Direct naar content

Prinsjesdag 2025: Wat gebeurd er in Box 3 in 2026 

Gepubliceerd op:
8 min. leestijd
  • Box 3 
  • Prinsjedag 2025 
  • Tarieven Box 3 
  • Sparen en beleggen 
  • Belasting 

De belastingheffing op sparen en beleggen is volop in ontwikkeling. Het kabinet wil in 2028 een belastingheffing op het werkelijk rendement realiseren. Tot die tijd is er sprake van belastingheffing op basis van een forfaitair inkomen. Als dit inkomen te hoog is kunt u vragen om belastingheffing op basis van het werkelijk behaalde rendement. In 2025 is wetgeving aangenomen waarin is beschreven hoe het werkelijk rendement moet worden vastgesteld. In de  voorjaarsnota is aangekondigd dat de belasting in box 3 vanaf 2026 omhooggaat. Dit zal vooral gelden voor inkomsten uit andere bezittingen dan banktegoeden. Op Prinsjesdag is meer duidelijkheid gegeven hoe de belastingheffing in box 3 er uit zal zien. 

Belasting in Box 3 

Op 1 januari van het belastingjaar wordt gekeken hoeveel vermogen u heeft. Dit heet de peildatum. De belasting die u dat jaar moet betalen in box 3, wordt berekend op basis van het vermogen op die datum. Dit vermogen geeft u aan in uw belastingaangifte. Op basis daarvan wordt een (forfaitair) fictief rendement bepaald, dat uw inkomen voor de belastingaangifte bepaalt. Over dit inkomen betaalt u 36% inkomstenbelasting. 

Belastingpercentages per categorie 

Uw vermogen in box 3 wordt verdeeld in drie groepen: 'banktegoeden' (spaargeld, deposito's, contant geld), 'overige bezittingen' (alle bezittingen die geen 'banktegoeden' zijn) en 'schulden'. Elke groep heeft een eigen percentage voor het fictief rendement. 

Hieronder staan de fictieve belastingpercentages in box 3 voor 2025: 

  • Banktegoeden: 1,44% * 
  • Overige bezittingen: 5,88% 
  • Schulden: 2,62% * 

* De percentages voor spaargeld en schulden worden begin 2026 definitief vastgesteld. Het fictief rendement voor overige bezittingen is al definitief. 

Voorjaarsnota 2025 

In de voorjaarsnota heeft het kabinet aangegeven dat een deel van haar plannen worden betaald uit een verhoging van de belasting in box 3. Het kabinet wil daartoe het fictief rendement op overige bezittingen met 1,78%-punt verhogen. Als de plannen die in de voorjaarsnota zijn opgenomen al in 2025 in de wet zouden hebben gestaan, zou het fictief rendement op overige bezittingen nu 7,66% bedragen. Daarnaast wil het kabinet het vrijgestelde vermogen in 2026 verlagen. In de voorjaarsnota is een voorlopig heffingvrij vermogen van € 51.396 genoemd. Het heffingvrij vermogen zal definitief worden vastgesteld op basis van ramingen van het CPB die in augustus worden verwacht. Beide maatregelen leiden tot een verzwaring van de lasten voor de belastingbetaler. 

Tegenbewijsregeling 

Als u van mening bent dat u op basis van het fictief rendement te veel inkomstenbelasting betaalt, kunt u een beroep doen op de tegenbewijsregeling. De Hoge Raad heeft bepaald dat als uw belasting op basis van het werkelijk rendement lager zou zijn dan de belasting zoals die op basis van het forfaitaire rendement is berekend, u recht heeft op teruggaaf van de te veel betaalde belasting. De tegenbewijsregeling is inmiddels in de wet opgenomen. 

Toekomst Box 3 

Vanaf 2028 zal het huidige systeem in box 3 waarschijnlijk worden vervangen door een nieuw belastingsysteem dat gebaseerd is op het werkelijk rendement. Het wetsvoorstel dat dit regelt, is inmiddels bij de Tweede Kamer ingediend.  In het blog Box-3 heffing op basis van het werkelijk behaalde rendement kunt u meer lezen over het wetsvoorstel. 

Let op: bovenstaande informatie is gebaseerd op de voorstellen van het kabinet met Prinsjesdag. Deze moeten nog langs de Tweede- en Eerste Kamer en kunnen daar nog veranderen.  

 

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.

Over private banking

Vermogen biedt kansen en verplichtingen. Het is daarom prettig als er iemand met u meedenkt en samen met u de mogelijkheden verkent. Met persoonlijke aandacht bent u verzekerd van waardevol advies en dienstverlening op maat.
Over private banking