Direct naar content
  • Auteur

Bij de keuze voor duurzaam beleggen is het realiseren van impact een belangrijk argument, maar niet het enige. Een duurzame portefeuille moet ook passen bij uw maatschappelijke doelen en de verwachtingen van uw achterban en goed aansluiten bij uw vermogensdoelen. Het vraagt om een zorgvuldige aanpak waarin alle invalshoeken en standpunten aan bod komen. Veel bestuurders ervaren het als een boeiend proces dat helpt om de uitgangspunten aan te scherpen.

Twee van onze klanten laten hun licht schijnen over hun weg naar duurzaam beleggen

Harold Geurts, directeur bedrijfsvoering Bouwend Nederland

Organische groei naar duurzaam beleggen

Branchevereniging Bouwend Nederland heeft ondernemers als leden en in het bestuur. Voor de organisatie is beleggen al jarenlang een manier om financiële doelen te realiseren. De ondernemers zijn bereid gecalculeerd risico te nemen. Geld alleen maar op een spaarrekening laten staan is voor hen geen optie. Ze weten heel goed dat er een keer een beleggingsjaar tussen kan zitten met een negatief rendement. Gezien de lange beleggingshorizon is dit voor hen acceptabel.

Van advies naar beheer

Harold Geurts monitort als directeur bedrijfsvoering de beleggingsportefeuille van de organisatie. “Aanvankelijk hadden we een adviescontract bij ABN AMRO MeesPierson. Onze penningmeester onderhield het contact met de beleggingsadviseur van de bank over mogelijke aan- en verkopen en nam zelfstandig beslissingen. In 2014 hebben we de overstap naar vermogensbeheer gemaakt. Ten eerste omdat we zelf onvoldoende kennis in huis hadden, maar ook omdat we het professioneler vonden dit uit te besteden aan een gespecialiseerde partij.” ABN AMRO MeesPierson Instituten & Charitas kwam in de selectieprocedure als beste uit de bus; in 2015 werd het beheercontract ondertekend.

Meer toezicht op beleggen

Harold gaat verder: “Een direct uitvloeisel van de overstap naar beheer was dat we ons interne toezicht wilden aanscherpen. Op advies van onze relatiemanager hebben we een beleggingsstatuut opgesteld en hierin ook onze governance vastgelegd. Ik ben als afgevaardigde van de directie de persoon die de portefeuille monitort. Binnen onze dagelijks bestuur houdt een financiële commissie toezicht op ons financieel beleid en de financiële resultaten. Twee keer per jaar bespreekt de commissie de beleggingsportefeuille en de beleggingsresultaten, één keer per jaar zitten daar ook onze relatiemanager en beleggingsadviseur van de bank bij. Zij geven dan een toelichting op de resultaten van onze portefeuille en plaatsen deze in het licht van de economische ontwikkelingen en beleggingsvisie van de bank.”

Van grijs naar groen beleggen

Wanneer stapten jullie over op duurzaam beleggen? Harold: “In 2017 hebben we als Bouwend Nederland onze speerpunten op duurzaamheid vastgesteld. Dat riep ook de vraag op of een grijze beleggingsportefeuille hier nog bij paste. Ik heb hier uitvoerig over gesproken met onze relatiemanager bij de bank. Daarna hebben we met de  financiële commissie de voor- en nadelen besproken en vrij snel daarna besloten om de overstap te maken. Over de lange termijn renderen duurzame portefeuilles even goed als grijze, en misschien gaan ze het in de toekomst wel beter doen. De keuze viel op een zeer duurzame vorm, die verdergaat dan de gebruikelijke esg-criteria (redactie: environmental, social, governance) maar zonder filantropie. Wat ik jammer vind is dat er nog geen benchmark is voor duurzaam beleggen, maar volgens de bank wordt hier hard aan gewerkt.”

