‘Het perfecte huis bestaat niet, dat is een gevoel’
‘Ik ben niet het type dat acht uur achter zijn computer zit. Daarom koos ik voor de hotelschool. Ik vond het studentenleven geweldig, maar studeren stond niet echt bovenaan mijn lijstje. Na een jaar ben ik gestopt. Na een tweede mislukte studie dacht ik: dan maar een jaartje in de horeca. Een bevriende makelaar van mijn vader kwam op een dag een biertje bij mij drinken. Hij vroeg: “Wat doe je nu?”. “Nou, ik doe dit”, zei ik, terwijl ik een biertje voor hem neerzette. Hij besloot mij een stageplek aan te bieden, daar is de liefde voor het vak ontstaan.’
- Wie: Wieger van der Linden
- Is: Directeur Engel & Völkers Nederland, onderdeel van de internationale marktleider
‘Uiteindelijk heb ik daar zevenenhalf jaar gewerkt. Als makelaar moet je sociaal zijn, mensen goed kunnen inschatten. Dat leer je niet in de studiebanken. Ik begon in 2008, in augustus klapte de markt. Ik heb dus alles meegemaakt: van het laagste punt tot de gekte van tegenwoordig. De vrijheid vind ik heerlijk. Makelaars staan bekend als de snelle jongens op scooters met een zonnebrilletje. Maar als je tien bezichtigingen op een dag hebt, kan je moeilijk op de fiets gaan en in je bezwete pak aankomen.’
‘Mijn familie zit in de makelaardij. Toen mijn moeder een tweede vestiging van Engel & Völkers opende, heb ik de overstap gemaakt. Ik zei tegen haar: ik vind het allemaal prima, maar ik wil niet tegenover je zitten. In de praktijk heb ik mijn moeder wel elke dag aan de telefoon. Wij zijn een goed team en zijn bezig met uitbreiden op de Zuidas en in Kennemerland. Daarom heeft mijn broer zijn baan bij Unilever opgezegd om voor ons te komen werken. Natuurlijk gaat het daar dan over tijdens onze etentjes, soms iets te vaak. Dan hoor ik mijn andere twee broers roepen: ‘Laten wij het nu eens over iets anders hebben’. Begrijpelijk.’
‘Zelf woon ik in de Jordaan, 200 meter van mijn kantoor. Ik zag het huis op de markt komen en was meteen verliefd. Dat is zoiets raars, maar zo werkt het nou eenmaal. Ik woonde nog met vrienden. Wij gingen allemaal richting de dertig, dus het werd echt tijd. Het perfecte huis bestaat niet, het gaat om gevoel. Ik denk dat ik de rest van mijn leven in Amsterdam wil wonen. Maar misschien zing ik straks ook wel een toontje lager als ik kids heb. Nu wij ook een vestiging in Kennemerland hebben, zie ik de echte Amsterdammers in hart en nieren toch vaak verhuizen.’