Direct naar content

Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-regeling zoals die in 2017 en 2018 gold, in strijd was met de rechten van de mens. De overheid werd verplicht gedupeerden te compenseren. Op 15 april 2022 heeft het kabinet de kamer een voorstel gedaan hoe belastingplichtigen die teveel box 3-belasting betaald hebben gecompenseerd kunnen worden. De tweede kamer is twee systemen en twee doelgroepen voorgelegd. Hierna bespreek ik welke dat zijn.

Voor welke jaren geldt het rechtsherstel?

In box 3 zijn volgens de Hoge Raad in de jaren 2017 en 2018 de rechten van belastingplichtigen geschonden. Aangezien de systematiek in 2019 tot heden gelijk is, wil het kabinet voor al die jaren deze schending herstellen.

Wie komt er in aanmerking voor herstel?

De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan in het kader van een massaal bezwaar procedure. Belastingplichtigen die destijds bezwaar hebben gemaakt en meegegaan zijn in de massaal bezwaar procedure, moeten nu gecompenseerd worden voorzover zij teveel hebben betaald. Degenen die destijds niet in actie gekomen zijn, kunnen niet alsnog bezwaar maken. De tweede kamer heeft het kabinet opgeroepen ook deze groep te compenseren. Het kabinet heeft beide opties aan de kamer voorgelegd voorzien van een cijfermatige onderbouwing. De uitgaven lopen op van enkele miljarden tot ruim 10 miljard euro.

Na overleg met de tweede kamer heeft het kabinet besloten de vraag of de groep spaarders die geen bezwaar gemaakt hebben gecompenseerd moet worden, aan te houden. Uiterlijk 20 oktober oordeelt de Hoge Raad namelijk over een zaak van een spaarder die niet op tijd bezwaar maakte, en toch compensatie wil.

Voor de jaren 2021 en 2022 komen alle belastingplichtigen in aanmerking voor rechtsherstel. De aanslagen over deze belastingjaren staan immers nog niet vast. Dit geldt ook voor belastingplichtigen waarvan de aanslag over de belastingjaren 2017-2020 nog niet onherroepelijk vaststond.

Hoe zou de compensatie berekend moeten worden?

De huidige box 3-regeling kent twee ficties: de vermogenssamenstelling en het rendement. Het kabinet heeft diverse varianten onderzocht waarbij beter aangesloten zou kunnen worden bij het werkelijke rendement. En dat bleek niet eenvoudig. Uiteindelijk zijn er twee varianten overgebleven. Vanwege de efficiëntie wordt er daarbij toch weer gebruik gemaakt van forfaitaire rendementen. Rendementen die wel beter aansluiten bij het werkelijk rendement. Maar de fictie van de vermogenssamenstelling wordt wel (deels) vervangen voor de werkelijke samenstelling van het box 3-vermogen.

Welke varianten legt het kabinet nu voor aan de tweede kamer?

  1. De forfaitaire spaarvariant. Er wordt gewerkt met drie forfaits voor: spaargeld (actuele spaarrente), schulden (hypotheekrente) en overige bezittingen (huidige regeling voor beleggingen).
  2. De forfaitaire variant voor alle vermogenscategorieën. Bij deze variant worden voor alle rubrieken uit de belastingaangifte: spaargeld, onroerende zaken, effecten (aandelen en obligaties), contant geld en vorderingen etc. de forfaits aangepast aan de gemiddelde rendementen voor deze vermogenscategorieën in het betreffende belastingjaar.

Met de forfaitaire spaarvariant worden mensen met meer spaargeld dan volgens de forfaitaire vermogenssamenstelling in de huidige box 3 gecompenseerd. Dus ook de mensen die niet uitsluitend spaargeld hebben. Omdat voor de beleggingen vastgehouden wordt aan het huidige rendementsforfait wordt voorkomen dat beleggers voor de slechte jaren geld terugkrijgen. Het kabinet rechtvaardigt dit omdat deze beleggers over de jaren waarin wel een goed rendement gerealiseerd werd, er geen aanvullende heffing plaatsvindt. Op deze manier blijven de budgettaire gevolgen te overzien. De vraag is of de beleggers daar genoegen mee zullen nemen.

