Direct naar content

Zo bouwt u als DGA vermogen op

Gepubliceerd op:
4 min. leestijd

De verleiding kan groot zijn om steeds alle beschikbare financiële middelen in uw onderneming te investeren. Maar stel dat het minder goed gaat met uw onderneming. Of dat uw onderneming bij verkoop minder opbrengt dan u denkt. Door een evenwichtige vermogensopbouwverspreid over uw BV en privé, beperkt u uw persoonlijke financiële risico’s. Zo zorgt u ervoor dat u genoeg vermogen opbouwt om op dezelfde manier te blijven leven als u gewend bent.

Uw financiële doelen bepalen

Bij een ondernemer lopen zakelijke en privébelangen door elkaar. Elke levensfase vraagt om een nieuwe afweging. Het is de kunst om uw zakelijke en privéfinanciën zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Daarom is het van belang om uw financiële doelen zorgvuldig te bepalen en een financieel plan te maken om uw gewenste doelen te bereiken. Hoe verwacht u uw financiële doelen te behalen? Gaat u sparen of beleggen?

Vermogen opbouwen door te sparen

Door te sparen weet u waar u aan toe bent. U heeft de zekerheid dat u uw inleg terugkrijgt. Maar momenteel wordt uw spaargeld elk jaar minder waard. Dat heeft twee oorzaken:

  1. Inflatie

Doordat producten in prijs stijgen, kunt u minder kopen voor hetzelfde geld. Uw geld wordt dus feitelijk minder waard. De gemiddelde consumentenprijsindex (CPI), een graadmeter voor de inflatie in Nederland, bedraagt momenteel circa 6,3%.

  1. Belastingheffing

Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) bouwt u op verschillende manieren vermogen op. Naast vermogen in uw BV kunt u ook vermogen in privé opbouwen. De belastingdruk op het rendement in uw BV blijft tot een winst van van € 200.000 per vennootschap beperkt tot circa 40,78%. Namelijk eerst 19 % vennootschapsbelasting en daarna 26,9 % inkomstenbelasting over het restant. Op het rendement boven € 200.000 bedraagt de vennootschapsbelasting 25,8%, de totale belastingdruk bedraagt dan circa 45,76%.

Over uw vermogen in privé moet u inkomstenbelasting betalen als uw vermogen in box 3 boven het heffingsvrije vermogen van € 50.650 per persoon uitkomt. De Belastingdienst gaat uit van een fictief rendement, waar u vervolgens 32% inkomstenbelasting over betaalt. De hoogte van het fictief rendement is afhankelijk van het soort vermogen dat u bezit.

De fictief vastgestelde rendementen voor 2023 zijn als volgt:

  • Bank- en spaartegoeden en contant geld:                0,36%
  • Beleggingen/andere bezittingen:                              6,17%
  • Schulden (negatief rendement):                                2,57%

Het percentage voor beleggingen en andere bezittingen staat al vast. De percentages voor bank- en spaartegoeden en schulden zijn nog voorlopig. Begin 2024 worden die percentages definitief vastgesteld.

De rente op spaargeld is ligt inmiddels net boven het nulpunt. Als uw vermogen op een spaarrekening staat, compenseert de huidige spaarrente dus niet de huidige inflatie van circa 6,3% en de belastingheffing over uw spaargeld. Dat maakt het moeilijk om met alleen de inleg van spaargeld vermogen op te bouwen. Hoe lager de rente is, hoe hoger de inleg van spaargeld moet zijn om nog uw financiële doelen te bereiken.

Beleggen als alternatief

Met beleggen kunt u een hoger rendement behalen dan met sparen. Maar de waarde van beleggingen kan veranderen. Het spreiden van uw beleggingen over verschillende beleggingscategorieën, regio’s en sectoren is cruciaal. Het is verstandig alleen te beleggen met geld dat u voor langere tijd kunt missen. En met een beleggingsprofiel dat bij u past. Met beleggen kunt u vaak gemakkelijker vermogen opbouwen om uw financiële doelen op langere termijn te bereiken. Zoals hierboven is aangegeven is het fictief rendement op vermogen waarover u box 3 belasting betaalt, hoger dan het fictief rendement op spaargeld.

Optimaliseren vermogensopbouw

Bij het optimaliseren van de vermogensopbouw hoort ook een kritische blik op het vermogen in uw BV en in privé. Als de ondernemingsactiviteiten zich succesvol ontwikkelen, ontstaat er immers vaak een situatie waarbij een aanzienlijk deel van het vermogen niet meer nodig is voor de bedrijfsvoering. Mogelijk kunt u het nettorendement van uw vermogen optimaliseren. Als hoofdlijn zijn er vier verschillende mogelijkheden met hun eigen fiscale spelregels:

  • Het vrij belegbaar vermogen blijft in uw BV belegd;
  • U keert het vrij belegbaar vermogen in uw BV als dividend uit naar privé, waarna u deze middelen in privé belegt;
  • Uw BV kan het vrij belegbaar vermogen aan u uitlenen, waarna u deze middelen in privé belegt;
  • U brengt uw vermogen in privé over naar uw BV.

Wat voor u de beste keuze is, is met name afhankelijk van het rendement dat u op uw belegbaar vermogen in uw BV en in privé verwacht te realiseren. Ook de omvang van uw vermogen is daarbij van belang. U kunt met uw private banker bespreken welke vermogensopbouw het beste bij uw wensen en toekomstplannen aansluit.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.