Kiezen voor het collectief

De duurzame agenda van Bouwend Nederland heeft de stap naar duurzaam beleggen versneld. Harold: “Een beleggingsportefeuille moet passen bij wie je bent. Dit speelde ook een rol bij onze keuze voor de vorm. De bank liet ons kiezen tussen twee duurzame mandaten. Binnen het ene mandaat beleg je in individuele aandelen, wat een goedkopere optie is. Met het andere mandaat zouden we in collectieve fondsen beleggen. Hoewel ons bestuur het belangrijk vindt goed op onze uitgaven te letten, besloten zij toch voor het collectief en werden het fondsen.” Wat was de reden? “Wij gaan als brancheorganisatie van bouwend Nederland voor het collectief. Voor ons was het logisch dit ook te vertalen naar onze beleggingsportefeuille.” Dit voorbeeld laat zien hoe keuzes bij de overgang naar duurzaam beleggen nauw samenhangen met de doelen van een maatschappelijke organisatie.

Een kwestie van goed bestuur

Voor Harold is goed bestuur een belangrijke raadgever. “Gezien de huidige negatieve reële rente, is het de vraag of je verantwoord omgaat met de aan jou toevertrouwde gelden door die op een spaarrekening te zetten.. Met beleggen loop je weliswaar risico, maar de mate waarin hangt af van je risicoprofiel en beleggingshorizon. Ons bestuur is best conservatief, maar niet risico-avers. Dit vertaalt zich in een gematigd defensieve portefeuille. Het is ons doel minimaal de inflatie bij te houden, daarbovenop willen we het liefst nog een procent extra rendement realiseren. Dat we met onze duurzame portefeuille ook een bijdrage leveren aan de maatschappij zie ik persoonlijk als extra winst. Dat moet je als maatschappelijke organisatie ook zeker in het beslissingsproces meenemen.”

“Dat maatschappelijk bewustzijn van onze vereniging vertaalt zich ook op andere fronten”, gaat Harold verder. “Bouwend Nederland en ABN AMRO verkennen de mogelijkheden om samen op te trekken in initiatieven op het gebied van Bouwen & Duurzaamheid en Innovatie.”

______________________________________________________________________________________

Hans Wennink, financieel adviseur Zusters Dienaressen Jezus Christus Priester

De aarde koesteren als duurzaam beginsel

Hoewel de zusters van de congregatie Zusters Dienaressen Jezus Christus Priester uit Wychen zich niet meer actief willen bemoeien met het beheer van het door hen opgebouwde vermogen, gebeurt dit nog wel steeds op basis van hun overtuiging. Door de jaren heen zagen de zusters hun ideeën over duurzaamheid en het behoud van de aarde steeds meer vertaald in beleggingsproducten die hierop aansloten. Het was voor hen dan ook vanzelfsprekend in deze ontwikkelingen mee te gaan.

Zorgvuldig omgaan met de aarde

Volgens Hans Wennink heeft het duurzame bewustzijn altijd al een grote rol gespeeld bij de zusters. “De congregatie Zusters Dienaressen Jezus Christus Priester vervulde vanaf de jaren ’40 in de vorige eeuw een belangrijke rol in het dagelijks reilen en zeilen van diverse seminaries. Zo verzorgden ze de dagelijkse operationele taken, onderhielden ze de tuin, bestierden ze de keuken en verzorgden ze de huishouding. De grond waarop zij diverse voedingsmiddelen verbouwden, beschouwden ze als een zegen. Ze zagen zichzelf als rentmeesters van de aarde, een term die overigens binnen de Protestante kerk is bedacht. Dat gedachtegoed speelde dan ook een rol bij het beheer van het vermogen.”