Met de forfaitaire variant voor alle vermogenscategorieën worden ook niet-spaarders met een lager werkelijk rendement dan forfaitair volledig, gecompenseerd. Dus ook beleggers die in bepaalde belastingjaren slechte beursrendementen gerealiseerd hebben.

Spoedwetgeving 2023 en 2024

Met de compensatieregeling voor de jaren 2017 tot en met 2022 én het voorstel voor een nieuw box 3-regime per 2025, moest het kabinet nog met een voorstel voor de jaren 2023 en 2024 komen. Het voorstel voor deze twee jaren is gebaseerd op de compensatieregeling. Ook hier is de tweede kamer de forfaitaire spaarvariant én de forfaitaire variant voor alle vermogenscategorieën voorgelegd. Maar er is een belangrijk verschil ten opzichte van de compensatieregeling. Doordat de huidige forfaitaire vermogenssamenstelling wordt losgelaten, kan de heffing voor belastingplichtigen die meer belegden dan forfaitair aangenomen werd, nu hoger uitkomen.

Wie gaat dat betalen?

Afhankelijk van de keuzes kunnen de kosten oplopen tot ruim boven de 10 miljard euro. Het kabinet is dan ook naarstig op zoek naar dekking voor deze budgettaire derving. Het uitgangspunt hierbij is dat de derving in principe binnen de kabinetsperiode gedekt wordt. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota, uiterlijk 1 juni 2022, vindt een evaluatie van de begroting plaats. De budgettaire dekking van de gekozen compensatie-variant wordt daarin meegenomen. Aangezien daarbij ook gekeken wordt naar het domein vermogen, valt niet uit te sluiten dat er dan ook aanpassingen in box 2 en de vennootschapsbelasting voorgesteld gaan worden.

Wat staat u te doen?

  • Voor de jaren 2021 en 2022 worden alle belastingaanslagen waarin box 3 inkomen begrepen is in lijn gebracht met het arrest van de Hoge Raad. U kunt vanaf 1 maart aangifte inkomstenbelasting over 2021 doen zoals gebruikelijk. Hoewel daarbij nog uitgegaan wordt van de huidige regeling zal bij de definitieve aanslag wel met de gekozen variant rekening gehouden worden.
  • Hebt u een voorlopige aanslag 2022 mét inkomen uit box 3 ontvangen? Dan klopt het bedrag op de voorlopige aanslag mogelijk niet. U kunt er daarom voor kiezen om de voorlopige aanslag nog niet geheel te voldoen (invorderingspauze). De Belastingdienst zal u voor de niet betaalde termijnen dan geen betalingsherinnering of aanmaning sturen. Het bedrag dat u met de voorlopige aanslag 2022 misschien te veel betaalt, wordt dan met de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2022 verrekend.
  • Bent u onderdeel van de massaal bezwaarprocedures box 3 over de jaren 2017 tot en met 2020? Dan heeft het kabinet u toegezegd alles in het werk te zetten om uw aanslag uiterlijk op 4 augustus te (her)beoordelen en eventueel te verminderen. Maar het kabinet vraagt zich zelf al hardop af of zij deze datum wel gaan halen.
  • Hebt u niet meegedaan aan de massaal bezwaar procedure, maar wel tijdig bezwaar gemaakt tegen een aanslag waarin box 3 inkomen is begrepen? Of hebt u niet-tijdig bezwaar gemaakt, maar wel een verminderingsverzoek gedaan of overweegt er nog een te doen? Weet dan dat deze bezwaren en verzoeken aangehouden worden in afwachting van politieke besluitvorming.
  • Datzelfde geldt als u wel al aangifte hebt gedaan over de belastingjaren 2017 tot en met 2020 maar nog geen aanslag hebt ontvangen, in afwachting van aanpassing van de automatisering aan het arrest box 3.

Wanneer wordt er meer duidelijk?

Als de besluitvorming niet al teveel vertraging oploopt, kan de Belastingdienst waarschijnlijk per 1 juli 2022 starten met de compensatie. Het kabinet gaat met de Kamer in gesprek over de verdere aanpak en zal daar dus het verwachte arrest van de Hoge Raad in betrekken. Dan zal het kabinet knopen doorhakken over het rechtsherstel, spoedwetgeving, de benodigde budgettaire dekking en het nieuwe stelsel op basis van werkelijk rendement.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.