Na een periode van schaarste zijn veel grondstoffen weer beter beschikbaar, behalve die voorzien in onze energiebehoefte. Ook bij grondstoffen voor de opwekking van hernieuwbare energie overtreft de vraag het aanbod. De oplossing? Innovatie én realisme.
Lege schappen in de supermarkt en lang wachten op een nieuwe auto, fiets of bouwmaterialen. Consumenten zijn bijna gewend geraakt aan de gevolgen van het tekort aan grondstoffen. Hout, gas, papier en zonnebloemolie waren niet of beperkt verkrijgbaar. Gevolg van een samenloop van omstandigheden. In de eerste plaats corona: diverse varianten van het virus zorgden vanaf 2020 voor grote verstoringen in de wereldwijde toeleveringsketens. Recent nog ging een aantal Chinese havensteden op slot. Maar ook personeelstekorten en de oorlog in Oekraïne dragen bij aan de verstoring tussen vraag en aanbod, nog versterkt door de inhaalvraag na de lockdowns. Inmiddels zijn veel grondstoffen weer beter beschikbaar dankzij de inzet van alternatieven, verhoging van de productiviteit en afname van de vraag. Dat geldt niet voor grondstoffen die in onze energiebehoefte voorzien. Het aanbod aan olie, gas en andere energiegrondstoffen blijft de komende tijd in veel delen van de wereld krap. Om uiteenlopende redenen.
Krapte gasmarkt
Bij olie, gas en elektriciteit is er een grote disbalans tussen vraag en aanbod. En ook de vraag naar grondstoffen voor hernieuwbare energie overtreft het aanbod, zoals lithium, kobalt, grafiet en zeldzame aardmetalen voor windmolens, zonnepanelen en accu’s van elektrische auto’s. Nu krijgt vooral de nijpende situatie op de internationale gasmarkt veel aandacht. Tekorten zijn er nog niet in Europa, maar door de krapte zijn de gasprijzen omhooggeschoten. Het gemiddelde tarief steeg in een jaar tijd met bijna 400 procent, met grote gevolgen voor bedrijven en huishoudens. Het conflict in Oekraïne is niet de enige oorzaak van de gastekorten, maar zet de verschillen tussen vraag en aanbod wel op scherp. Rusland is een grote gasleverancier voor Europa en draait de kraan langzaam dicht. Wat ook meespeelt is het koude voorjaar van 2021, waardoor de gasreserves na de winter niet volledig werden aangevuld. Verder maakte de economie een groeispurt na de lockdowns in 2021, met een groeiende energiebehoefte als gevolg. Deze situatie is nieuw voor Nederland, want wij hadden voorheen voldoende eigen productie uit het Groningse gasveld. Nu die bron grotendeels is weggevallen zijn we aangewezen op import uit het buitenland om de voorraden aan te vullen.
Sterke prijsschommelingen
Ook de oliemarkt kampt met krapte. Dat is niet ongewoon, de soms sterke prijsdalingen en -stijgingen zijn te verklaren door een fenomeen dat de varkenscyclus heet, naar een economisch effect dat als eerste in de veehouderij werd ontdekt. Hoge prijzen voor varkensvlees leiden tot meer investeringen in de productie. Doordat het even duurt voordat varkens slachtrijp zijn, zit er een periode tussen de investering en het moment dat het extra aanbod beschikbaar is. Komt het varkensvlees op de markt, dan leidt dit meestal tot een overschot, waardoor de prijzen instorten. Ook op de oliemarkt wisselen dergelijke overschotten en tekorten elkaar af. Zo waren de olieprijzen tussen 1990 en 2000 laag. Een periode met voldoende aanbod, de markt was redelijk in balans. Tot 2010 stegen de prijzen vervolgens flink en werd er stevig geïnvesteerd in het aanboren van nieuwe bronnen, zoals schalieolie en -gas.
