Daarvoor is het nodig om nieuwe technieken in te zetten. Bij sommige nieuwe technieken lukt dat al heel aardig; denk aan zonne-energie uit zonnepanelen of windenergie. Maar over andere technieken is echter nog veel discussie, denk aan kernenergie of CCS. Terwijl ook een aantal van deze technieken hard nodig zijn om de doelen te behalen. De komende jaren zullen we zien of we in Nederland de juiste mix aan middelen kunnen vinden om de energietransitie vorm te geven en de doelen te halen.

2050: Uitstoot 80% tot 95% lager dan in 1990

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.