Direct naar content
6 min. leestijd

Het demissionair kabinet heeft de nieuwe plannen en maatregelen voor 2024 bekend gemaakt. Wat kunt u verwachten van de aanpassingen in box 3? Hoe wil de overheid verduurzaming verder stimuleren? En wat verandert er rondom werk en inkomen? De belangrijkste veranderingen leest u in dit artikel. Weet wel dat de parlementaire behandeling nog moet volgen, voordat deze maatregelen in werking treden.

1. Aanpassingen in box 3

De overheid wil het heffen van belasting in box 3 anders aanpakken. Waar nu belasting wordt geheven op basis van een forfaitair (verondersteld) rendement, is het plan om dat in de toekomst op basis van het werkelijke rendement te doen. Op de website van de Rijksoverheid leest u meer over deze plannen. De invoering van het nieuwe stelsel is uitgesteld tot 2027.

Als gevolg van het uitstel van het nieuwe stelsel krijgt de overheid te maken met budgettaire derving. Om het verlies van inkomsten te beperken, stelt het kabinet daarom twee maatregelen voor.

  • Het belastingtarief in box 3 zou in de oorspronkelijke plannen in 2024 met 2% worden verhoogd van 32% naar 34%. Na behandeling in de Tweede Kamer is dit tarief echter verhoogd naar 36%.
  • Het heffingvrije vermogen blijft gelijk op € 57.000 (of € 114.000 voor fiscale partners gezamenlijk) en wordt met ingang van 1 januari 2024 niet geïndexeerd.

Daarnaast wordt een aantal aanpassingen in box 3 wel al aankomend jaar doorgevoerd. Deze kunnen voor u als belastingbetaler namelijk ongunstig uitpakken.

  • Woont u in een appartement met een VvE? Uw aandeel in het vermogen van de VvE valt nu nog onder de categorie ‘overige bezittingen’. Het forfaitair rendement op deze categorie is hoog (6.04% in 2024). Maar veel mensen ervaren dit aandeel eerder als een banktegoed. Hierop is het forfaitair rendement een stuk lager. Daarvoor geldt een rendement dat wordt afgeleid van het gemiddelde rendement op kortlopende deposito’s. Dat sluit aan bij het rendement op een spaarrekening. Uw aandeel in de VvE wordt dan ook onder de categorie ‘banktegoeden’ geplaatst en minder zwaar belast.
  • Ook als een deel van uw vermogen op de derdengeldenrekening bij een notaris of deurwaarder staat, wordt dit niet meer toegerekend aan de categorie ‘overige bezittingen’, maar tot de categorie ‘banktegoeden’ en tegen het lagere tarief belast.
  • Is er sprake van een vordering op een partner? Bijvoorbeeld als u geld leent van uw partner voor de aankoop van een woning. Dan valt deze vordering op dit moment in de categorie ‘overige bezittingen’. De bijhorende schuld van de partner valt in de categorie ‘schulden’. Deze laatste categorie wordt tegen een veel lager forfaitair rendement belast. Dit leidt tot een ongewenste situatie. De vordering wordt daarom geheel buiten de belastingheffing gehouden. Overigens heeft dit ook gelding voor de verhouding ouders – minderjarige kinderen.

In het wetsvoorstel staat dat de 3 bovenstaande aanpassingen met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 gelden. Wilt u meer lezen over de veranderingen in box 3? Lees dan het artikel: ‘Aanpassingen box 3 in 2024’.

2. Veranderingen rondom wonen

Op het gebied van wonen – en dan met name de huurmarkt – staat een aantal aanpassingen op de planning.

  • De leeftijdsgrens voor huurtoeslag gaat omlaag van 23 naar 21 jaar. Ook de servicekosten zullen niet meer meetellen bij het bepalen van de hoogte van de huurtoeslag.
  • Het woningwaarderingsstelsel (WWS) bepaalt de woningkwaliteit en maximale huurprijs. Bij een woning met ongeveer 148 punten wordt de maximale (sociale) huurprijs bereikt (€ 808 per maand). In het wetsvoorstel betaalbare huur is opgenomen dat dit puntenaantal wordt uitgebreid naar 186 punten en met daarbij een maximale huurprijs van € 1.123 per maand. Meer huurwoningen zullen hierdoor onder de regulering gaan vallen en gaan behoren tot een nieuwe groep gereguleerde huurwoningen: de middenhuur.
  • De maximale huurprijzen die vastgesteld zijn in de WWS waren eerst niet verplicht. Het afspreken van een hogere huurprijs was niet verboden. In het wetsvoorstel betaalbare huur is opgenomen dat verhuurder zich in de toekomst wel aan deze maximale huurprijzen gebaseerd op basis van het nieuwe WWS-systeem dient te houden.

