Direct naar content
13 min. leestijd
  • Auteur

‘Mensen moeten zuiniger op hun hart zijn’

Nederland telt meer dan 1,5 miljoen hart- en vaatpatiënten. Genoeg werk aan de winkel dus voor de Hartstichting. In de podcast van Missie naar impact leggen we 7 vragen voor aan Floris Italianer, directeur van de Hartstichting. Alles over het wat, waarom en hoe van hun missie: hart- en vaatziekten verslaan. ‘Maar onze strijd is eigenlijk om zoveel mogelijk uit je hart te halen, en gezond te leven.’

Beluister het gesprek hieronder. Wilt u geen aflevering missen, ga dan naar uw favoriete podcast player om u te abonneren: Apple | Spotify | Google Podcasts | Pocket Casts

Corona beheerst, ondanks dat we het virus onder controle hebben, nog steeds wel alle bedrijven en organisaties in de wereld. Ondertussen horen we dat de normale zorg niet op gang komt. Hoe schijnend is dat voor jullie doelgroep?

‘Ik denk dat corona voor iedereen ontwrichtend werkt, ook in onze doelgroep. Er zijn een aantal zaken waar ik me wel zorgen over maak. Er zijn ook wel wat kansen denk ik, dat klinkt misschien wat raar. De eerste zorg is inderdaad dat patiënten niet meer naar de dokter of medisch specialist gaan. Dat gebeurt vaak omdat mensen bang zijn om besmet te worden, of om dat ze bang zijn dat ze de plek van iemand anders innemen. Inmiddels is de piek van COVID-19 achter de rug. Je ziet dat patiënten gelukkig wel terugkeren, maar anderhalve maand geleden was dat bijzonder zorgelijk. Toen is er ook een oproep geweest van de medisch specialisten en huisartsen: kom gewoon naar ons toe, want de schade die kan voortvloeien uit wegblijven, die is gigantisch’

Je zei dat je je over een aantal dingen zorgen, waar maak je je nou het meest zorgen over?

‘Ik maak me zorgen over het wegblijven van patiënten, maar ook over de discussies die plaatsvinden over voorrang die verleend zou moeten worden aan bepaalde doelgroepen in operatiekamers of op de IC. Het is als maatschappij natuurlijk buitengewoon treurig als je dat soort afwegingen moet maken. Dat betekent dat we heel hard moeten werken aan de capaciteit. Dat is iets dat ik met belangstelling volg, maar waar ik ook bezorgd over ben. De ontwrichting die er natuurlijk ontstaat in bredere zin: economisch. Dat is voor de gezondheidszorg ook slecht. Het gaat van mensen die hun baan verliezen tot mensen die uiteindelijk geen contact kunnen hebben met anderen of hun bedrijf staat onder druk. Al dat soort zaken vind je uiteindelijk ook terug in de gezondheidszorg, waar mensen door stress en druk dreigen uit te vallen. Dat is iets waar ik mij zorgen over maak.’

Je zei net al even: “ik zie nog wat kansen”. Kun je daar een tipje van de sluier over oplichten?

‘Dat klinkt opportunistisch, maar ik zie een aantal ontwikkelingen die je interessant mag noemen. Natuurlijk stel ik voorop dat ik liever niet zou hebben dat deze pandemie zou plaatsvinden. Maar er zijn wel een paar dingen die ik opmerkelijk vind. Eén is dat je ziet dat in een hele korte tijd dat mensen in de zorg ongelofelijk flexibel blijken te zijn. Dat ze zich willen inzetten en verantwoordelijk voelen. Dat ze andere taken op zich nemen. Die flexibiliteit vind ik ongelooflijk bijzonder, een pluim voor de zorg in Nederland. Wat ik ook zie is dat de preventie, wat een lastig onderwerp is omdat het zo breed is en een negatieve bijklank heeft. Als je fit en gezond bent, ben je minder kwetsbaar voor allerlei virussen. Waarschijnlijk ook voor corona. We kunnen het nu nog niet wetenschappelijk onderbouwen maar de kans is groot dat als je fit bent, dat je daar minder last van hebt, of restschade.

