De gebouwde omgeving is goed voor 40 procent van de CO2-uitstoot. Daar waar wij wonen, werken en recreëren is de impact op het klimaat dus enorm. De wet- en regelgeving dwingt ons steeds meer na te denken over de energietransitie. Hoe kunnen wij hierop acteren zonder dat het de waarde van ons vastgoed aantast? Of liever: zelfs waarde toevoegt.
Het Besluit energieprestatie gebouwen is de wettelijke regeling voor energielabels, die sinds 1 januari 2008 van kracht is. Op grond daarvan dient de eigenaar bij oplevering, verkoop of verhuur van een gebouw of een gedeelte van een gebouw een geldig energielabel ter beschikking te stellen. Met de invoering van de label C-verplichting voor kantoren per 1 januari 2023 is er weer een stap gezet in de verduurzaming van de vastgoedsector. In 2030 geldt voor de gehele utiliteitsbouw minimaal label E en vanaf dat jaar mogen er ook geen woningen meer worden verhuurd met energielabel E of slechter.
Er is natuurlijk nog veel meer wet- en regelgeving, bijvoorbeeld BENG voor nieuwbouw. Net zoals er veel subsidieregelingen zijn. Het voert te ver om die allemaal op te sommen, maar het is belangrijk er als vastgoedinvesteerder van op de hoogte te zijn.
Veel beleggers zijn al begonnen met het verduurzamen van vastgoed, omdat ze anticiperen op verdere aanscherpingen van het duurzaamheidsbeleid in de toekomst. Zo voorkomen zij dat ze alles tegelijk moeten aanpakken. Is vastgoed straks nog wel rendabel en goed te verhandelen als het niet is verduurzaamd?
Om waarde toe te voegen is louter voldoen aan minimale wettelijke vereisten geen verstandige keuze. Vastgoed verduurzamen kan namelijk bijdragen aan het rendement. Huurders tonen de afgelopen jaren steeds meer interesse in groene panden. Voordelen van verduurzaming voor verhuurders kunnen zijn: hogere huurinkomsten doordat ze (toekomstige) investeringen kunnen meenemen bij het bepalen van een passende huurprijs en een betere verhuurbaarheid doordat huurders lagere service- en energiekosten betalen en meer comfort ervaren. Dit alles leidt veelal tot een hogere waarde van het vastgoed.
Verduurzaming blijft zeer waarschijnlijk niet beperkt tot het juiste label hebben, ook het werkelijk gebruik zal op enig moment een rol gaan spelen. Voor grotere ondernemingen en/of verbruikers geldt dit nu al. Het is dan ook zaak zicht te houden op deze regels bij de aankoop en het beheer van vastgoed om tegenvallers te voorkomen en kansen te grijpen. Er is nu nog genoeg tijd en een duurzame vastgoedportefeuille wordt meer en meer de norm.