Direct naar content

De huidige belastingheffing over het vermogen in box 3 is gebaseerd op een forfaitair rendement in drie vermogensschijven.

De Tweede Kamer wil in plaats van het forfaitaire rendement, de vermogensrendementsheffing, het werkelijk behaalde rendement, de vermogensinkomsten, gaan belasten.

Een nieuwe box 3-heffing, waarbij wordt geheven over het daadwerkelijk behaalde rendement, laat nog zeker tot 2025 op zich wachten.

Een belangrijke keuze die hierbij gemaakt moet worden is, hoe om te gaan met waardestijgingen van box 3-beleggingen. Daarbij zijn er twee mogelijkheden: pas belasting betalen als de waardestijging bij verkoop gerealiseerd wordt, of jaarlijks belasting betalen over de waardestijging. In technische termen is dit een keuze tussen vermogenswinstbelasting en vermogensaanwasbelasting.

De twee denkrichtingen:

  1. In de eerste denkrichting, de vermogensinkomstenbelasting, moet iedereen precies opgeven waarin het vermogen het afgelopen jaar is ondergebracht. Per vermogensdeel wordt dan een fictief, maar wel een zo actueel / werkelijk mogelijk rendement vastgesteld. Het betekent dus een gepersonaliseerde variant van het huidige stelsel, die meer rekening houdt met het individu.
  2. De tweede denkrichting, zie verdere uitwerking hieronder, is een vermogenswinst- of een vermogensaanwasbelasting. De belastingvrijstelling wordt dan vervangen door een heffingsvrije voet van per belastingplichtige. Voor spaar- en beleggingstegoeden komt er een heffing op basis van de werkelijk behaalde rendementen en voor onroerend goed een heffing op basis van een forfaitair rendement van naar schatting 4,5% per jaar.

Vermogenswinstbelasting:

Vermogenswinstbelasting is een belasting op de gerealiseerde winst en rendement op vermogens bestanddelen zoals bijvoorbeeld onroerend goed of effecten. Dit belast het werkelijk behaalde rendement en daarnaast mag (aannemende dat) het werkelijk behaalde verlies / kosten in aftrek worden genomen.

Het kabinet heeft onderzoek laten uitvoeren naar de praktische mogelijkheden van een box 3-heffing op basis van werkelijk rendement. Op dit moment is er niet voldoende informatie om zo’n stelsel in te voeren. Het onderzoek biedt meer inzicht in de mogelijkheden om wél over die data te beschikken en biedt daarmee een goede basis waarmee het volgende kabinet een stelsel van werkelijk rendement verder kan uitwerken.

Vermogensaanwasbelasting:

Vermogensaanwasbelasting is een belasting over de waardestijging van vermogensbestanddelen, zoals effecten of onroerend goed en onafhankelijk van de vraag of deze verkocht worden of niet. Maar hoe zal er worden omgegaan met waardedalingen?

De vermogensaanwasbelasting heeft als belangrijk nadeel dat het de liquiditeit van belastingplichtigen in gevaar kan brengen. Voorbeeld: Aandelen nemen met € 50.000 waarde toe, maar je hebt ze nog niet verkocht.

Hoe gaan we om met vastgoed? Wordt er jaarlijks getaxeerd? Is er een systeem waarbij u jaarlijks de opbrengsten zelf invult, waarna de belastingdienst steekproefsgewijs controles uitvoert door bankafschriften en huurcontracten op te vragen? Dat lijkt een elegante en praktische oplossing. Een praktische oplossing kan ook zijn dat u de belasting over de vermogenswinst pas bij de verkoop, van het vastgoed, betaalt.

Banken en vermogensbeheerders houden spaarrente, dividenden en koerswinsten netjes bij. Maar huren worden niet centraal geadministreerd. Wie bepaalt de waarde(stijging) van een huurhuis? Het rendement op vastgoed is moeilijk te peilen.

Rekenvoorbeeld ter verduidelijking

Stel dat u een belegging heeft van €750.000 per 1 januari welke per 31 december €1.000.000 waard is waarbij u per 31 december €65.000 dividend ontvangt. (Uitgaande van de hoogste box 3 schijf met een forfaitair rendement van 5,53% en 31% heffing)

  • Huidig box 3: belastingheffing over €750.000 x 5,53% = €41.475
  • Vermogensinkomstenbelasting: heffing over €65.000
  • Vermogenswinstbelasting: heffing over €65.000
  • Vermogensaanwasbelasting: heffing over €65.000 rendement + €250.000 (on)-gerealiseerde winst.

Vermogensopbouw wordt steeds meer maatwerk:

De opbouw van vermogen kunt u op verschillende manieren vorm geven. Wat het beste bij u past, is afhankelijk van uw financiële situatie en wensen.

Heffing over daadwerkelijke inkomsten lijkt reëel. Tot een percentage van 5,53% is het huidige systeem voordeliger. Dit geldt vooral als u in het huidige systeem in de 1e en 2e schijf wordt belast waarbij het forfaitair rendement 1,8% respectievelijk 4,37% is. De “kleine “ belegger zal waarschijnlijk meer gaan betalen.

Het belasten van ongerealiseerde winst (dus aanwas) behoeft liquiditeiten om de belasting te betalen. Vooral bij vermogensaanwasbelasting kan de heffing enorm oplopen als de huidige prijsstijgingen in de markt doorgaan terwijl er geen liquiditeiten vrijkomen.

U kunt uw financiën in kaart laten brengen door een Financieel Inzicht via de website van ABN AMRO MeesPierson aan te vragen of door een Interactieve Vermogensplanning te laten maken.

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.