De aandacht voor preventie is ongelofelijk belangrijk. Als je kijkt naar het aantal mensen dat jaarlijks overlijdt aan de gevolgen van het roken, dat zijn 20.000 mensen. Ik wil niet de link leggen met corona, dat moet je niet overal mee doen. Maar we moeten wel nadenken over hoe we de samenleving gezondheid kunnen houden en ik geloof dat dit die discussie weer aanwakkert. Dat vind ik wel een belangrijke en positieve bijwerking van deze vreselijke pandemie.’

Sinds 1964 strijdt De Hartstichting tegen hart- en vaatziekten.  Het investeert in wetenschappelijk onderzoek om oorzaken van hart- en vaatziekten te achterhalen, en om nieuwe medische toepassingen in de praktijk te brengen. Van elke euro die wordt gedoneerd gaat € 0,81 naar wetenschappelijk onderzoek, voorlichting, preventie en patiëntenbelangen.

Hoe ziet jullie organisatie eruit? Hoeveel medewerkers hebben jullie en waar komen jullie middelen vandaan?

‘Je noemde in het begin al het getal, anderhalf miljoen mensen hebben hart- en vaatziekten. Dat is natuurlijk het allerbelangrijkste, we zijn opgericht ooit omdat er heel weinig bekend was over hart- en vaatziekten, en omdat er weinig voorlichting over was. Dat is ondertussen flink verbeterd, we weten een stuk beter hoe het hart werkt. Er wordt heel veel onderzoek op dat gebied gedaan. We geven nog steeds veel voorlichting. Dat maakt dat we een uiteenlopende taken hebben. We willen allereerst zorgen dat Nederland gezond is, dat doen we ook in samenwerking met andere gezondheidsfondsen. Wij doen dus mee in de strijd tegen tabak, maar we zijn ook bezig met gezonde voeding en met meer bewegen. We hebben ons in een partnership verbonden aan allerlei andere gezondheidsfondsen om ervoor te zorgen dat de maatschappij niet ziek wordt. Het tweede dat we doen is zorgen dat mensen die een hoger risico hebben, om die zo snel mogelijk op te sporen. Mensen met een te hoge bloeddruk bijvoorbeeld, die hebben veel meer kans op hart- en vaatziekten. Wij spannen ons in zodat mensen vaker hun bloed gaan meten. Dat is iets waar we nu heel erg actief mee zijn. Dat is dus echt ter voorkoming van ziekte door het laten zien van iets dat eigenlijk verborgen zit in miljoenen mensen in Nederland. Het derde is, als mensen dan iets overkomt, bijvoorbeeld een hartstilstand, dan willen we dat mensen zo snel mogelijk geholpen worden. Door een netwerk van burgerhulpverleners en AED’s. Waarbij vrijwilligers, het zijn er nu zo’n 260.000, aangesloten zijn op een netwerk en opgeroepen worden als er iemand in de buurt een hartstilstand krijgt. Een deel van die vrijwilligers wordt dan opgeroepen om een AED te halen en daarmee naar een slachtoffer te gaan. Als dat dan binnen 6 minuten lukt, dan is de kans op overleving aanzienlijk groter, dat is ook een belangrijke totaal andere tak van sport. Tot slot, als mensen eenmaal hart- en vaatziekten krijgen en in het ziekenhuis belanden, dan willen we ze natuurlijk zo snel mogelijk weer op de been helpen. Daar is veel onderzoek voor nodig. Normaal duurt het 12 jaar om een medicijn te vinden. Het is grappig om nu te zien dat met corona, het in een hele korte tijd kan als je maar met heel veel mensen op een onderzoek zet. Dat is ook wel weer hoopgevend. Daar doen we ook heel veel onderzoek naar, dat doen we al jaren. Je moet je voorstellen dat zo’n 800 á 900 onderzoekers zijn in Nederland die gefinancierd worden door de Hartstichting. Je vroeg ook even hoe groot wij zijn. Om al dit werk te doen maken we voor een groot deel gebruik van vrijwilligers. De meest bekende zijn natuurlijk de collectanten, maar er zijn nog veel meer vrijwilligers, die fantastisch werk voor ons doen. Om die goed te kunnen ondersteunen hebben we natuurlijk ook een kantoor met medewerkers waar 130 mensen werken, in Den Haag. We zijn een particuliere organisatie, 98% van onze inkomsten komen uit private giften. Dat zijn donateurs en mensen die nalatenschap aan ons nalaten. Er zijn ook bedrijven die ons helpen. Niet altijd in geld, maar ook door bijvoorbeeld infrastructuur beschikbaar te stellen. Of door ons te steunen met campagnes. Ook werken we heel nauw samen met andere organisaties om geld op te halen. Maar dat is een helse klus. Ieder jaar is het weer een enorme klus om al die diensten, support en geld bij elkaar te krijgen.’

