Nog steeds komt zo’n 80% van alle energie die we gebruiken uit olie, gas en steenkool . Om dat aandeel omlaag te krijgen, zijn er miljarden euro’s nodig. We vroegen Judith Sanders, expert duurzaam beleggen bij ABN AMRO MeesPierson, of en hoe particuliere beleggers daar een bijdrage aan kunnen leveren.
Hoewel de productiecapaciteit uit zonne- en windenergie snel groeit, was die in 2017 nog steeds maar goed voor minder dan 2% van de totale energieproductie (bron: Internationaal Energie Agentschap). Om de opwarming van de aarde te beperken tot onder de twee graden, zoals afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs, is het van belang dat het aandeel duurzame energie in onze energiemix snel stijgt. “We kunnen hier zelf een belangrijke rol in spelen, bijvoorbeeld door onze woningen te verduurzamen of over te schakelen op elektrisch rijden. Want het grootste deel van de CO2-uitstoot door energieopwekking komt voort uit vervoer en uit het verwarmen van gebouwen”, aldus Sanders.
Er kunnen vooral grote sprongen worden gemaakt door fors te investeren in de aanleg van zonne- en windmolenparken voor elektriciteitsopwekking, en door aanpassingen aan het elektriciteitsnet om de transmissie van duurzaam opgewekte energie beter te faciliteren. “Die investeringen zullen komen vanuit overheden, maar ook uit het bedrijfsleven. En die zijn voor hun financiering vaak afhankelijk van beleggers”, stelt Sanders.
SDG-obligaties
Van groene obligaties heeft u vast wel eens gehoord. Dat is schuldpapier dat hoofdzakelijk door (semi)overheden, maar ook bedrijven, wordt uitgegeven om specifieke ‘groene’ projecten mee te bekostigen. De Nederlandse overheid gaf vorig jaar haar eerste groene obligatie uit. Daarmee worden onder meer hernieuwbare energieproductie, isolatie van huurwoningen en uitgaven voor spoorinfrastructuur gefinancierd. Een heel palet aan doelen dus. “Als u als belegger wat concretere impact wilt maken, kunnen obligaties die gelinkt zijn aan een of meer SDG’s ook een interessante optie zijn”, geeft Judith Sanders aan.
Het Italiaanse energiebedrijf Enel was vorig jaar september het eerste bedrijf dat een dergelijke obligatie uitgaf. Enel gebruikt de opbrengst om haar productiecapaciteit van energie uit duurzame bronnen te vergroten van 46% naar minimaal 55% van het totaal en om de uitstoot van CO2 per geproduceerde kilowattuur elektriciteit met 70% terug te brengen. “De uitgifte van Enels obligatie heeft daarmee specifiek betrekking op SDG 7 (betaalbare en schone energie) en 13 (klimaatactie)”, legt Sanders uit.
Maar wat de obligatie-uitgifte van Enel vooral interessant maakt, is de duidelijke koppeling die wordt gelegd met het bereiken van die doelstellingen. “Mocht het bedrijf de doelstelling van 55% eind 2021 bijvoorbeeld nog niet gehaald hebben, dan betaalt het vanaf het daaropvolgende jaar 25 basispunten extra couponrente op het deel van de obligatie dat hier specifiek aan is gelinkt. Op die manier heeftEnel een extra motivatie om haar duurzaamheidsdoelstellingen te halen,” stelt Sanders. “SDG-obligaties zijn daarom een interessante optie voor particuliere beleggers die op zoek zijn naar beleggingen met een concrete impact.”
Vestas
Voorlopig staat de markt voor zulke obligaties echter nog in de kinderschoenen. Beleggers op zoek naar impact kunnen ook beleggen in aandelen van bedrijven die bijdragen aan de energietransitie. Zoals het Deense Vestas. “Dat is het enige wereldwijde energiebedrijf dat zich volledig richt op de productie en ontwikkeling van windturbines”, stelt Sanders. Er wordt continu onderzoek uitgevoerd om met betere materialen en betere technieken grotere en krachtigere windturbines te bouwen. Daarmee kan steeds goedkoper windenergie worden opgewekt. Er wordt ook een speciale controletechnologie ontwikkeld waarmee de windturbines zo op elkaar afgestemd worden dat er zo min mogelijk verlies van opbrengst is. Een belegging in Vestas draagt bij aan SDG 7 (betaalbare en schone energie) en aan SDG 12 (verantwoordelijke consumptie en productie): het wil uiterlijk in 2040 alle door haar gebouwde windturbines volledig gaan recyclen.
Energie-opslag
De productie van duurzame energie is door weers- en seizoensinvloeden niet altijd constant. Hierdoor kan de productie niet altijd worden afgestemd op de vraag, stipt Sanders aan. “Soms wordt er daardoor op bepaalde momenten veel energie geproduceerd terwijl de vraag laag is, en andersom. Technologie voor energieopslag is van cruciaal belang om dit probleem aan te pakken en het elektriciteitsnet te stabiliseren.” Energieopslag kan daarom ook een bron van inkomsten worden, via dienstverlening aan netbeheerders in de vorm van stabilisatie van de stroomvoorziening. Een netbeheerder is dan bereid om aan eigenaren van energieopslagvoorzieningen een vast bedrag per dag te betalen, ongeacht of de opgeslagen energie daadwerkelijk nodig is.
De verwachting is dat de markt voor duurzame energieopslag tot 2030 jaarlijks groeit met 16%. Dat is harder dan de groei van de productie van duurzame energie. “Verschillende bedrijven waaronder Tesla spelen in op die trend”, vertelt Sanders. “Tesla geeft aan op termijn net zo groot te willen worden in energieopslag als in elektrische auto’s. Kortom, er zijn verschillende mogelijkheden om te beleggen in de verduurzaming van onze energievoorziening. En de komende jaren nemen die alleen nog maar verder toe.”