In Nederland kiezen veel echtparen ervoor om huwelijkse voorwaarden op te stellen bij het aangaan van een huwelijk. Soms is een periodiek verrekenbeding onderdeel van de huwelijkse voorwaarden. Met dit beding wordt bedoeld om tijdens het huwelijk het inkomen jaarlijks te verdelen. In de praktijk voeren veel stellen deze jaarlijkse verrekening niet uit. Dit kan tot moeilijke situaties leiden bij echtscheiding of overlijden. In dit artikel bespreken we het hoe en wat rondom het niet-uitgevoerde periodiek verrekenbeding.
Wat is een periodiek verrekenbeding?
Een periodiek verrekenbeding is een afspraak tussen echtgenoten die wordt vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden. Bij uitzondering komen ze ook voorbij in een samenlevingscontract. Partners komen overeen om aan het einde van elk jaar overgespaarde inkomen te verdelen. Men wil zo proberen de vermogenstoename aan beide kanten meer evenwichtig te laten plaatsvinden. Denkt u aan de situatie waarbij één partner werkt en de ander zorgtaken op zich neemt.
In de huwelijkse voorwaarden wordt veelal bepaald wat precies onder ‘inkomen’ valt (bijvoorbeeld salaris, bonussen, rente, dividend) en hoe de verdeling plaatsvindt. Ook kan omgekeerd bepaald worden wat er zeker niet onder valt. Vaak wordt afgesproken dat alleen het daadwerkelijk gespaarde deel wordt verrekend. U moet dan bedenken dat er eerst aftrek van de kosten van de huishouding plaatsvindt. Tot slot kan er ook gekozen worden om de verrekening te maximeren tot een bepaald bedrag.
Waarom wordt het periodiek verrekenbeding vaak niet uitgevoerd?
In de praktijk voeren veel echtparen het periodiek verrekenbeding niet uit. Denkt u daarbij bijvoorbeeld aan de volgende redenen.
- Het administreren van inkomsten en uitgaven kost tijd en wordt als ingewikkeld ervaren.
- Men is vergeten wat er in de huwelijkse voorwaarden stond.
- Het onderwerp wordt als ongemakkelijk ervaren om op terug te komen.
Toch kan het uitstellen of achterwege laten van de jaarlijkse verrekening grote gevolgen hebben bij het einde van het huwelijk door echtscheiding of overlijden.
Juridische gevolgen bij niet-uitvoering
Als het periodiek verrekenbeding niet is uitgevoerd, ontstaat bij het einde van het huwelijk een bijzondere situatie. Onze hoogste rechter heeft bepaald dat in zo’n geval het niet-verrekende vermogen behandeld moet worden alsof er een gemeenschap van goederen was, tenzij het tegendeel blijkt. Dit betekent dat het tijdens het huwelijk opgebouwde vermogen in principe gelijk wordt verdeeld. Deze uitspraak is later als volgt in de wet opgenomen.
‘Indien bij het einde van het huwelijk aan een bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen periodieke verrekenplicht als bedoeld in het eerste lid niet is voldaan, wordt het alsdan aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden’. Zie verder ook artikel 1: 141 BW.
Dit kan tot verrassingen leiden. Bij een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding moet het opgebouwde vermogen dan mogelijk alsnog worden verdeeld, ongeacht wie het heeft verdiend of op wiens naam het staat. In bepaalde situaties kan bijvoorbeeld zelfs de waarde van een onderneming onder de verrekenplicht vallen. Dat werd niet altijd gerealiseerd bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden. Bedenk dat de wettelijke bepaling leidt tot een omkering van de bewijslast: de vermogende partner moet bewijzen dat het vermogen niet is gevormd uit inkomen dat verrekend had moeten worden.
Bewijslast en administratieve problemen
Een praktisch probleem is dus de bewijslast. Het kan lastig zijn om achteraf te bepalen wat het ‘te verrekenen vermogen’ precies is. Er moeten dan soms jaren aan financiële stukken worden doorgespit. Dit kan leiden tot vervelende discussies, zeker als het huwelijk in een conflict eindigt.
Bovendien zal de rechter, bij gebreke aan duidelijke administratie, uitgaan van een gelijke verdeling van het totale vermogen. Dit is natuurlijk tenzij één van de echtgenoten kan aantonen dat bepaalde bezittingen buiten het te verrekenen vermogen vallen. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan een erfenis of schenking met een uitsluitingsclausule of vermogen dat al voor het huwelijk aanwezig was. Ook als het gaat om inkomen dat volgens de huwelijkse voorwaarden niet hoeft te worden verrekend, biedt dat kansen om te bewijzen dat niet al het vermogen gemeenschappelijk is.
Gevolgen bij overlijden
Ook bij overlijden van één van de echtgenoten speelt het niet-uitgevoerde periodiek verrekenbeding een rol. De nalatenschap kan daardoor misschien groter of kleiner uitvallen dan verwacht.
Hoe problemen te voorkomen?
Om problemen te voorkomen, is het raadzaam om het volgende te doen.
- Jaarlijks stilstaan bij het periodiek verrekenbeding en de verrekening daadwerkelijk uitvoeren.
- Een duidelijke administratie bijhouden van inkomens, uitgaven en vermogensopbouw.
- Bij twijfel of onduidelijkheid advies inwinnen bij een notaris, accountant of fiscalist.
- Regelmatig de huwelijkse voorwaarden herzien en beoordelen of deze nog passen bij de actuele situatie.
- Soms wordt ervoor gekozen om vast te stellen hoe groot de vordering is op dit moment en daarna voor de toekomst niet langer een periodiek verrekenbeding te hanteren. Dit wordt dan met wederzijds goedvinden verwijderd uit de huwelijkse voorwaarden.
Conclusie
Een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding kan grote juridische en financiële gevolgen hebben. Het niet uitvoeren van deze jaarlijkse verrekening leidt er in de praktijk vaak toe dat bij het einde van het huwelijk het opgebouwde vermogen alsnog gelijk verdeeld moet worden. Dat kan tot onaangename verrassingen leiden. Tijdig en zorgvuldig handelen, een goede administratie en deskundig advies zijn essentieel om problemen te voorkomen. Zo blijft de bedoeling van de huwelijkse voorwaarden overeind.