3. Schenken en erven: einde jubelton

Aankomend jaar is officieel het eind van de eenmalige vrijgestelde schenking voor een eigen woning (ook wel: jubelton). In 2023 was er sprake van een verlaging van de ‘jubelton’ tot het bedrag van de reguliere eenmalige verhoogde schenkingsvrijstelling (€ 28.947 in 2023). Deze stopt in 2024.

Vanaf dit punt gelden alleen nog de reguliere vrijstellingen. De eenmalige vrijstelling voor ouders aan kinderen (€ 31.813 in 2024) of de reguliere jaarlijkse vrijstelling (€ 6.633 in 2024). En de reguliere vrijstelling voor grootouders aan kinderen (€ 2.658 in 2024). Heeft u het plan om als grootouder aan uw kleinkind te schenken? Dan kunt u alleen tot het eind van 2023 een hoger bedrag belastingvrij schenken, mits gebruikt voor de eigen woning.

4. Werk en inkomen: nieuwe regelingen

Ook op het gebied van werk en inkomen staat er voor aankomend jaar een aantal nieuwe regelingen op de planning.

  • Wanneer eerder uit uw voorlopige aangifte inkomstenbelasting naar voren kwam dat u belasting verschuldigd was, kreeg u een korting als u dit bedrag in één keer betaalde. De zogenaamde betalingskorting. Deze betalingskorting wordt vanaf 2024 afgeschaft voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting. Volgend jaar geldt deze korting dus niet meer.
  • De onbelaste reiskostenvergoeding wordt per 1 januari aanstaande verhoogd van 21 naar 23 cent per kilometer.
  • Het kabinet stelt voor om het privégebruik van een ov-kaart vrij te stellen. Voorwaarde is dat de werknemer de ov-kaart ook voor zakelijke reizen (waaronder woon-verkeer) gebruikt. Het verruimen van de vrijstelling kan volgens het kabinet een stimulans zijn voor het gebruik van het openbaar vervoer.

5. Nieuwe verduurzamingsmaatregelen

Ongeveer de helft van de energie die we in Nederland gebruiken, gaat op aan de verwarming van woon- en bedrijfspanden. Het kabinet komt daarom met nieuwe maatregelen om verduurzaming te stimuleren.

  • Het belastingtarief voor het gas- en elektriciteitsverbruik van huishoudens wordt voor een deel verlaagd. Dit wordt gedaan door de 1e schijf op te splitsen in twee kortere schrijven. Voor aardgas wordt de 1e korte schijf 0-1.000 m3 en voor elektriciteit wordt deze 0-2.900 KWh. De overheid wil zo stimuleren dat verduurzaming loont, door vervuilers meer te laten betalen.
  • De opgewerkte energie door uw zonnepanelen kunt u in 2024 nog volledig salderen. Maar het kabinet heeft besloten de salderingsregeling vanaf 2025 af te bouwen zodat in 2031 niet meer gesaldeerd kan worden. Of deze plannen in 2025 ook echt van start gaan is nog niet zeker. Het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden aangenomen.
  • In 2023 kon u al tegen 0% btw zonnepanelen laten leveren en installeren. Deze tijdelijke maatregel blijft ook in 2024 bestaan.

Bent u benieuwd welke subsidies en verduurzamingsmaatregelen het kabinet nog meer wil invoeren in 2024? Lees dan ons artikel: ‘Duurzaamheid in 2024’.

Dit artikel behandelt de plannen die op Prinsjesdag 2024 naar buiten zijn gekomen. Wilt u weten welke onderdelen uit het Belastingplan 2024 zijn gewijzigd, leest u dan ons artikel: ‘Belastingplan 2024: belangrijke wijzigingen in de Tweede Kamer’.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.