‘Donkervoort maakt auto’s die alles van je vragen. Net als het ondernemerschap zelf’, zegt Denis Donkervoort. Als tweede generatie bestuurt hij sinds 2021 het familiebedrijf. Wat begon met een liefde voor racen, groeide uit tot een compromisloze zoektocht naar perfectie en mentale balans. ‘Mijn wereld draait om het beschermen van het bedrijf.’
Denis Donkervoort (37) is sinds 2021 managing director van Donkervoort Automobielen, het Nederlandse sportwagenmerk dat wereldwijd indruk maakt met extreem lichte, handgebouwde bolides. In 2021 nam hij het stuur van het bedrijf over van zijn vader Joop, die het vanaf 1978 stap voor stap met eigen handen had opgebouwd. Daarnaast startte hij Ex-Core Technologies, een innovatieve scale-up in koolstofvezeltechnologie, die toeleverancier is voor Formule 1-teams, hoogwaardige jachtbouwers en de luchtvaart. Een persoonlijk gesprek over racebloed, competitiedrang, genieten van vermogen en de balans tussen privé en presteren.
Wie is Denis Donkervoort?
‘Ik ben Denis Donkervoort, de tweede generatie in onze familieonderneming. Mijn vader heeft het opgericht in 1978. Ik ben 37 jaar, binnenkort getrouwd en vader van twee dochters – het allermooiste in het leven. Maar ik ben ook opgegroeid met vier wielen. Benzine in het bloed. Vanaf mijn achtste was ik al aan het karten.’
Kon je ’t een beetje?
‘Ik was zeker geen Max Verstappen, maar ook niet slecht: ik ben een aantal keer Nederlands kampioen geweest, heb EK-finales gereden. Mijn ouders leerden me al vroeg dat het niet alleen ging om de beste worden, maar ook om het ondernemerschap in de sport. Ik moest zelf werken en sparen voor wat ik nodig had, zelf sponsors zoeken. Als jochie van acht, tien, twaalf … Ik weet nog dat ik zelf moest onderhandelen over de aankoop van m’n eerste kart. Achteraf gezien was dat natuurlijk voor de show, maar ik dacht als kind dat het echt was.’
Wat leerde je vooral?
‘Dingen die ik nog elke dag gebruik: je verhaal brengen, mensen meenemen in je idee, focussen, prioriteiten stellen, omgaan met winnen en verliezen. Van het karten heb ik veel incasseringsvermogen gekregen, maar mijn competitiedrang is er niet minder van geworden. Ziekelijk bijna (lacht): ik wil winnen, ook nu in mijn ondernemerschap. Dat is niet altijd makkelijk voor mensen om me heen.’
Een baas die altijd topprestaties eist?
‘Precies. Gelukkig zijn we een heel hechte groep, met veel oudgedienden van wie sommigen me nog kennen als dat jochie van acht. Bij ons geldt heel sterk: soort zoekt soort. We zijn allemaal fanatiek op kwaliteit, op engineering, op innovaties en prestaties. Als je dat niet in je hebt, werk je hier niet. Als je bij Donkervoort werkt, wil je winnen.’
Toch verschillen je vader en jij enorm. Waarin vooral?
‘Alles. Mijn vader is echt een techneut, een professor bijna. Die was altijd bezig met net een betere auto ontwerpen, net iets beter bouwen. Het ging altijd over techniek, ontwerp, engineering. Ik ben ook besmet met dat virus, maar ik ben geen engineer. Ik kan geen wielophanging ontwerpen, maar kan wel heel goed aangeven hoe die moet rijden. En ik ben qua karakter meer de ondernemer: zorgen dat de organisatie goed staat, dat we de juiste marketing doen, dat alles in harmonie is om het bedrijf te laten groeien.’
Over Denis
Denis Donkervoort (1988), spreek uit Deni, is CEO van Donkervoort Automobielen en oprichter van Ex-Core Technologies. Hij studeerde aan IVA in Driebergen en Northwood University in Midland, Michigan (VS) en begon op zijn twintigste in het familiebedrijf. In 2021 nam hij officieel het stuurwiel over van zijn vader Joop. Denis woont met zijn vrouw en twee dochters in Loosdrecht en kart nog altijd, zij het nu meer voor de liefhebberij.
De overdracht van een familiebedrijf verloopt zelden zonder emotie. Hoe ging dat bij jullie?
