Wat is jullie missie precies?
Philip Scheltens:'De missie is dat we door het samenbrengen van deze fundamentele (basale) onderzoekers op deze twee terreinen eigenlijk iets creëren wat groter is dan de som der delen. Dat we elkaar inspireren, van elkaar leren en dat we daardoor een grotere stap voorwaarts kunnen maken dan wanneer de onderzoekers in hun silo’s waren blijven hangen.'
Geert Kazemier:'Je hoort ons dus niet zeggen: "Alzheimer de wereld uit of kanker de wereld uit". We zijn ook realistisch. Te vaak is er in het verleden ook wel gedaan alsof we van de ene geweldige uitvinding naar de andere geweldige uitvinding gaan. En daarvoor zitten Philip en ik al te lang in het veld om te weten dat het kleine stapjes voorwaarts zijn. Maar we weten ook dat wanneer je die mensen, die kleine stapjes maken, bij elkaar zet, dat op termijn tot geweldige resultaten leidt. Als je kijkt naar de grote Nobelprijswinnaars, als je kijkt naar de grote onderzoekers, zijn dat bijna altijd mensen die goed samenwerken. Als je goed kijkt, is de kans dat je dan iets fantastisch ontwikkelt het grootst. Dus we hebben de missie veranderd naar samenwerken.'
En wat hebben jullie precies nodig? Geld, kan ik me zo voorstellen. Hoeveel is er al opgehaald?
Philip Scheltens:'Het zijn twee dingen eigenlijk. We streven naar een gebouw waarin het ADORE-concept ook letterlijk zal worden gehuisvest en waar de onderzoekers bij elkaar zullen komen, waarbij de onderzoekers van beide gebieden samenwerken en samen dezelfde apparatuur gebruiken. Daar hebben we ongeveer 30 miljoen euro voor nodig, we zijn al een heel eind. Maar waar we eigenlijk nog het meest enthousiast van worden, is wat er in het gebouw gaat gebeuren de komende tien jaar. Dat is hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek doorr mensen die er nu al zijn, maar ook van mensen die we nog aantrekken. Daarom willen we een grote pot geld hebben, waardoor we mensen in staat stellen om die dingen te doen waar ze echt goed in zijn. Onderzoek doen en niet meer aan aanvragen schrijven.'
Geert Kazemier: 'Concreet willen we 100 miljoen euro hebben. Geld is geen doel op zich, maar we willen een zekere vrijheid creëren voor die onderzoekers. Om eens een keer niet van beursaanvraag naar beursaanvraag te gaan. Sommige onderzoekers zijn soms 60 tot 70 procent van hun tijd bezig met het creëren van geld. Ja, dat is eigenlijk zonde. Het zijn niet zelden de beste onderzoekers die de meeste tijd kwijt zijn bij het genereren van geld. Het idee is om een fonds op te richten waardoor mensen de vrijheid hebben om te doen waar ze heel goed in zijn: onderzoek doen. We willen investeren in een nieuw gebouw, maar heel nadrukkelijk willen we het grootste deel van het geld, 70 miljoen, geven aan die mensen om de komende tien jaar een zekere vrijheid te hebben om onderzoek te doen.'
En hoe vergaat het werven? En waar doen jullie dat?
Philip Scheltens: 'Dat doen we op zoveel mogelijke plekken. In de eerste plaats gaan we terug naar de mensen die ons altijd hebben gesteund. ‘Jongens, we hebben een gek plan en een ongelooflijk grote droom die we graag willen verwezenlijken. Willen jullie ons helpen?’ Via hen proberen we dan ook weer andere mensen aan te haken aan dit concept. We merken dat het bij heel veel mensen goed resoneert. Het is natuurlijk ook vrij uniek. Je zei het zelf al: hoe breng je die twee dingen bij elkaar? Dat is eigenlijk apart. Maar als we het uitleggen, dan blijkt dat eigenlijk wel heel goed aan te slaan. En verder zijn we bezig met de VriendenLoterij.'
Is dit door het coronavirus nog onder druk komen te staan?
Geert Kazemier: 'Ja, dat is ook wel logisch, want we zijn voor een groot deel ook gewoon een ziekenhuis waar mensen liggen op een intensive care. Er lagen op een gegeven moment honderden patiënten met Covid-19 in ons ziekenhuis. Toen was het ziekenhuis ook echt in noodtoestand. Dan staatonderzoek even stil. Dat heeft echt weken, maanden zelfs stilgelegen. In die tijd hadden Philip en ik ook gewoon de hele dag onze witte jas aan en waren we bezig met waar we uiteindelijk natuurlijk voor zijn gaan studeren toen we 18 waren. Dat is helemaal niet vervelend en tegelijkertijd begint het nu alweer een beetje te kriebelen. Onderzoek is inmiddels weer opgestart. De zorg is weer een beetje genormaliseerd. We willen over tien jaar natuurlijk wel ergens staan en dan moeten we nu wel gas gaan geven. Dus ja, dat is gewoon even lastig geweest voor onszelf, maar ook bij de donateurs of de potentiële donateurs. Iedereen was natuurlijk met iets anders bezig, zij hadden ook zorgen over hun eigen gezondheid en die van hun familie. En deze mensenwilden we niet lastigvallen in die periode. Dus we hebben dat gewoon bewust echt een paar maanden op een laag pitje gezet.'
Wanneer is 2020 voor jullie dan toch nog geslaagd?
Philip Scheltens: 'Als wij na de zomer weer in staat worden gesteld om onze missie uit te dragen en we weer nieuwe mensen aan ons kunnen binden. En als we eind 2020 kunnen zeggen: we hebben drie maanden stil gestaan, maar we hebben het ook weer ruimschoots gehaald, doordat we vol gas hebben kunnen geven. Dan zou in 2020 toch wel geslaagd kunnen noemen.'
Geert Kazemier: 'Als Covid-19 ons íets leert, dan is het natuurlijk ook wel dat de enige garantie die je hebt voor de toekomst is nu investeren. Investeren in zorg, investeren in research en investeren in die dingen die maken dat we over tien jaar net een beetje verder zijn dan nu. Nederland speelt een hele belangrijke rol als je kijkt naar de research in Covid-19, in het ontwikkelen van vaccins en dergelijke. Dat komt omdat we natuurlijk onze virologische research in Nederland heel erg op orde hebben. Wat veel mensen zich vaak niet realiseren is dat Nederland, als je kijkt naar de output per euro, een enorme naam en reputatie heeft op het gebied van medisch wetenschappelijk onderzoek. Nederland staat vaak in de top 5 als het gaat over de hoeveelheid geld die we in onderzoek stoppen en de kwaliteit die er uitkomt. En dan gaat het niet alleen over oncologie of over neurologie, maar over breed onderzoek. Dat is gek, want Nederlanders hebben zelf wel eens de neiging om naar Nederland te kijken alsof de zorg een ondergeschoven kindje is. Ook bijvoorbeeld gewoon de zorg voor patiënten staan we al jaren op nummer 1, 2 of 3 in Europa als het gaat om de beste zorg. En toch hebben we ergens soms het idee dat dat allemaal in Nederland niet zo goed is. Daar moeten we eigenlijk gewoon hartstikke trots op zijn.'