Vaak moeten ondernemers meerdere belastingen betalen. Denk bijvoorbeeld aan de aangifte inkomstenbelasting, loonheffingen, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Hieronder bespreken we de aangifte inkomstenbelasting zakelijk over 2023 op hoofdlijnen.
Aangifte inkomstenbelasting geldt voor alle ondernemers
Alle ondernemers komen in aanraking met de aangifte inkomstenbelasting. Al was het alleen al omdat ondernemers zelf ook particulieren zijn, vaak met privévermogen. Voorbeelden van veelvoorkomende privébezittingen zijn: het eigen huis, het tweede huis, spaargeld, effecten en beleggingsvastgoed.
Zo hebben ondernemers met een eenmanszaak in ieder geval met box 1 te maken, waarin zij hun winst uit onderneming opgeven. Ondernemers met financiële transacties met hun bv kunnen met alle boxen te maken hebben, afhankelijk van deze transacties.
Uitstel belastingaangifte
Ondernemers kunnen hun aangifte inkomstenbelasting over het belastingjaar 2023 tussen 1 maart en 1 mei 2024 indienen bij de Belastingdienst. Net als particulieren. Zij kunnen ook uitstel krijgen voor het indienen van deze belastingaangifte. Meestal tot 1 september 2024 en soms nog wat langer. Het verzoek om uitstel moet dan wel op voor 1 mei worden ingediend bij de Belastingdienst. Lees hier meer over op de pagina ‘Uitstel aanvragen voor het doen van aangifte (voor ondernemers)’ van de Belastingdienst. Daar staat ook dat u een boete kunt krijgen als u uw verplichtingen niet tijdig nakomt. Houd er rekening mee dat de Belastingdienst daarnaast een belastingrente van 7,5% in rekening brengt als de Belastingdienst te laat een aanslag inkomstenbelasting kan opleggen.
Moet u nog veel inkomstenbelasting betalen over 2023? Dan kan het ook wenselijk zijn om tijdig de Belastingdienst te (laten) vragen om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting op te leggen en die alvast te betalen. Dat geldt ook als u een teruggaaf inkomstenbelasting verwacht. De Belastingdienst vergoedt namelijk alleen nog in uitzonderingsgevallen belastingrente. Sparen bij de Belastingdienst is er dan ook niet meer bij.
Belastingrente betalen bij inkomstenbelasting (site van de Belastingdienst) >
Boxenstelsel
Hieronder enkele aspecten die voor u als ondernemer belangrijk kunnen zijn bij het invullen van uw aangifte inkomstenbelasting. We bespreken deze aandachtspunten aan de hand van het boxenstelsel in de inkomstenbelasting dat we sinds 2001 kennen. Iedere box kent eigen regels en tarieven.
Box 1
In box 1 wordt het belastbaar inkomen uit ‘werk en woning’ belast. In 2023 was het tarief 36,93% tot en met een belastbaar inkomen van € 73.031. Voor zover dat inkomen hoger was in 2023, was het tarief 49,5%. Zoals hierboven al is opgemerkt, is onder andere voor ondernemers met een eenmanszaak de winst uit onderneming in box 1 belast. Maar in deze box komt bijvoorbeeld ook het ‘gebruikelijk loon’ van de aanmerkelijkbelanghouder die voor zijn of haar bv (of de bv van diens fiscaal partner) werkzaam is (zie ook hierna in box 2).
Een andere categorie waar ondernemers vaak in privé mee te maken hebben in box 1, is ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de ondernemer geld heeft geleend aan zijn of haar bv of als deze een bedrijfspand vanuit privé heeft verhuurd aan die bv.
Ter beschikking stellen van bezittingen (site van de Belastingdienst) >
Box 2
In box 2 wordt het belastbaar inkomen uit ‘aanmerkelijk belang’ belast. Bij ‘aanmerkelijk belang’ gaat het kortweg om een aandelenbezit vanaf 5%. Maar het gaat niet alleen om een aandelenbelang. En in bepaalde situaties is bij een lager percentage ook sprake van een aanmerkelijk belang. Meestal gaat het bij box 2 om de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een bv en zijn of haar familie.
In box 2 worden onder andere de voordelen uit aanmerkelijkbelangaandelen belast. Denk bijvoorbeeld aan een dividenduitkering en de verkoopwinst op deze aandelen. Op de dividenduitkering heeft de uitkerende vennootschap al 15% dividendbelasting ingehouden en afgedragen. Dat betekent dat via de belastingaangifte er een heffing van 11,9% bijkomt. Het tarief in box 2 was namelijk 26,9% in 2023.
Box 3
In box 3 betaalt u belasting over het inkomen uit het vermogen dat op 1 januari niet in box 1 en box 2 valt. De hoogte van het inkomen is fictief. Uitgangspunt van dit systeem is dat men ervan uitgaat dat iemand met bijvoorbeeld spaargeld minder rendement behaalt dan iemand met beleggingen. In de berekening wordt rekening gehouden met heffingsvrij vermogen. In 2023 is de algemene vrijstelling (het heffingsvrije vermogen) € 57.000, voor fiscaal partners samen geldt het dubbele bedrag van € 114.000. Over het fictieve vastgestelde inkomen uit vermogen betaalt u dan box 3-belasting.
Als uw werkelijk inkomen lager is dan het fictief inkomen, kunt u bezwaar maken tegen uw aanslag. De rechter kan dan bepalen of de heffing van box 3 inkomen niet in strijd is met Europees recht. Mogelijk zal uw aanslag dan kunnen worden verlaagd op basis van het daadwerkelijk genoten inkomen. Momenteel ligt er een aantal van dit soort zaken bij de rechter. De rechter moet zich daar nog over uitspreken.
Tot slot
Het Nederlandse boxenstelsel, en aangifte doen als ondernemer, kan ingewikkeld zijn. Bespreek uw situatie met uw fiscale partner.