Van ethiek naar duurzaamheid

In welk opzicht? Hans: “Ten eerste was het voor de zusters belangrijk om jaarlijks een bepaald rendement te realiseren waarmee zij goede doelen konden – en tot op de dag van vandaag kunnen – ondersteunen. Maar ook aan de wijze waarop het geld wordt belegd, hechten zij veel belang.” En dat vertaalde zich in een duurzame portefeuille? Hans gaat verder: “Zo’n vijftien jaar terug bestonden er nog geen duurzame beleggingsproducten, dat is echt iets van de laatste tijd. Maar het was toen al wel mogelijk op ethische gronden bepaalde uitsluitingen te doen, bijvoorbeeld de gokindustrie of bedrijven die zich bezighielden met kinderarbeid. Voor de zusters was de centrale vraag ‘We doen het toch wel netjes?’. De bank heeft ons hier altijd zeer goed in begeleid. Met goede documentatie en heldere adviezen wisten zij op die kernvraag van de zusters altijd een krachtig antwoord te formuleren.”

Elkaar weten te versterken

De overgang naar duurzaam beleggen was voor de zusters een logische stap. Hans: “Ik denk dat het samenkomen van meerdere krachten ervoor heeft gezorgd dat binnen de bank duurzame beleggingsproducten op een gegeven moment een grote vlucht namen. Omdat de bank een groot aantal religieuze instellingen tot haar klantenkring rekent, werden zij zich steeds meer bewust van het belang dat deze organisaties hechten aan ethische en duurzame beginselen. De vergaarde kennis hebben ze door de jaren heen weten om te zetten in een voortrekkersrol. Ik denk dat de stimulans vanuit de religieuze wereld ertoe heeft bijgedragen dat de bank hiermee actief aan de slag ging.” Een mooie wisselwerking dus. Hans knikt instemmend: “Toen de bank de eerste duurzame beleggingsproducten begon aan te bieden, vonden ze in de zusters dan ook een dankbare afnemer.”

De herkomst van het vermogen

In de jaren ’50 tot midden ’70 waarin de zusters actief waren, ontvingen zij geen salaris maar een vergoeding voor onkosten. Toch wisten ze in de jaren erna een flink vermogen op te bouwen. Hans licht toe: “Op enig moment is er vanuit de congregaties die zij gediend hebben ook financieel waardering gekomen voor het goede werk dat deze zusters door de jaren heen voor hen hebben verricht. Men besloot hen toen als het ware te compenseren in de vorm van een pensioen en voorzieningen voor onvoorziene omstandigheden. Op dat moment telde de congregatie nog zo’n 50 zusters. Op dit moment zijn er nog 6 zusters in leven, zij zijn in ruste, maar vinden het belangrijk het vermogen dat ze met elkaar hebben opgebouwd goed te laten beheren.”

De overdracht van het vermogen

Volgens Hans houdt de congregatie uiteindelijk op te bestaan. “Omdat de organisatie niet meer actief is, is er ook geen opvolging. Tot die tijd willen de zusters jaarlijks goede doelen ondersteunen met een deel van de inkomsten uit het vermogen. Maar uiteraard denken zij ook na over een goede bestemming voor het geld als zij er straks niet meer zijn. Hoewel ze zelf nog altijd de belangrijke beslissingen nemen, laten ze zich adviseren door deskundigen op specifieke gebieden. Voor het beheer van het vermogen, is Instituten & Charitas een belangrijke raadgever. Dat de bank goed aanvoelt wat er bij religieuze instellingen speelt, vind ik persoonlijk een groot voordeel.”

Hans ziet dat ook in andere activiteiten van de bank terug. “Eén of twee keer per jaar organiseert de bank bijeenkomsten voor religieuze instellingen waarin we op grotere thema’s met elkaar in discussie gaan. Dit zijn relevante onderwerpen en dilemma’s uit het veld. Ik vind het een goede zaak dat de bank proactiever is geworden en meedenkt over toekomstplaatjes die ons allen bezighouden.”

Wat doet Instituten & Charitas?

Instituten & Charitas bedient binnen ABN AMRO maatschappelijke instellingen. Hierin zijn we marktleider met circa 1.900 maatschappelijke instellingen als klant. Dit zijn onder andere goede doelen, vermogensfondsen, religieuze instellingen en branche- en belangenorganisaties.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.