Je noemde net al even collecteren, hoe gaat dat tegenwoordig? Heb je daar uitdagingen bij? Collecteren kon eerder dit jaar niet plaatvinden door corona.

‘Ja, dat is absoluut juist. Een paar maanden lang heeft niemand kunnen collecteren, wij dus ook niet. Wij collecteren normaal in april, dat is niet door gegaan dit jaar. Dat is natuurlijk ontzettend teleurstellend, vooral voor al die collectanten, maar die konden we toen natuurlijk niet de straat op sturen. Bovendien, de kans dat mensen open doen was toen ook niet zo groot. Dat is nu allemaal weer een beetje aan het normaliseren. Dus ook ongelofelijk veel middelen worden verzonden om dan toch iets te doen. Maar wat we wel hebben gedaan in die periode is digitaal collecteren. Dus we hebben iets van de inkomstenschade wel terug kunnen halen via een online collecte. We hopen in het najaar alsnog langs de deur te kunnen. Dat doen we dan samen met andere fondsen die ook niet konden collecteren, dan hoeven we niet 10 keer langs de deuren, maar dan doen we samen maar 1 ronde. Op die manier proberen we nog iets van de schade te redden. Het is sinds de Hartstichting bestaat nog niet eerder voorkomen dat een collecte is afgelast.’

Welke uitdagingen zie je hier ontstaan? Denk je dat door corona, mensen minder vrijgevig zullen zijn?

‘Nou ik noemde al een aantal dingen, de gezondheid van onze donateurs zelf. Ik denk dat daarmee ook het belang van het werk wat wij doen, onomstotelijk duidelijk geworden is. We hebben ook een aantal onderzoeken naar COVID-19 patiënten gestart om te kijken wat voor extra schade mensen krijgen hierdoor. Maar ook omgekeerd, mensen met hart- en vaatziekten, of die extra risico lopen op corona. Of zelfs, mensen die medicijnen gebruiken voor hart- en vaatziekten, of die zelfs weerbaarder zijn tegen corona. Dat zijn onderzoeken die wij ook steunen. Dat zijn internationale onderzoeken die wij in Nederland dan ondersteunen. Dat gaat natuurlijk door, maar daar is ook geld voor nodig. Het zal duidelijk zijn dat de economisch druk op allerlei organisaties, bedrijven en particulieren enorm groot is. Dat geldt voor ons ook, daar krijgen we mee te maken. Ik denk wel dat mensen het belang van het werk dat wij doen begrijpen. Hierdoor blijkt de loyaliteit van onze achterban heel groot te zijn. Daar ben ik wel heel blij mee. Maar het baart mij natuurlijk ook zorgen, zoals bij iedereen in Nederland.’

De Hartstichting wil hart- en vaatziekten verslaan. Dat is een fors streven, aangezien Nederland zo’n 1,55 miljoen hart- en vaatpatiënten telt. De Hartstichting heeft in 2019 veel initiatieven ontplooid. Waarvan de bekendste wellicht de BuurtAED is. 38.994 donaties ter waarde van €1.602.547 zijn er opgehaald voor BuurtAED’s. 58,5 % van Nederland heeft nu een 6-minuten dekking. Binnen 6 minuten kan iemand met behulpg van een AED gereanimeerd worden.

Jullie willen als Hartstichting natuurlijk de hart- en vaatziekten verslaan, dat is denk ik het hoofddoel. Meten jullie hoeveel impact jullie maken?

