Direct naar content
  • Auteur

Met hun boek Als je maar gelukkig bent, over twintig jaar homohuwelijk, wilden Robbert Blokland en Jessica van Geel vooroordelen en clichés over met name lesbiennes en homo’s slechten. Op het gebied van rechten is er nog steeds veel werk aan de winkel, stellen ze. ‘Nederland was een voorloper. Dat gevoel hebben we nu helemaal niet meer.’

“Het moest iets worden dat we zelf hadden willen hebben toen wij jong en zoekende waren en net uit de kast kwamen.”

Een ding wisten ze zeker, het moest geen feitelijk geschiedenisboek worden over twintig jaar homohuwelijk. Jessica: “Het moest iets worden dat we zelf hadden willen hebben toen wij jong en zoekende waren en net uit de kast kwamen.” Robbert: “Niet alleen voor LGBTI+ mensen, maar juist ook voor hetero’s die vaak niet begrijpen hoe het is om anders te zijn.”

Voor het boek interviewden ze een rits bekende mensen zoals Paul de Leeuw, Barbara Barend en Carry Slee over hoe het is om homo, lesbienne, queer, gay of bi te zijn. Ze wilden hiermee vooral de clichés over de LGBTI+ wereld slechten, vertelt Jessica: “Dat homo mannen allemaal in een roze string op een boot dansen en dat lesbiennes een kat kopen en meteen gaan samenwonen.” Robbert: “We wilden de verhalen van mensen vertellen in allerlei schakeringen, van alle leeftijden, alle culturele achtergronden. Van een jongen die zijn seksualiteit bij het uitgaan ontdekt, tot Paul de Leeuw die een braaf gezinnetje heeft.”

Lovende recensies

Het boek, dat overigens leest als een trein, kwam midden in de coronaperiode uit, toen de boekwinkels dicht waren. Uitstellen was geen optie, omdat het gelieerd was aan 1 april 2021, de dag dat precies twintig jaar geleden het eerste homohuwelijk ter wereld in Amsterdam werd gesloten. De recensies waren lovend en inmiddels is er al een vijfde druk. Robbert: “Gelukkig heeft dit boek een lange adem. Het is het enige werk dat op deze mijlpaal is gepubliceerd en een beeld geeft van de LGBTI+ scene in Nederland. Op roze zaterdag zag ik ‘m weer overal in de etalages liggen.”

Jessica: “We krijgen nog steeds veel reacties. Ik sprak laatst nog een moeder van een meisje dat net uit de kast was, door ons boek begreep ze opeens veel meer van de wereld waarin haar dochter leeft.” Robbert: “Mijn man is leerkracht en schreef voor het boek een column. Hij werd daarna benaderd door Trouw om zomercolumns te schrijven over hoe het is om als homo-man voor de klas te staan. Mooi dat er dat soort dingen uit voort kwamen.”

 Voorloper

Is Nederland eigenlijk nog steeds een vooruitstrevend land op het gebied van LGBTI+ rechten en acceptatie? Robbert lacht schamper. Jessica zucht: “Ik vind van niet. Als de lobby voor het homohuwelijk nu werd gevoerd, was het in de politiek niet ver gekomen vrees ik. In de tijd dat er voor het homohuwelijk werd gestreden was de sfeer anders, er was meer trots op onze vooruitstrevendheid. Niet alleen op het gebied van LGBTI+ maar ook op het gebied van euthanasie en abortus waren we een voorloper. Dat gevoel hebben we nu helemaal niet meer.”

Robbert: “Er is nog steeds geen wet die stelt dat je een jongen of meisje niet naar een bekeringskamp mag sturen, en je mag ook nog steeds een school oprichten waar je niet over seksualiteit in al zijn vormen mag praten. Natuurlijk, er zijn veel landen waar wij strafbaar zijn, in dat opzicht hebben we niks te klagen. Ik ben getrouwd, dat vind ik fantastisch maar het zijn allemaal dingen die teruggedraaid kunnen worden. Veel rechten, zoals voor meeouderschap of transgenderpersonen zijn nog steeds niet in de wet verankerd. Daar word je niet vrolijk van.”

Jessica: “De jonge generatie stemt wel hoopvol. Ik was vroeger gewoon lesbisch en als je het niet wist dan was je bi. Meer smaken had je niet. Voor twintigers van nu zijn er veel meer mogelijkheden. Zij vinden dat vanzelfsprekend. Het is in deze tijd een stuk makkelijker om anders te zijn.” Ze ziet ook een positieve omslag bij veel bedrijven. “Zoals Shell die een regenboogvlag hijst. Dat doen ze natuurlijk deels om hun imago op te poetsen. Maar tegelijkertijd zie je daardoor ook dat LGBTI+ klanten en medewerkers helemaal geaccepteerd zijn. Het wordt blijkbaar belangrijk gevonden dat Shell ‘homovriendelijk’ is.”

 Blijven strijden

Robbert: “Bij bedrijven is ook meer aandacht voor het tegengaan van ongewenste gedragingen, bijvoorbeeld homofobe of transfobe uitlatingen op de werkvloer. Dat vind ik goed. Je zou maar jong zijn en net uit de kast willen komen, dan denk je toch dat ga ik bij dit bedrijf maar niet doen.” Tegelijkertijd moeten LGBTI+ mensen nog steeds strijden, stelt hij. “Als Paul de Leeuw met zijn zoons naar voetbal gaat en iemand langs de lijn schreeuwt ‘homo’ naar de spelers, dan gaat hij erop af: ‘Ik ben homo, wil je dat niet doen!’ Je moet het blijven roepen, het gesprek blijven voeren.”

Voor de schrijvers zelfs was het maken van het boek ook een leerzame ervaring. Jessica: “Door al die gesprekken kwam ik erachter dat ik ook allerlei vastgeroeste beelden en vooroordelen heb.” Robbert knikt: “Romana de Vrede vroeg ik: ‘het was vast moeilijk voor jou om uit de kast te komen met je Surinaamse afkomst’. Zij werd boos: ‘waar baseer je dat op, heb je daar onderzoek naar gedaan? Heb je bewijs dat Surinaamse mensen minder tolerant zijn?’ Ze had gelijk, dat had ik natuurlijk niet. Ik probeer als journalist objectief te zijn maar tegelijkertijd denk ook ik in hokjes.”

Waar lopen ze zelf nog tegenaan? Jessica is getrouwd met cabaretière Claudia de Brey met wie ze een samengesteld gezin heeft: “Mijn jongste zoon gaat na de zomer naar de middelbare school. We hebben het erover dat hij op zijn nieuwe school ook een soort mini coming-out moet hebben. Hij moet toch gaan vertellen dat hij moeders heeft in plaats van een moeder en een vader.” Robbert: “Mijn man en ik lopen niet hand in hand over straat. Als hetero hoef je daar niet over na te denken.” Jessica: “Wij moeten in een hotel altijd nadrukkelijk zeggen dat we een tweepersoonsbed willen en niet twee losse. Dat soort kleine dingen hou je altijd.”

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.