Jullie willen als Hartstichting natuurlijk de hart- en vaatziekten verslaan, dat is denk ik het hoofddoel. Meten jullie hoeveel impact jullie maken?
‘Het verslaan van hart- en vaatziekten is een beetje de traditionele benadering, alsof je dat even kan fixen. Het aantal mensen met hart- en vaatziekten zal toenemen, vooral door vergrijzing. Dat willen wij natuurlijk wel een halt toeroepen, maar wij vinden het minstens zo belangrijk dat mensen zoveel mogelijk uit hun hart weten te halen, ook gezonde mensen. Dat mensen zuiniger op hun hart zijn. Ik zei net al even: het meten van je bloeddruk, zorg dat je veel beweegt, gezond eten, niet te zout, niet te zoet, niet roken. Het klinkt allemaal een beetje met het vingertje omhoog. Maar een hart is wel een fantastisch orgaan, de mooiste die je hebt. Er zijn zoveel uitdrukkingen waar het hart in voorkomt, die ook met hoop en liefde te maken hebben, en met wie we zijn. Daar moeten we zuinig op zijn zodat we langer gezond kunnen leven. Het is niet alleen maar die vreselijke ziekte de baas worden, maar als we er allemaal voor zorgen dat we gezonder leven, dan krijgen we die ziekte ook niet. Er zijn natuurlijk ook mensen die erfelijk belast zijn helaas, daar letten we ook op. Maar onze strijd is eigenlijk om zoveel mogelijk uit je hart te halen, en gezond te leven. Dat is eigenlijk wat we doen. Je vroeg naar impact, natuurlijk streven we naar impact. Impact kan voor één persoon heel groot zijn, maar je kan het ook statistisch bekijken: hoeveel mensen overleden er vijftig jaar geleden aan hart- en vaatziekten en hoeveel zijn dat er nu. Dat aantal is percentueel ongelofelijk verminderd, daar hebben we grote sprongen gemaakt met Bypass-operaties en de Dotterbehandelingen en reanimeren. Daar hebben we enorme statistische vooruitgangen geboekt. Wat ik zelf altijd het meest bijzonder vind zijn de individuele verhalen. Bijvoorbeeld kinderen die geboren worden met een hartafwijking, die moeten een aantal keer worden geopereerd, dat is heel ingrijpend voor ook de naasten. Maar ook zijn er hele mooie verhalen. Ik heb letterlijk gisteren een SMS gekregen van iemand die net bij ons uit dienst is, en haar broer heeft onverwacht een hartstilstand gekregen. De zoon van die broer, een 15-jarige jongen, heeft reanimatie les op school gehad, die heeft dat toegepast en zijn vader gered. Als je dat hoort dan krijg je kippenvel, dan krijgt impact ineens een hele andere betekenis en dat zijn de momenten waar we het eigenlijk voor doen. Dat is waar je natuurlijk altijd met digitalisering mee bezig zijn. Ook in de gezondheidszorg.
Wij willen heel graag ook naar veel meer technologie, meer data gedreven behandelingen en onderzoek, maar we moeten juist niet vergeten dat we met mensen te maken hebben, en juist door dingen efficiënter te doen, je langer de tijd hebt om ze te helpen en bij te staan, en in sommige gevallen ook om ze te redden. Dat is natuurlijk fantastisch.’
Je beschrijft nu één individueel geval, een hele bijzondere. Maar met de vrij bekende actie, de buurt AED, zijn dat soort gevallen ineens heel vaak of niet?
‘Wij zijn goed op weg om dat netwerk helemaal sluitend te krijgen. Dat betekent, dat je op iedere plaats in Nederland wanneer iemand een hartstilstand krijgt, buiten het ziekenhuis, er binnen 6 minuten een vrijwilliger met een AED aanwezig kan zijn. Als dat lukt, dat gaan we ervanuit dat we zo een twee tot drieduizend levens per jaar kunnen redden. Want dit komt per week ongeveer 300 keer voor in Nederland, dat iemand een hartstilstand krijgt. Het resultaat is zeer indrukwekkend, waar we ook jaren mee bezig geweest zijn, met een aantal partners. Dat is iets wat we ook alleen maar kunnen met vrijwilligers samen. Ik ben zelf ook aangesloten op dat netwerk, ik ben ook een paar keer opgeroepen. Je weet niet wat er gebeurt als je opgeroepen wordt, je laat alles uit je handen vallen en je rent naar de plek die dan op je telefoon staat, het adres staat er altijd bij. Als je daar dan als eerste bent probeer je eerste hulp te verlenen, in de vorm van reanimatie.’
Weet je dan nog wat je moet doen op zo een moment?
‘Nou, de mensen die bij ons aangesloten zijn op het netwerk zijn allemaal getraind. Dat doen ze in andere landen soms anders, daar laten ze een spotje zien van 40 seconden en dan weet iedereen hoe het moet. Maar het blijkt uit onderzoek dat het toch beter is, als je mensen traint. Dan krijg je wat minder mensen die de basis kennen, maar die mensen blijken in praktijk ook echt wel te weten wat ze moeten doen. Het is ook niet heel ingewikkeld, maar je moet het bij die training wel heel veel oefenen. Er is maar één fout die je kan maken en dat is niks doen. Als je niks doet, dan overlijdt iemand in heel veel gevallen. Je moet iets doen en als je getraind bent blijkt in praktijk dat je wel weet wat je moet doen. Altijd wordt eerst 112 gebeld, dat is de manier hoe het netwerk geactiveerd wordt. De mensen uit de meldkamer weten ook heel goed hoe ze de burgerhulp verleners moeten coachen, ook tijdens het reanimeren. Dus mocht je iets vergeten zijn, dan kunnen ze je daar ook bij helpen. We hebben zelf ook ontmoetingen georganiseerd tussen slachtoffers en redders. Je moet je voorstellen dat een slachtoffer meestal niet weet wie zijn redder is, die is namelijk buiten bewustzijn. Als je dan mensen in contact brengt met hun redder, dan ontstaan er echt hele bijzondere ontmoetingen. Als je daar bij bent, dan denk je echt wel dit is heel gaaf, dit is waar het om gaat. Er ontstaan ook hele rare dingen. Er was een keer een man die aan het fietsen was met zijn vrouw toen hij een hartstilstand kreeg. Er kwam toen toevallig een groep motorrijders voorbij en één van die motorrijders wist hoe je moest reanimeren. Die heeft die man gered en sindsdien vindt die vrouw het belangrijk dat ze ieder jaar een etentje hebben met z’n drieën. Die man en die motorrijder hebben elkaar eigenlijk niet zo heel veel te vertellen, maar het feit dat de een redder is en de ander slachtoffer, dat geeft een enorme band voor het leven. Ik zou iedereen ook willen oproepen om zo’n cursus te doen, ook al is het maar voor je eigen partner of eigen omgeving.’