‘Eigenlijk met een hele harde stop, want uiteindelijk concludeerden we samen dat we verschillen hadden in onze visie waar de onderneming naartoe moest. En dan kom je op een punt dat je zegt: twee kapiteins op een schip gaat niet. Dan moet je kiezen. Wat ik enorm respecteer en indrukwekkend heb gevonden is dat hij toen heeft gezegd: “Dan stop ik ook helemaal en moet jij maar doen wat jij denkt dat nodig is. Met je handen vrij.”’
Was dat pijnlijk?
‘Was het een euforische feeststemming? Nee, het was een proces met veel emoties. Als je werkgever-werknemer bent, zou je er ruzie over krijgen. Maar omdat je vader en zoon bent, en al zo lang teruggaat, kom je tot de juiste beslissingen. Dat is het mooie van familiebedrijven: je kunt 100 procent eerlijk tegen elkaar zijn. Je ziet best vaak in familiebedrijven dat de vorige generatie krampachtig invloed wil houden en daarmee de nieuwe generatie in de weg zit. Dan heb je twee verliezers.’
Klinkt wel alsof jullie elkaar stevig de waarheid hebben gezegd.
‘Zeker. Ook in de samenwerking vóór die tijd hadden we al onze verschillen. Maar je hebt over en weer extreem respect. Het is vooral belangrijk dat je dingen doet waar je zelf heel erg in gelooft en waar je je comfortabel bij voelt. Je leert pas echt sturen zodra de zijwieltjes eraf gaan. Pas dan ontdek je of je er klaar voor bent.’
Heb jij een goede engineer naast je, in plaats van pa?
‘Precies. Zonder onze afdeling engineering – inmiddels tien personen sterk, onder leiding van Jordi Wiersma – had ik dit niet kunnen doen. Jordi is begonnen bij mijn vader als stagiair en is al zeventien, achttien jaar bij ons. Hij heeft die technische kant van mijn vader eigenlijk naadloos overgenomen. Daardoor kan ik me focussen op het ondernemerschap.’
Over Donkervoort
Donkervoort Automobielen, opgericht in 1978 door Joop Donkervoort, is een Nederlandse autoproducent die wereldwijd bekendstaat om zijn compromisloze focus op sportiviteit, dynamiek en technische verfijning. Het merk ontstond vanuit de droom van Joop Donkervoort om een extremere, lichtere en puristischere versie te bouwen van de Britse open-wheeled tweezitter Lotus Seven, zonder compromissen op het gebied van kwaliteit en techniek. Elk jaar produceert het bedrijf in Lelystad met de hand ongeveer vijftig ultralichte sportwagens, zoals de recent geïntroduceerde F22-serie. Met een gewicht van slechts 750 kilo en een 500 pk sterke vijfcilinder turbomotor biedt die een ongeëvenaarde, pure rijervaring. De prijzen voor een Donkervoort beginnen rond de 245.000 euro exclusief belastingen en kunnen oplopen afhankelijk van personalisatie. Met klanten over de hele wereld is Donkervoort een toonbeeld van Nederlandse engineering en vakmanschap.
In jouw woorden: wat is het DNA van Donkervoort en hoe bewaak je dat?
‘Donkervoort doet precies het tegenovergestelde van wat de rest doet. Dat klinkt eigenwijs en dat is het ook, maar het is ook de enige manier waarop je je als ieniemienie-autofabrikant kunt onderscheiden. We richten ons op de ultieme beleving achter het stuur. Superlicht, hightech en je moet alles zelf doen, de auto doet het niet voor jou. Voor een automobielfabrikant zoals wij is het in deze tijd van steeds strengere regelgeving extra uitdagend om je pure DNA te waarborgen. Maar bij ons is nee geen optie, al 47 jaar. Dat vind je terug in alle hoeken van het bedrijf, maar ook in het product.’
Naast Donkervoort hebben jullie nu ook Ex-Core, gespecialiseerd in het maken van lichtgewicht carbononderdelen. Klopt het dat dat zijn oorsprong vond in een fout op de autoshow in Genève?
‘Ja, echt. We stonden in 2007 op de beurs van Genève met onze allereerste Donkervoort met een vast dak: de D8 GT. Een prachtige coupé, volledig van carbon, met een sandwichdak van carbon met een dempende en isolerende schuimtussenlaag. Alles zag er perfect uit, tot het dak op dag drie begon te golven onder de hitte van de spotlights. Dat schuim duwde de carbonbuitenkant omhoog, heel gênant. We hebben gauw de deuren opengezet, zodat het minder opviel.’
