Eindejaarstips voor particulieren 2025

1. Schenk belastingvrij aan (klein)kinderen

Als u financieel de ruimte heeft, kan het een mooi idee zijn om in 2025 nog een schenking aan uw (klein-)kinderen te doen. U geeft ze een financieel steuntje in de rug en bespaart ook op toekomstige erfbelasting. Er bestaat een aantal schenkingsvrijstellingen. In 2025 kunt u uw (klein)kinderen nog steeds financieel helpen én erfbelasting besparen. Ouders mogen in 2025 per kind € 6.713 belastingvrij schenken. Voor anderen, waaronder kleinkinderen, geldt een vrijstelling van € 2.690. Van een schenking ter grootte van de vrijstelling hoeft geen aangifte te worden gedaan.

Eenmalig mag u een verhoogde vrijstelling gebruiken: € 32.195 (vrij besteedbaar) of € 67.064 voor een dure studie. Deze twee hoge vrijstellingen gelden alleen als je kind op het moment van de schenking tussen de 18 en 40 jaar is óf een partner heeft tussen de 18 en 40 jaar. De dag van de 40e verjaardag telt nog mee. Voorwaarde is dat het kind niet eerder een verhoogde vrijstelling heeft gebruikt  voor een schenking van de ouder(s)

Let op: partners worden fiscaal als één schenker en één ontvanger gezien.

De jubelton is sinds vorig jaar helemaal afgeschaft. Wilt u uw kind toch helpen met een schenking dan kan naast de vrijstellingen ook met hogere schenkingen, bijvoorbeeld tot het bedrag van de eerste schenkbelasting (10%) tariefschijf van ruim € 154.000.

2. Steun het goede doel – giftenaftrek blijft aantrekkelijk

Giften aan een ANBI of bepaalde verenigingen zijn onder voorwaarden aftrekbaar tegen maximaal 37,48%. Voor de aftrek van eenmalige giften geldt een drempel van 1% van het verzamelinkomen (minimaal € 60) tot een maximum van 10%.

Periodieke giften (minimaal 5 jaar) zijn volledig aftrekbaar zonder drempel. Maar er geldt wel een maximum van € 1.500.000. Een gift aan een culturele ANBI mag u bij het berekenen van de aftrek met 25% verhogen. Maar maximaal met € 1.250.

In ons artikel ‘Schenken aan goede doelen in 2025 - Financial Focus’ leest u meer over de eenmalige en periodieke schenking.

3. Benut uw lijfrenteaftrek

De regels uit de nieuwe Pensioenwet bieden zelfstandigen en werknemers met beperkte pensioenopbouw extra ruimte om fiscaal vriendelijk te sparen of beleggen. U kunt premies voor uw lijfrenteverzekering betalen of stortingen doen op uw lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht. Het opgebouwde saldo op deze lijfrente rekeningen is vrijgesteld van box 3-heffing.

De premies en stortingen mag u aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting als u voldoet aan de voorwaarden en u voldoende jaar- en/of reserveringsruimte hebt. De betaalde premie voor een lijfrente is aftrekbaar in box 1 tot het maximum van de jaarruimte of reserveringsruimte.

De ruimte voor lijfrente-aftrek tegen maximaal 49,5% is in 2025 als volgt opgebouwd:

• Jaarruimte: u kunt maximaal 30% van uw premiegrondslag in aftrek brengen. De premiegrondslag is kort gezegd uw inkomen verminderd met het deel waarover u later AOW ontvangt. De aftrek is maximaal € 35.798.
• Reserveringsruimte: u kunt uw ongebruikte jaarruimte van de afgelopen 10 jaar inhalen tot een maximum van € 42.108.

Belangrijk: tijdens de looptijd betaalt u over het rendement geen belasting. Om in 2025 deze aftrekpost te gebruiken, moet u in 2025 de storting doen. Let op dat uw inkomen hoog genoeg is om optimaal belastingvoordeel te krijgen.

Meer hierover leest u in ‘Wat kunt u met lijfrente doen aan de opbouw van uw pensioen?’

4. Los af op uw eigenwoningschuld

Het kan financieel aantrekkelijk zijn om in 2025 nog af te lossen op uw hypotheek. Het is interessant om hier naar te kijken als het rendement dat u op uw box 3-vermogen behaalt lager is dan de hoogte van uw hypotheekrente.

Let op dat het niet zo is dat u in de toekomst altijd weer een nieuwe lening kunt aangaan. Voor hypotheekaanbieders is 57 jaar een belangrijke leeftijd. Vanaf 57 jaar (tien jaar vóór de AOW-gerechtigde leeftijd) rekenen hypotheekaanbieders met uw pensioeninkomen. Vaak is deze dit lager dan uw huidige inkomen en kan er aanzienlijk minder geleend worden.

De hypotheekrenteaftrek is in 2025 beperkt tot 37,48% voor inkomens boven € 76.817. Betaalt u rente of kosten nog in 2025, dan kunt u ze dit jaar aftrekken.

5. Optimaliseer uw box 3-vermogen

De belasting over vermogen wordt berekend op basis van uw bezittingen en schulden per 1 januari 2026. Vermindert u vóór die datum uw vermogen, dan daalt uw box 3 heffing. Denk aan het vooruitbetalen van uitgaven, aflossen van schulden of schenken aan meerderjarige kinderen.

De belastingheffing op sparen en beleggen is volop in ontwikkeling. Het kabinet streeft ernaar om in 2028 een belastingheffing op basis van het werkelijk rendement in te voeren. Tot die tijd is er sprake van belastingheffing op basis van een forfaitair inkomen. U kunt echter ook verzoeken om belastingheffing op basis van het werkelijk behaalde rendement. In het belastingplan dat op Prinsjesdag is gepresenteerd staat dat het forfait in box 3 vanaf 2026 zal stijgen en ook dat het heffingvrije vermogen zal worden verlaagd. U leest hier meer over in het artikel: ‘Prinsjesdag 2025: Wat gebeurt er in box 3 in 2026?  - Financial Focus’.

6. Levering verkochte box 3 vastgoed in 2025

Wanneer u in 2025 uw box 3 vastgoed verkoopt is het verstandig de panden in 2025 notarieel te leveren aan de koper. 1 januari 2026 is de box 3 peildatum. Als de plannen wet worden, zal het fictieve rendement op uw nog niet geleverde vastgoed (overige bezittingen) anders 7,78% bedragen. Na verkoop en levering van uw vastgoed in 2025 zal uw banksaldo belast worden tegen het lagere fictieve rendement.

Tot slot

Het toepassen van deze aandachtspunten geeft u mogelijk belastingvoordeel. De gevolgen hiervan moeten wel aansluiten bij de gewenste situatie en u een comfortabel gevoel geven. Of u nu schenkt, spaart, aflost of belegt: stem uw keuzes af op uw persoonlijke situatie en toekomstplannen. Laat fiscale overwegingen nooit de enige drijfveer zijn, maar gebruik ze om bewuster financiële stappen te zetten. We raden u aan de relevante onderwerpen met uw fiscalist of financieel adviseur te bespreken.

Bovenstaande aandachtspunten zijn gebaseerd op bestaande wet- en regelgeving en op de belastingplannen van het kabinet voor 2026 en daarna. Deze kunnen tijdens de parlementaire behandeling nog wijzigen.