Direct naar content
4 min. leestijd
  • Auteur

De vierde donderdag van oktober is voortaan de jaarlijkse Klimaatdag, of wel Klimaat Prinsjesdag. Het kabinet zal eind 2019 het klimaatplan presenteren, waarin eventueel nieuwe milieumaatregelen worden aangekondigd. Ook zal het Planbureau van de Leefomgeving komen met de Klimaat- en Energieverkenning en een “tussenstand richting Parijs”. Maar voor het zover is eerst Prinsjesdag 2019 en het klimaat.

De Miljoenennota herhaalde de boodschap die ook al duidelijk in het klimaatakkoord klonk: het bedrijfsleven moet in meerdere mate opdraaien voor de kosten van het klimaatbeleid, burgers moeten worden ontzien. De betaalbaarheid voor de burger staat dan ook voorop in de Miljoenennota 2020 en de Macro Economische Verkenning die op Prinsjesdag aan de Staten Generaal zijn aangeboden. We zetten de belangrijkste punten omtrent het klimaat uit de Miljoenennota op een rij:

  1. Extra geld voor het klimaatakkoord. Het kabinet maakt extra geld vrij, bovenop de 300 miljoen euro per jaar die werd aangekondigd in het regeerakkoord. In 2021 maakt het kabinet zelfs bijna 300 miljoen extra vrij om de plannen die werden aangekondigd in het klimaatakkoord van juni, zoals een warmtefonds voor huizenbezitters en het stimuleren van elektrisch rijden voor de middenklasse. De extra uitgaven zijn mogelijk binnen de uitgavenkaders vanwege meevallers op het gebied van rentelasten en de zorg.

    Extra geld beschikbaar voor klimaatdoelstellingen

  2. Inzet op duurzame energie. De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+) vergoedt het verschil in de kosten tussen hernieuwbare energie en de marktwaarde van de geproduceerde energie, voor projecten in alle sectoren. Vanaf volgend jaar verbreedt de regering de oude SDE+ regeling tot SDE++ en maakt daarmee ook subsidie vrij voor andere technieken die leiden tot minder uitstoot van broeikasgassen (zoals CCS). Het budget voor de SDE en het bredere fonds lopen op tot bijna 4 miljard euro in 2024.
  3. Lagere belastingen op elektriciteit, effect op energierekening nog onduidelijk. Na de fors hogere energierekening voor consumenten afgelopen jaar, deed Premier Rutte de belofte dat de belasting op de energierekening aanzienlijk wordt verlaagd. In de presentatie van het klimaatakkoord werd aangekondigd dat het belastingdeel met 100 euro daalt in 2020 (voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik). In de Miljoenennota staat dan ook dat bedrijven meer moeten betalen, zodat huishoudens kunnen worden ontzien. De energiebelasting voor huishoudens wordt aangepast, gas wordt zwaarder belast terwijl er juist een lager energiebelastingtarief wordt geïntroduceerd voor elektriciteit. Hierbij gaat de Miljoenennota uit van het feit dat huishoudens ook daadwerkelijk de transitie van gas naar elektriciteit maken, en raamt een toenemende fiscale afname van inkomende energiebelasting van huishoudens. De vraag is of alle huishouden mee kunnen doen in deze transitie en of de lagere belasting op elektriciteit niet teniet wordt gedaan door stijgende belasting op gas. Daarnaast wordt de uiteindelijke hoogte van de energierekening natuurlijk ook bepaald door de grondstofprijzen en transportprijzen (zie ook: Verduurzaming vergroot kansen).
  4. CO2 heffing voor het bedrijfsleven over een steeds hogere ‘vermijdbare’ uitstoot. Nadat de maatregelen uit het concept klimaatakkoord van maart ongewenste effecten lieten zien voor met name de lagere inkomens, is het kabinet afgestapt van het plan om een bonus -malus regeling in te stellen voor bedrijven. In plaats daarvan formuleerde het kabinet vier mogelijke vormen van een CO2 heffing. De Miljoenennota laat een duidelijke keuze zien: er komt een CO2 heffing over dat deel van de uitstoot dat ‘vermijdbaar’ wordt geacht. Hoeveel uitstoot vermijdbaar is, verschilt per sector en neemt toe over de tijd. De heffing wordt verrekend met de ETS prijs en samen loopt die op naar 125- 150 euro per ton CO2 uitstoot in 2030. Wij voorzien echter dat het samenvoegen van een nationale CO2 heffing en ETS prijs niet eenvoudig zal zijn. Het kabinet stelt voor deze heffing in 2021 in werking te laten treden, maar het Centraal Planbureau betwijfelt de haalbaarheid hiervan (zie ook: Een nationale heffing en een hoge CO2 prijs gaan niet samen).
  5. Lastenverzwaringen door CO2 heffing: Aangenomen dat bedrijven 80 procent van de vermijdbare uitstoot reduceren en over het overige de heffing betalen, dan resulteert dit volgens de berekeningen van het Centraal Planbureau in een lastenverzwaring van 1,8 miljard voor zowel gezinnen als voor bedrijven in 2021.

De olifant in de kamer

Rondom het klimaatakkoord en de kabinetsplannen daaromtrent loopt een grote onbenoemde olifant: de Urgenda uitspraak, waarin het kabinet is aangeklaagd voor het onvoldoende beschermen van haar inwoners tegen klimaatschade. Urgenda eist dat het kabinet 25 procent emissiereductie bereikt in 2020 ten opzichte van 1990, terwijl de teller vorig jaar pas op 15 procent stond. In 2015 oordeelde de rechtbank dat Urgenda gelijk had, waarna het kabinet de Hoge Raad vroeg hier opnieuw naar te kijken. Op 9 oktober 2018 verloor het kabinet ook het hoger beroep. Op 20 december volgt de uitspraak van de Hoge Raad. Maar vorige week adviseerden de procureur generaal en de advocaat-generaal de Hoge Raad om Urgenda weer in het gelijk te stellen. Dit zou impliceren dat er nog 9 miljoen ton CO2 reductie gerealiseerd zou moeten worden. De huidige plannen resulteren in 4 miljoen ton CO2 reductie. Het is echter de vraag in hoeverre het besluit van de Hoge Raad zal (en nu de tijd begint te dringen: kan) worden omgezet in beleid

Sandra Phlippen, Economisch Bureau

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.