Ik hield niet van sport. Gym op de basisschool, hockey en tennis: ik beleefde er weinig tot geen plezier aan. Tussen deze vroege herinneringen en de eerste berg die ik zou beklimmen, zaten heel veel onsportieve jaren. Een uitzondering vormden de jaarlijks terugkerende sportieve wandelvakanties met de hele familie in het Zwitserse bergdorp Lenzerheide.
De afwezigheid van sportieve activiteiten tijdens mijn middelbareschooljaren leverde me niet de lichaamsbouw van een klimmer op. Dat werd er in de jaren daarna niet veel beter op: in Groningen volgde ik zes jaar lang een dubbele studie, at slecht, dronk veel en verloor mijn laatste restje conditie.
Daarna ging het nog verder bergafwaarts. In het voorjaar van 2000 begon ik aan mijn eerste baan in Londen bij een Amerikaanse zakenbank, waarbij ik dagelijks tot in de late avonduren aan het werk was en er kwamen nog meer kilo’s bij. In juli 2003 kreeg ik een nieuwe baan en sprong er een zekering in mijn hoofd. Van de ene op de andere dag wilde ik voorgoed afscheid nemen van mijn overgewicht en na een jaar was ik bijna twintig kilo lichter.
Niet lang daarna stelde een vriend en collega voor om de zomervakantie door te brengen in Tanzania en om daar de Kilimanjaro te beklimmen. Geen flauw idee hoe dat zou zijn, maar het klonk gaaf.
Hoewel ik de top van de Kilimanjaro haalde, was de beklimming zelf maar zeer gedeeltelijk een succes door de eerstegraadsverschijnselen van hoogteziekte die we beiden kregen. Na een week hoofdpijn, misselijkheid en een fikse bloedneus op het hoogste punt van Afrika had een redelijk denkend mens waarschijnlijk besloten om daarna de rugzak aan de wilgen te hangen.
Echter, ik had daar op de hellingen van de Kilimanjaro de vrijheid van de bergen opnieuw ontdekt en de hele tocht smaakte naar meer, ondanks alle ongemakken. Daarnaast merkte ik hoe het voelde om echt actief bezig te zijn en fysiek naar een doel toe te werken. Heerlijke gevoelens waren dat. Intens, soms monotoon en eenzaam, maar uiteindelijk gaf het me enorme voldoening. Het kwam nog niet in me op om aan het beklimmen van andere bergen te denken, maar tijdens die tocht zijn de zaadjes wel geplant.
Mijn moeder had altijd als droom om nog eens een hoge berg te beklimmen. Zo ontdekten we samen de Seven Summits, een succesvolle beklimming van de hoogste berg op elk van de continenten. Onderdeel van deze uitdaging was de hoogste berg in Zuid-Amerika, de Cerro Aconcagua, die mijn moeder en ik uiteindelijk gingen beklimmen.
Na dit mooie avontuur werd voor mij het volbrengen van de Seven Summits, waar ook de Kilimanjaro onderdeel van is, een uitdaging en doel op zich. En zo zou ik de allermooiste bergen ter wereld beklimmen.
Het boek Stilstaan & Doorgaan gaat over mijn ervaringen in een periode van ongeveer tien jaar om de Seven Summits te beklimmen en neemt de lezer in chronologische volgorde mee.