Auw. En toen?
‘We realiseerden ons al snel: als schuim zóveel kracht kan geven dat het carbon vervormt, kunnen we die kracht dan niet benutten? Zo ontstond het idee voor Ex-Core. Terug in een hoekje van de fabriek zijn we gaan experi-menteren. Met stagiairs van technische universiteiten, met oude mallen en allerlei chemische recepten. En dat groeide uit tot een gepatenteerde technologie voor sandwichstructuren. Vandaag de dag leveren we aan onder meer Formule 1-teams, defensie, superjachten en zelfs sportwagenfabrikanten.’
Wat doet Ex-Core anders dan anderen?
‘Conventionele sandwich-constructies gebruiken voorgevormd schuim of metaal tussen twee lagen carbon, die je moet verlijmen en afbakken in een autoclaaf, een carbon-oven. Ex-Core is een soort poeder, sneeuwachtig spul, dat we aanbrengen tussen de lagen carbon. Bij verhitting zet dat uit en geeft dan tot wel 6 of 7 bar druk, waardoor het de carbonvezels tot in elke hoek van de mal drukt. Zo kunnen we vrijwel elke vorm maken die we willen. Zonder lijm, zonder nabehandeling, zonder afval en tegen veel lagere kosten.’
Twee eigenwijze, ambitieuze bedrijven naast elkaar. Hoe houd je focus?
‘Het is een dagelijkse uitdaging. We zijn met zo’n zestig mensen, van wie veertig in productie. Dat betekent dat je als directie op veel plekken tegelijk moet zijn. Maar ik probeer dat te managen met goede mensen om me heen en met een beetje discipline.’
Voel jij peer pressure van andere succesvolle jonge ondernemers?
‘Vroeger wel, bijvoorbeeld door te vergelijken met schoolvrienden en andere leeftijdsgenoten die ook succesvol ondernemer zijn. Nog altijd komt de competitiedrang bij mij snel naar boven. Maar vergelijken is een valkuil, hè. Tegenwoordig hoef ik niet meer zo nodig een ander te verslaan. Ik wil vooral de vrijheid hebben om te doen wat ik het liefste doe, daar goed in zijn en daarvan genieten. Dan is het opeens niet meer een wedstrijd tegen een tegenstander, maar gewoon werken aan je eigen geluk.’
Je noemt het familiebedrijf je grootste bezit. Hoe speelt dat mee in hoe je met vermogen omgaat?
‘Mijn wereld draait om het beschermen van dat bedrijf. Dat is altijd nummer één. Ik heb het geluk gehad dat ik hier begon in de kredietcrisis. Het was roeien met de riemen die we hadden. Pa en ik reden in de bestelbus heen en weer. Alles moest naar de onderneming. Dat wil ik nooit meer meemaken. Daarom bouwen we buffers, houden we alles strak.’
Geeft vermogen jou rust?
‘Als je een goede buffer hebt, geeft dat rust. Maar hoe meer je hebt, hoe groter ook de verantwoordelijkheid en dus de druk. Je hebt meer te verliezen en de lat ligt steeds hoger. Dat kan stress geven, zeker als je je verantwoordelijk voelt voor zestig gezinnen. Toch probeer ik me niet te veel te richten op wat er mis zou kunnen gaan. Ik focus liever op de inhoud: goede mensen, een goed product en de juiste koers. Dan volgt de rest vanzelf.’
Hoe houd je balans?
‘Racen helpt. Dan móét je alles loslaten. Ik sport regelmatig. En mijn gezin is mijn anker. Thuis gaat het niet over auto’s, dat helpt om het hoofd leeg te maken.’
Wat vind jij een gevaarlijke valkuil bij succes?
‘Dat je denkt dat het vanzelf gaat. Of dat je bang wordt om risico’s te nemen, terwijl je juist moet blijven vernieuwen. Wij proberen dat door altijd samen te werken: met partners, met klanten. Vroeger keek iedereen de kat uit de boom, nu zoeken we elkaar op en komen we samen sneller verder. Dat is winst.’
Waar droom je van?
‘Dat we met Donkervoort een fundament hebben gelegd waarop het nog heel lang kan voortbestaan. Dat we internationaal groeien, maar altijd trouw blijven aan de kern. Geen concessies. En dat we iets nalaten waar mensen met trots op terugkijken.’
En de opvolging?
‘Of m’n dochters het bedrijf ooit willen voortzetten, bedoel je? Wie weet. Als ze het maar met passie doen, net als wij.’