Voorjaarsnota: voorstellen voor de Successiewet

Schenk- of erfbelasting bij huwelijksgemeenschap

De Belastingdienst ziet dat er in de rechtspraktijk veel aandacht is voor het huwelijksvermogensrecht. Het blijkt mogelijk dat erfbelasting is te ontwijken door in huwelijkse voorwaarden de gerechtigdheid tot de gemeenschap aan te passen. Volgens de Hoge Raad is dan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen sprake van handelingen die slechts een fiscale betekenis hebben. In dat geval zou het nu al bestreden kunnen worden. Zie ook ons artikel ‘Een belastingtruc met huwelijkse voorwaarden’ voor meer informatie over deze uitspraak.

De wetgever wil nu overgaan tot wetswijziging. Men ziet deze vormen van planning als onwenselijk. Voor 2026 wordt het volgende voorgesteld. Wanneer sprake is van een gemeenschap van goederen waartoe beide echtgenoten voor ongelijke breukdelen zijn gerechtigd of van een ‘ongelijk verrekenbeding’, er schenk- of erfbelasting wordt geheven voor zover een echtgenoot meer dan 50% verkrijgt bij ontbinding van de gemeenschap of door het verrekenbeding.

Er komt uiteraard een conceptwetsvoorstel dat ter consultatie worden gepubliceerd.

Gelijke behandeling van biologische kinderen

In een andere situatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een biologisch kind dat geen familierechtelijke betrekking heeft met de biologische ouder fiscaal niet kan worden behandeld als een kind die dat wel heeft. Denk bijvoorbeeld aan een kind dat in juridische zin al twee ouders heeft, waarbij biologisch een andere vader is. Het kind heeft dan een kleine vrijstelling van een derde en betaalt het hoge derdentarief voor de erfbelasting. Zie ook ons artikel ‘Erven van je vader of van een vreemde’.

Overigens heeft de Hoge Raad wel strijd met het EVRM geconstateerd maar ligt het volgens haar op de weg van de wetgever om een einde te maken aan het verboden onderscheid met juridische kinderen. Dat doet de wetgever dan bij deze. Biologische kinderen worden in het voorstel voor de schenk- en erfbelasting gelijkgesteld met juridische kinderen. Ze hebben dan recht op de kindvrijstelling en het lagere tarief.

Verlenging van de aangiftetermijn voor erfbelasting

Voor de erfbelasting geldt een aangiftetermijn van 8 maanden na overlijden. Deze termijn wordt veelal als te kort ervaren om aangifte erfbelasting te doen. Voorgesteld wordt deze te verlengen, naar verluid zou dat 20 maanden worden. De nieuwe termijn wordt echter niet genoemd in de nota, afwachten dus.

Het is belangrijk om op de hoogte te blijven van deze ontwikkelingen, aangezien ze invloed kunnen hebben op uw estate planning en belastingaangiften. Uiteraard blijven we aandacht besteden aan deze onderwerpen.