De verleiding kan groot zijn om steeds alle beschikbare financiële middelen in uw onderneming te investeren. Maar stel dat het minder goed gaat met uw onderneming. Of dat uw onderneming bij verkoop minder opbrengt dan u denkt. Door een evenwichtige vermogensopbouw verspreid over uw bv en privé, beperkt u uw persoonlijke financiële risico’s. Zo zorgt u ervoor dat u genoeg vermogen opbouwt om later op dezelfde manier te blijven leven als u gewend bent.
Uw financiële doelen bepalen
Bij een ondernemer lopen zakelijke en privébelangen door elkaar. Elke levensfase vraagt om een nieuwe afweging. Het is de kunst om uw zakelijke en privéfinanciën zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Daarom is het van belang om uw financiële doelen zorgvuldig te bepalen en een financieel plan te maken om uw gewenste doelen te bereiken. Hoe verwacht u uw financiële doelen te behalen? Gaat u sparen of beleggen?
Vermogen opbouwen door te sparen
Door te sparen weet u waar u aan toe bent. U heeft de zekerheid dat u uw inleg terugkrijgt. Maar momenteel wordt uw spaargeld elk jaar minder waard. Dat heeft twee oorzaken:
- Inflatie
Doordat producten in prijs stijgen, kunt u minder kopen voor hetzelfde geld. Uw geld wordt dus feitelijk minder waard. De gemiddelde consumentenprijsindex (CPI), een graadmeter voor de inflatie in Nederland, bedraagt momenteel circa 2,9%.
- Belastingheffing
Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) bouwt u op verschillende manieren vermogen op. Naast vermogen in uw BV kunt u ook vermogen in privé opbouwen. Over de winst in uw vennootschap betaalt u tot een winst van € 200.000, 19% vennootschapsbelasting, daarboven bent u 25,8% vennootschapsbelasting verschuldigd. Als u dividend naar privé uitkeert, dan bent u aanmerkelijk belangheffing verschuldigd. Deze heffing bedraagt tot een bedrag van € 67.804 (per persoon), 24,5%. Daarboven is de belasting 31%. De totale belastingdruk ligt daarmee op circa 39% tot 48,8 %.
Over uw vermogen in privé moet u inkomstenbelasting betalen als uw vermogen in box 3 boven het heffingsvrije vermogen van € 57.684 per persoon uitkomt. De Belastingdienst gaat uit van een fictief rendement, waar u vervolgens 36% inkomstenbelasting over betaalt. De hoogte van het fictief rendement is afhankelijk van het soort vermogen dat u bezit.
De fictief vastgestelde rendementen voor 2025 zijn als volgt:
- Bank- en spaartegoeden en contant geld: 1,44%
- Beleggingen/andere bezittingen: 5,88%
- Schulden (negatief rendement): 2,62%
Het percentage voor beleggingen en andere bezittingen staat al vast. De percentages voor bank- en spaartegoeden en schulden zijn nog voorlopig. Begin 2026 worden die percentages definitief vastgesteld. Als uw werkelijk rendement lager is dan het fictief vastgestelde inkomen, dan bent u belasting verschuldigd over dat lagere rendement.
De rente op spaargeld ligt momenteel tussen de 1 en 2%. Als uw vermogen op een spaarrekening staat, compenseert de huidige spaarrente dus niet de huidige inflatie van circa 2,9% en de belastingheffing over uw spaargeld. Dat maakt het moeilijk om met alleen de inleg van spaargeld vermogen op te bouwen. Hoe lager de rente is, hoe hoger de inleg van spaargeld moet zijn om nog uw financiële doelen te bereiken.
Beleggen als alternatief
Met beleggen kunt u een hoger rendement behalen dan met sparen. Maar de waarde van beleggingen kan veranderen. Het spreiden van uw beleggingen over verschillende beleggingscategorieën, regio’s en sectoren is cruciaal. Het is verstandig alleen te beleggen met geld dat u voor langere tijd kunt missen. En met een beleggingsprofiel dat bij u past. Met beleggen kunt u vaak gemakkelijker vermogen opbouwen om uw financiële doelen op langere termijn te bereiken. Zoals hierboven is aangegeven is het fictief rendement op vermogen waarover u box 3 belasting betaalt, hoger dan het fictief rendement op spaargeld. Als u in de bv belegt, is de fiscale behandeling van sparen en beleggen gelijk.
Optimaliseren vermogensopbouw
Bij het optimaliseren van de vermogensopbouw hoort ook een kritische blik op het vermogen in uw bv en in privé. Als de ondernemingsactiviteiten zich succesvol ontwikkelen, ontstaat er immers vaak een situatie waarbij een aanzienlijk deel van het vermogen niet meer nodig is voor de bedrijfsvoering. Mogelijk kunt u het nettorendement van uw vermogen optimaliseren. Als hoofdlijn zijn er vier verschillende mogelijkheden met hun eigen fiscale spelregels:
- Het vrij belegbaar vermogen blijft in uw (holding-)bv belegd;
- U keert het vrij belegbaar vermogen in uw bv als dividend uit naar privé, waarna u deze middelen in privé belegt;
- Uw bv kan het vrij belegbaar vermogen aan u uitlenen, waarna u deze middelen in privé belegt;
- U brengt uw vermogen in privé over naar uw bv.
Wat voor u de beste keuze is, is met name afhankelijk van het rendement dat u op uw belegbaar vermogen in uw bv en in privé verwacht te realiseren. Ook de omvang van uw vermogen is daarbij van belang. Daarnaast kan in uw afweging meespelen of het vermogen zichtbaar mag zijn voor de buitenwereld. U kunt met uw private banker bespreken welke vermogensopbouw het beste bij uw wensen en toekomstplannen aansluit. Ook kunt u hier meer lezen over belastingheffing in de bv en in privé. Als u naast uw inkomen uit aanmerkelijk belang een beperkt inkomen heeft, kan de heffing over dividenden iets afwijken. Daarover leest u meer in dit blog. Vanaf 2028 zal de belastingheffing in box 3 waarschijnlijk veranderen. In dit blog kunt u daar meer over lezen.