Overgangsfase
In lijn met de varkenscyclus zou de huidige tijd met hoge olie- en gasprijzen normaal gesproken tot een investeringsfase leiden, zoals we die vaker zagen in het verleden. De verhoogde productie zou dan op termijn zorgen voor lagere prijzen. Maar deze keer is het anders. We zitten namelijk midden in de ‘oliesubstitutiefase’, waarin we de transitie maken naar andere energiebronnen. Niet alleen voor huishoudens maar ook in de industrie en het transport. De vraag naar olie en gas neemt in die periode op natuurlijke wijze af, zo was de verwachting, en de vraag naar energie uit hernieuwbare bronnen neemt toe. Daarom zou het niet meer nodig zijn om te investeren in nieuwe oliebronnen. Tot zover de theorie, de praktijk blijkt weerbarstig. Vooral de wereldwijde vraag naar energie zit een soepele substitutiefase in de weg. Het energieverbruik stijgt harder dan het aanbod van fossiele en hernieuwbare energiebronnen. Gevolg van de economische groei in de afgelopen periode.
Oude raffinaderijen sluiten
De toegenomen vraag kan niet volledig door fossiele energiebronnen worden opgevangen. De productie verhogen vraagt om enorme investeringen, want de olievoorraden die makkelijk te bereiken zijn, zijn overal ter wereld al opgepompt. Energieconcerns moeten uitwijken naar onherbergzame gebieden of naar de diepe zee. En oliemaatschappijen investeren onder druk van aandeelhouders die sturen op duurzaamheid sowieso al veel minder in de exploratie van olie.
De Amerikaanse branchevereniging van olieproducenten American Petroleum Institute merkte al fijntjes op dat het beleid in de Verenigde Staten de afgelopen jaren juist gericht was op terugdringing van de olie- en gasproductie. In de VS en ook in Europa gingen oude raffinaderijen dicht omdat investeren in hun verduurzaming niet zou lonen. Andere raffinagecapaciteit was vaak al omgebouwd, bijvoorbeeld voor de productie van biodiesel.
Ongewenste afhankelijkheid
Ondertussen neemt het aanbod uit hernieuwbare energiebronnen niet snel genoeg toe. De ambities rond de energietransitie zijn groot, maar het kost veel tijd en geld. Bovendien speelt ook hier de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen een rol. Voor de productie van windmolens en accu’s om duurzame energie op te slaan zijn grondstoffen als lithium, kobalt, grafiet en de zogenoemde zeldzame aardmetalen nodig. De enorme vraag die de energietransitie met zich meebrengt zorgt ook hier voor krapte en prijsstijgingen. Het gaat hier niet alleen om fysieke schaarste. Een klein aantal landen is dominant in deze markt. Zo komt kobalt voor 70 procent uit de Democratische Republiek Congo en het overgrote deel van de mijnen is in handen van Chinese bedrijven. Die afhankelijkheid van regimes kennen we uit de oliesector en is ongewenst.
Recyclen en innoveren
Om aan de stijgende vraag naar energie te voldoen zijn de beschikbare grondstoffen en alternatieve bronnen dus niet voldoende. Niet voor niets wordt fors geïnvesteerd in de recycling van onder meer kobalt en lithium uit accu’s. Voldoende beschikbaarheid houdt het tempo in de energietransitie. Bovendien zijn teruggewonnen grondstoffen minder gevoelig voor prijsstijgingen en verlaagt recycling de afhankelijkheid van dubieuze regimes. Daarnaast is er veel aandacht voor innovatie, waaronder projecten op het gebied van waterstof. Zeker in de industrie komen de bijzondere eigenschappen van deze energiedrager optimaal tot hun recht. Het krachtige waterstof is een ideale brandstof voor de energie-intensieve processen in de staalproductie en (petro)chemie, sectoren die nu nog gas gebruiken.
Energie besparen
De technologische ontwikkelingen gaan snel, al is dat niet altijd zichtbaar. Zo is het rendement van windmolens in dertig jaar explosief toegenomen. Hadden windmolens in 1990 nog een gemiddeld vermogen van 0,155 megawatt (MW), bij de nieuwste superkrachtige windmolens op zee is dat gemiddelde 10 MW. Elk goed voor de elektriciteitsbehoefte van ruim 13.000 huishoudens.
Toch stijgt de vraag naar energiegrondstoffen nog altijd sneller dan we met technologische ontwikkelingen kunnen bijbenen. Naast innovatie is daarom ook realisme van belang, het besef dat de krapte voorlopig blijft. Energie besparen zal dan ook altijd een van de oplossingen zijn in de strijd tegen die krapte.