‘Het verslaan van hart- en vaatziekten is een beetje de traditionele benadering, alsof je dat even kan fixen. Het aantal mensen met hart- en vaatziekten zal toenemen, vooral door vergrijzing. Dat willen wij natuurlijk wel een halt toeroepen, maar wij vinden het minstens zo belangrijk dat mensen zoveel mogelijk uit hun hart weten te halen, ook gezonde mensen. Dat mensen zuiniger op hun hart zijn. Ik zei net al even: het meten van je bloeddruk, zorg dat je veel beweegt, gezond eten, niet te zout, niet te zoet, niet roken. Het klinkt allemaal een beetje met het vingertje omhoog. Maar een hart is wel een fantastisch orgaan, de mooiste die je hebt. Er zijn zoveel uitdrukkingen waar het hart in voorkomt, die ook met hoop en liefde te maken hebben, en met wie we zijn. Daar moeten we zuinig op zijn zodat we langer gezond kunnen leven. Het is niet alleen maar die vreselijke ziekte de baas worden, maar als we er allemaal voor zorgen dat we gezonder leven, dan krijgen we die ziekte ook niet. Er zijn natuurlijk ook mensen die erfelijk belast zijn helaas, daar letten we ook op. Maar onze strijd is eigenlijk om zoveel mogelijk uit je hart te halen, en gezond te leven. Dat is eigenlijk wat we doen. Je vroeg naar impact, natuurlijk streven we naar impact. Impact kan voor één persoon heel groot zijn, maar je kan het ook statistisch bekijken: hoeveel mensen overleden er vijftig jaar geleden aan hart- en vaatziekten en hoeveel zijn dat er nu. Dat aantal is percentueel ongelofelijk verminderd, daar hebben we grote sprongen gemaakt met Bypass-operaties en de Dotterbehandelingen en reanimeren. Daar hebben we enorme statistische vooruitgangen geboekt. Wat ik zelf altijd het meest bijzonder vind zijn de individuele verhalen. Bijvoorbeeld kinderen die geboren worden met een hartafwijking, die moeten een aantal keer worden geopereerd, dat is heel ingrijpend voor ook de naasten. Maar ook zijn er hele mooie verhalen. Ik heb letterlijk gisteren een SMS gekregen van iemand die net bij ons uit dienst is, en haar broer heeft onverwacht een hartstilstand gekregen. De zoon van die broer, een 15-jarige jongen, heeft reanimatie les op school gehad, die heeft dat toegepast en zijn vader gered. Als je dat hoort dan krijg je kippenvel, dan krijgt impact ineens een hele andere betekenis en dat zijn de momenten waar we het eigenlijk voor doen. Dat is waar je natuurlijk altijd met digitalisering mee bezig zijn. Ook in de gezondheidszorg.

Wij willen heel graag ook naar veel meer technologie, meer data gedreven behandelingen en onderzoek, maar we moeten juist niet vergeten dat we met mensen te maken hebben, en juist door dingen efficiënter te doen, je langer de tijd hebt om ze te helpen en bij te staan, en in sommige gevallen ook om ze te redden. Dat is natuurlijk fantastisch.’

Je beschrijft nu één individueel geval, een hele bijzondere. Maar met de vrij bekende actie, de buurt AED, zijn dat soort gevallen ineens heel vaak of niet?

‘Wij zijn goed op weg om dat netwerk helemaal sluitend te krijgen. Dat betekent, dat je op iedere plaats in Nederland wanneer iemand een hartstilstand krijgt, buiten het ziekenhuis, er binnen 6 minuten een vrijwilliger met een AED aanwezig kan zijn. Als dat lukt, dat gaan we ervanuit dat we zo een twee tot drieduizend levens per jaar kunnen redden. Want dit komt per week ongeveer 300 keer voor in Nederland, dat iemand een hartstilstand krijgt. Het resultaat is zeer indrukwekkend, waar we ook jaren mee bezig geweest zijn, met een aantal partners. Dat is iets wat we ook alleen maar kunnen met vrijwilligers samen. Ik ben zelf ook aangesloten op dat netwerk, ik ben ook een paar keer opgeroepen. Je weet niet wat er gebeurt als je opgeroepen wordt, je laat alles uit je handen vallen en je rent naar de plek die dan op je telefoon staat, het adres staat er altijd bij. Als je daar dan als eerste bent probeer je eerste hulp te verlenen, in de vorm van reanimatie.’

Weet je dan nog wat je moet doen op zo een moment?

