Jullie verhaal lijkt een instant successtory. Hebben jullie ooit tegenwind gekend?
‘Zeker. De spannendste tijd was de crisis van 2008, 2009. Net toen we zwaar hadden geïnvesteerd in een nieuw model, de Wajer 37, viel alles op z’n rug. Niet één jaar, maar drie, vier jaar lang.’
Wat heb je daarvan geleerd?
‘Doorzetten, blijven gaan. Als je 49 proefvaarten doet en elke keer een nee krijgt, moet je heel stevig in je schoenen staan om de vijftigste keer opnieuw vol vuur je verhaal te vertellen en mensen enthousiast te maken.’
Hoe heeft de samenwerking met je vader je gevormd?
‘Mijn vader had en heeft nog altijd een onverzettelijke passie voor het product. Hij leerde me om altijd te streven naar perfectie. “We doen het goed of we doen het niet.” Daarin lijk ik enorm op hem. Voor de mensen met wie ik werk is dat vaak pittig.’
Hoe bedoel je?
‘Omdat het voor mij nooit goed genoeg is. Als wij op de werf schepen in aanbouw hebben, kruip ik nog regelmatig ’s ochtends voor dag en dauw op mijn buik door die rompen om te kijken of alles netjes is aangesloten, goed functioneert of misschien toch nog beter kan. Dan heb ik meestal wel een paar puntjes waar de bouwers mee aan de slag kunnen.’
In 2017 is je vader uitgestapt en werd jij CEO. Hoe ging die overdracht?
‘Hij zag allang van tevoren: twee kapiteins op één schip, dat gaat niet goedkomen. Daarom had hij dat proces al vroeg in gang gezet. In 2017 nam ik officieel de leiding over, maar de jaren daarvoor hadden we al veel samengewerkt voor een soepele overgang. Met een onafhankelijke partij erbij: mijn oom. Die kenden en vertrouwden we allemaal en hij kende het bedrijf vanuit de raad van advies. Ik weet nog dat hij ons alle vier – mijn vader, moeder, zus en ik – in een hokje zette, allemaal met dezelfde vragenlijst van twintig punten. Moesten we invullen wat we belangrijk en wat we een eerlijke verdeling vonden.’
‘Van de honderden vergaderingen die mijn vader en ik hebben gehad, is hij twee keer de kamer uitgelopen’
Ging dat soepel?
‘Ja, want we vertrouwden elkaar. De waardebepaling was even steggelen, want ik vond mijn rol in de waardegroei van het bedrijf wat groter dan anderen. Maar we zijn er goed uit gekomen.’
Nooit slaande deuren in huize Wajer?
‘Van de honderden vergaderingen die mijn vader en ik hebben gehad is hij twee keer de kamer uit gelopen. Ik kan nogal drammerig zijn, op een gegeven moment gaat dat bij mensen in de allergie.’
Waar ging het over?
‘Een van die momenten ging over mijn plannen voor het ontwikkelen van de Wajer 55, rond 2015. Ik vond dat die er moest komen, ik zag de markt. Mijn vader zag vooral risico’s: te groot, te complex, te riskant. Uiteindelijk ging hij overstag, maar dat was tevens zijn afscheid. Hij zei: “Ik doe dit voor jou. Ik ga die boot honderd punten maken, helemaal perfect, maar daarna is het klaar. Dan stop ik ermee.”’
Heftig!
‘Zeker. Ik ben pas achteraf gaan inzien hoe knap het is geweest dat hij dit zo heeft gedaan. Dat hij dat heeft kunnen én willen doen. Pas jaren later besefte ik hoe enorm star ik erin zat. Totaal geen gevoel, geen empathie. Mijn doel was wet. Gelukkig pakte het goed uit: het succes van de 55 heeft onze groei flink versneld.’
Doe jij dingen heel anders dan je vader?
‘Een familiebedrijf runnen is een delicate balans tussen respect voor traditie en de noodzaak om te innoveren. Mijn vader was van de techniek en engineering en was ook beter met mensen, nog altijd trouwens. Hij kende al zijn pakweg veertig medewerkers bij naam; groter wilde hij ook niet worden. Nu zitten we op vierhonderd-plus medewerkers, dus mij lukt dat niet meer. Ik focus vooral op kwaliteit en groeikansen, omdat groei nodig is om te blijven bestaan. Mijn naam staat op het gebouw, er eten ruim vierhonderd gezinnen van. Dat brengt extra verantwoordelijkheid. Het moet perfect.’