Direct naar content

Adoptie

‘Adoptie van kinderen uit het buitenland voor beschikbare ouders in Nederland is in de toekomst alleen nog mogelijk voor kinderen voor wie in het land van herkomst écht niet kan worden voorzien in passende opvang. Aan adopties zullen striktere voorwaarden worden verbonden’. Dat schreef minister Weerwind voor Rechtsbescherming onlangs aan de Tweede Kamer.

We zien dat de mogelijkheden om een kind te adopteren dat in Nederland geboren is, zeer beperkt zijn. Daarnaast zien we dat het aantal buitenlandse kinderen dat hier wordt geadopteerd ook flink is gedaald. Vroeger ging het om duizenden kinderen, nu is dat een paar honderd per jaar. Interlandelijke adoptie is op dit moment helemaal niet mogelijk en ligt volledig stil.

Juridisch is deze optie goed geregeld in Nederland. Kijkt u op de website rechtspraak.nl voor de regels die hieromtrent gelden. Tegelijkertijd zien we dat de maatschappelijke ontwikkelingen rondom adoptie (denk ook aan de commissie Joustra) ervoor zorgen dat deze optie waarschijnlijk niet in toenemende mate gebruikt zal worden in de toekomst.

Draagmoederschap

Soms wordt wel geschreven dat Nederland de afgelopen 30 jaar een ontmoedigingsbeleid heeft gevoerd ter zake van draagmoederschap. Wellicht verklaart dit het feit dat dit fenomeen niet heel veel voorkomt in Nederland.

Bij draagmoederschap moeten we onderscheid maken tussen ivf-draagmoederschap en traditioneel draagmoederschap. Ivf-draagmoederschap (dit staat ook bekend als: hoogtechnologisch draagmoederschap) kent veel waarborgen om de overdracht van het ouderschap van de draagmoeder naar de wensouders zo soepel mogelijk te laten verlopen. Wensouders en draagmoeder kiezen soms ook voor traditioneel draagmoederschap. Dat wil zeggen dat de zwangerschap dan veelal door inseminatie ontstaat, zonder medische behandeling. Deze wijze van draagmoederschap worden soms door het gebrek aan regels als meer ‘onzeker’ worden bestempeld. Anderen herkennen dat niet in de praktijk. Er komt namelijk hoe dan ook een rechter aan te pas.

Tot voor kort was het voor IVF-klinieken alleen mogelijk wensouders te helpen die zelf zowel de eicel als de zaadcel kunnen leveren. Deze eis is in een standpunt van de beroepsgroep versoepeld, waarmee de weg is vrijgemaakt voor draagmoederschap voor paren van hetzelfde geslacht. Er zijn nu twee klinieken die hoogtechnologische draagmoederschapsbehandelingen aanbieden. We erkennen in Nederland het wenspaar niet automatisch als de wettige ouders. Er moet altijd een juridische procedure bij de rechtbank gevoerd worden waarin het ouderschap wordt vastgesteld bij de wensouders.

 Lesbisch ouderschap/duomoederschap

Sinds 1 april 2014 is het voor lesbische koppels makkelijker om samen juridisch ouder te worden. Voor die tijd was er een gang naar de rechter nodig. Er zijn nu vijf mogelijkheden om juridisch ouder te worden voor lesbische vrouwen die met hun partner een kind willen krijgen.

  • De moeder baart zelf het kind. Een kind is juridisch gezien het kind van de moeder uit wie het geboren wordt.
  • Wanneer de moeders gebruik maken van een donor in een kliniek, geeft deze kliniek een onbekendheidsverklaring hiervoor af. Bij de aangifte van de geboorte van het kind kunnen de moeders die verklaring overleggen aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Als de moeders deze verklaring hebben én een huwelijk of geregistreerd partnerschap met elkaar hebben dan ontstaat het ouderschap van rechtswege. Beide moeders worden dan als juridische ouders geregistreerd bij de aangifte van het kind.
  • Als de moeders niet met elkaar getrouwd zijn en/of als er sprake is van een bekende donor, dan kan de duomoeder juridisch ouder worden door erkenning van het juridisch ouderschap bij de burgerlijke stand aan te vragen. Hiervoor is toestemming van de geboortemoeder nodig.
  • De duomoeder kan haar kind adopteren. Hiervan wordt minder gebruik gemaakt nu de duomoeder van rechtswege of door erkenning juridisch ouder kan worden. Een adoptieprocedure is duurder en tijdrovender dan een erkenningsprocedure, maar adoptie geeft meer zekerheid in het buitenland dan erkenning. Niet ieder ander land erkent immers het lesbisch ouderschap zoals wij dit in Nederland kennen.
  • De rechtbank kan het moederschap ‘gerechtelijk’ vaststellen. Dit kan alleen op verzoek van de geboortemoeder of van het kind, dus niet op verzoek van de duomoeder.

Voor de volledigheid: voor mannelijke paren gelden deze regels niet.

Tot slot

U ziet dat er veel te vertellen valt over deze onderwerpen. Wetgeving is vaak een weerslag van maatschappelijke ontwikkelingen en dat is hier zeker het geval. Mensen willen erkenning van hun gekozen familievorm en (juridisch) goed voor hun kinderen kunnen zorgen. In deel twee gaan we verder in op meerouderschap en andere ontwikkelingen.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.