‘Nou, de mensen die bij ons aangesloten zijn op het netwerk zijn allemaal getraind. Dat doen ze in andere landen soms anders, daar laten ze een spotje zien van 40 seconden en dan weet iedereen hoe het moet. Maar het blijkt uit onderzoek dat het toch beter is, als je mensen traint. Dan krijg je wat minder mensen die de basis kennen, maar die mensen blijken in praktijk ook echt wel te weten wat ze moeten doen. Het is ook niet heel ingewikkeld, maar je moet het bij die training wel heel veel oefenen. Er is maar één fout die je kan maken en dat is niks doen. Als je niks doet, dan overlijdt iemand in heel veel gevallen. Je moet iets doen en als je getraind bent blijkt in praktijk dat je wel weet wat je moet doen. Altijd wordt eerst 112 gebeld, dat is de manier hoe het netwerk geactiveerd wordt. De mensen uit de meldkamer weten ook heel goed hoe ze de burgerhulp verleners moeten coachen, ook tijdens het reanimeren. Dus mocht je iets vergeten zijn, dan kunnen ze je daar ook bij helpen. We hebben zelf ook ontmoetingen georganiseerd tussen slachtoffers en redders. Je moet je voorstellen dat een slachtoffer meestal niet weet wie zijn redder is, die is namelijk buiten bewustzijn. Als je dan mensen in contact brengt met hun redder, dan ontstaan er echt hele bijzondere ontmoetingen. Als je daar bij bent, dan denk je echt wel dit is heel gaaf, dit is waar het om gaat. Er ontstaan ook hele rare dingen. Er was een keer een man die aan het fietsen was met zijn vrouw toen hij een hartstilstand kreeg. Er kwam toen toevallig een groep motorrijders voorbij en één van die motorrijders wist hoe je moest reanimeren. Die heeft die man gered en sindsdien vindt die vrouw het belangrijk dat ze ieder jaar een etentje hebben met z’n drieën. Die man en die motorrijder hebben elkaar eigenlijk niet zo heel veel te vertellen, maar het feit dat de een redder is en de ander slachtoffer, dat geeft een enorme band voor het leven. Ik zou iedereen ook willen oproepen om zo’n cursus te doen, ook al is het maar voor je eigen partner of eigen omgeving.’

Floris Italianer is sinds 2013 directeur van de Hartstichting. Op 30 mei 2019 werd Italianer unaniem gekozen tot voorzitter van de raad van de EHN (European Heart Network). Hij nam toen het stokje over van Simon Gillespie, directeur van de British Heart Foundation. Italianer studeerde economie aan de Rijksuniversiteit Groningen en behaalde zijn doctoraalexamen Bedrijfskunde aan de Interfaculteit Bedrijfskunde.

Ik wilde je nog naar een persoonlijke ervaring vragen, je noemde er nu eigenlijk al twee. Is er nog iets bij wat je doet voor je organisatie waar je een brok van in je keel krijgt of wat enorme boosheid bij je oproept?

‘Ik heb een paar dingen genoemd die gebeuren als je persoonlijk wordt opgeroepen, maar er zijn ook andere hele mooie dingen. Ieder jaar hebben we een aantal vrijwilligers die al 25, 40 en soms zelfs 50 jaar de collecte organiseren in hun stad, dorp of wijk. Die krijgen dan van ons een speldje, een gouden speld, of een diamanten, afhankelijk van hoeveel jaar ze het hebben gedaan. Dat zijn hele bijzondere gelegenheden. Dat zijn mensen zoals jij en ik die het volstrekt vanzelfsprekend vinden dat ze dit al jaren doen. Om in contact te komen met dat soort mensen, dat is ook wel bijzonder. Dan zie je wat voor een mooi land we eigenlijk wonen. Met al die vrijwilligers die zich daar belangeloos voor inzetten en die het ook zo gewoon vinden. Ik vind het helemaal niet gewoon. Ik vind het echt super als mensen dat zo lang doen. Soms gaat het ook van moeder of vader op dochter of zoon. Het is helemaal niet makkelijk, je moet telkens weer collectanten zien te vinden en die mensen doen het al jarenlang. Dat is super, dat is een van de mooiere aspecten van het werk dat ik mag doen voor de Hartstichting.’

Floris, dankjewel voor je tijd. Toch nog een laatste vraag. Is er wat jou betreft een wereld voor te stellen zonder hart- en vaatziekten?

‘Ik probeer me dat regelmatig voor te stellen. Ik denk dat een wereld waarin mensen langer gezond leven, niet het rekken van het leven, maar echt dat ze langer gezond leven, die wereld is zeer voorspelbaar. Daar zijn we echt mooie stappen in aan het nemen. Maar dat is echt iets waar we met zijn allen aan moeten werken, met 17 miljoen mensen.’

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.