ESG-beleggen is niet altijd een kwestie van goed of fout. In deze rubriek kijken we vanuit ESG perspectief naar concrete voorbeelden van beleggingsdilemma’s. Ditmaal staan we stil bij uitdagingen rond de productie van kleding.
Beleggen in fast fashion of in luxe modemerken: dat kan een dilemma zijn. Vanwege de lagere prijzen is fast fashion beter toegankelijk voor een bredere groep consumenten. Maar de productie ervan gaat ten koste van het milieu en heeft een negatieve sociale impact. Luxe modemerken kiezen vaak voor meer verantwoorde productiemethoden; maar kleding van deze merken is doorgaans duurder.
Massaal en tegen lage kosten geproduceerde kleding, resulterend in trendy collecties die elkaar in rap tempo opvolgen: fast fashion is alom beschikbaar en niet duur. Toch zit er wel degelijk een prijskaartje aan de productie van goedkope kleren: werknemers in kledingfabrieken worden vaak onderbetaald, natuurlijke hulpbronnen worden uitgeput en het productieproces gaat gepaard met enorm veel afval. Daarnaast zijn de kledingstukken die gemaakt worden door fast-fashion-bedrijven vaak van slechte kwaliteit – en daarmee ongeschikt voor hergebruik en tweedehandsverkoop. Dat gezegd hebbende: verschillende betaalbare modemerken zijn inmiddels bezig om hun bedrijfsvoering te verduurzamen, om zo hun negatieve impact op het milieu en op lokale gemeenschappen te verkleinen.
Luxe modemerken werden van oudsher geassocieerd met
geld, exclusiviteit en overdaad – niet zozeer met duurzaamheid. Maar dat begint te veranderen. Het luxe modesegment wordt steeds vaker in één adem genoemd met duurzame productiemethoden. In toenemende mate kiezen luxere kledingmerken voor ‘verticale integratie.’ Dit betekent dat bedrijven verschillende schakels van de toeleveringsketen in hun eigen bedrijfsproces opnemen. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die hun eigen leveranciers overnemen.
Dankzij die verticale integratie hebben bedrijven meer zicht op wat zich elders in de keten afspeelt. Op die manier kunnen zij mensenrechtenschendingen tegengaan maar ook, bijvoorbeeld, een rol spelen in de bescherming van bedreigde diersoorten. Zo heeft een vooraanstaand Italiaans modemerk een belangrijke bijdrage
geleverd aan de redding van de vicuña, door in Peru een natuurreservaat op te zetten voor deze lama-achtige dieren toen zij met uitsterven werden bedreigd.
Beleggen in kledingbedrijven hoeft uiteindelijk geen strikte keuze te zijn tussen luxe mode of fast fashion. In plaats van zich te laten leiden door dit onderscheid kunnen beleggers kiezen voor modebedrijven die aantonen dat zij met hun werkwijze duurzaam en sociaal verantwoord bezig zijn. Daarnaast is het zaak om positieve veranderingen in de kledingindustrie te ondersteunen en om modemerken aan te moedigen duurzamere afwegingen te maken.
Heeft u een vraag over dit artikel?
De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.