Het certificeren van vermogen is een aantrekkelijke mogelijkheid om vermogen over te dragen, zonder de touwtjes uit handen te geven. Zorg alleen wel dat de afspraken ook op lange termijn aansluiten bij de wensen van uw naasten.
Een praktijkvoorbeeld
Na het onverwachte overlijden van haar man bleef een klant achter met haar twee jongvolwassen zonen. Zijn nalatenschap van ruim tien miljoen euro wil ze op een goede manier beheren, zonder dat de kinderen op korte termijn over het hele bedrag kunnen beschikken.
Ze wil hen eerst leren omgaan met het beheer van het vermogen. Het certificeren van het vermogen bleek een uitkomst. Certificeren zorgt voor een scheiding tussen de zeggenschap en het economisch belang van het vermogen, onder andere het recht op dividend. Hierbij kregen de zoons op papier het eigendom, maar werd het vermogen beheerd door hun moeder samen met een vermogensbeheerder van de bank. Tweemaal per jaar bespreken moeder en de zoons samen met de vermogensbeheerder de voortgang van de beleggingen. En jaarlijks krijgen de zoons als certificaathouders een bedrag uitgekeerd. Hiermee kunnen zij de box 3 belasting betalen en hebben zij een aanvulling op hun inkomen.
Continuïteit van het familiebedrijf
Certificeren wordt van oorsprong door (familie)bedrijven gebruikt om de continuïteit van een onderneming te garanderen. Bijvoorbeeld wanneer de aandelen van het bedrijf over veel familieleden zijn verspreid. Bij certificering worden de aandelen opgenomen in een voor dit doel opgerichte stichting.
De aandelen en daarmee de zeggenschap komen dan niet terecht bij de familieleden maar bij de stichting. De oprichter bepaalt het beleid en de voorwaarden. Bijvoorbeeld de hoogte van de dividenduitkeringen en de regels bij opvolging. De certificaathouders krijgen dividend en profiteren van een waardestijging, maar hebben geen zeggenschap over de bedrijfsvoering.
Deze vorm kan ook interessant zijn als u vermogen wilt overdragen, zonder de touwtjes uit handen te geven. Dat kan een uitkomst zijn als de kinderen nog klein zijn, of als één van de familieleden nog niet goed met geld om kan gaan. Ook wordt het nogal eens gebruikt om over een lange periode certificaten te schenken, bijvoorbeeld aan kinderen en kleinkinderen.
Gebruiken om te schenken
De oprichter bepaalt de voorwaarden en kiest er bijvoorbeeld voor om de stichting jaarlijkse of maandelijkse uitkeringen aan certificaathouders te laten doen. Zo kiezen veel oprichters ervoor alleen dividend uit te keren. Daarbij kan het vermogen over een lange periode ongestoord verder groeien, ook als de oprichter er zelf niet meer is. Er kan ook een bestedingsdoel worden gekoppeld aan de certificaten. De certificaathouder heeft dan bijvoorbeeld de mogelijkheid een deel van zijn certificaten om te zetten in geld. Voor een kostbare studie of de aankoop van een woning bijvoorbeeld. Certificering kan zo worden gebruikt om een familievermogen bij elkaar te houden, afgestemd op de wensen van de oprichter en de familie. Denk aan een aandelenportefeuille of een portefeuille met beleggingspanden. Dit idee hebben we meer concreet uitgewerkt in ons artikel “Wat is een familiefonds?”.
Bewindvoering als alternatief
Ook bewindvoering is een optie voor het overdragen van vermogen aan een kind dat niet goed met geld om kan gaan. Bij certificering gaat het vaak om grote belangen, waarbij meerdere personen betrokken zijn. Bij bewind gaat het meestal over één persoon. Bewind kan eenvoudiger tot stand gebracht worden dan certificering. Anders dan bij certificering komt het geld bij bewind ‘op naam’ van het kind te staan. Het wordt vaak toegepast voor minderjarige kinderen tot een bepaalde leeftijd, meestal 25 jaar. Tot die tijd kunnen ze alleen in overleg met de bewindvoerder over hun vermogen beschikken. Hier leest u meer over schenken onder bewind.
Wensen veranderen
Als u overweegt vermogen te certificeren, houdt u er dan wel rekening mee dat de wensen op termijn kunnen veranderen. Bijvoorbeeld als de certificaathouders volwassen worden en zelf willen beslissen over het vermogen. Dit kan een reden zijn om te bepalen dat certificaathouders vanaf een bepaalde leeftijd hun geld uit de stichting mogen halen. Zo kunnen de zonen uit het voorbeeld op termijn zelf hun vermogen gaan beheren, als zij dat willen.