Direct naar content

Wat wijzigt er in de Successiewet per 2026? 

Gepubliceerd op:
13 min. leestijd

Wat verandert er in 2026 en later op het gebied van schenken en erven? We kunnen verklappen dat de Successiewet niet rigoureus wijzigt. Toch wijzen wij u graag op een aantal punten die relevant zijn. Denk bijvoorbeeld aan de verlengde termijn voor de aangifte erfbelasting en het feit dat de grondslag voor het schenken van woningen verandert. Houd er rekening mee dat het parlement de plannen nog moet bespreken. Ze kunnen dus nog veranderen de komende tijd. 

1. Schenk- of erfbelasting bij ongelijke verdeling huwelijksgemeenschap

Het is mogelijk om erfbelasting te ontwijken door in huwelijkse voorwaarden te bepalen dat u niet allebei voor de helft eigenaar bent van de goederen in de gemeenschap.U kunt bijvoorbeeld regelen dat een echtgenoot, die terminaal is en waarvan de verwachting is dat deze als eerste komt te overlijden, 10% eigenaar wordt en de andere echtgenoot 90%. Deze vorm van planning wordt als onwenselijk gezien. Deze truc om erfbelasting te besparen wordt met een wetswijziging de pas afgesneden. 

Vanaf 2026 wordt schenk- of erfbelasting geheven wanneer bij de verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap of bij een verrekening een van de partners meer dan 50% ontvangt. Er komt overgangsrecht waarbij gevallen met een huwelijksgoederengemeenschap met ongelijke breukdelen, die al vóór 16 september, 16:00 uur bestonden, worden gerespecteerd. De wetswijziging geldt niet alleen voor echtgenoten en geregistreerd partners, maar ook voor samenwoners. Er was lange tijd onduidelijkheid of een verrekenbeding voor samenwoners fiscaal was toegestaan, maar hier is nu ook een keuze over gemaakt. Mijn collega Tjarko Denekamp schrijft hierover in zijn artikel: een finaal verrekenbeding voor samenwoners.

2. Gelijke behandeling van biologische kinderen

De Hoge Raad heeft bepaald dat biologische kinderen in de schenk- en erfbelasting ongelijk behandeld worden ten opzichte van juridische kinderen. Dit is in strijd met Europese wetgeving, maar de Hoge Raad liet de oplossing aan de wetgever. De wet wordt nu aangepast om deze ongelijkheid op te heffen. Biologische kinderen krijgen dezelfde vrijstellingen en tarieven als juridische kinderen. Denk bijvoorbeeld aan een kind met een andere biologische vader dan de juridische ouders. Dit kind kan per 1 januari 2026 ook gebruik maken van de hogere kindvrijstellingen en het lagere kindtarief van 10-20%. Kinderen die een beroep willen doen op de gelijkstelling zullen met een DNA-test moeten aantonen dat de erflater of schenker hun biologische ouder is. 

3. Termijn aangifte erfbelasting wordt verlengd naar 20 maanden

Voor de erfbelasting geldt een aangiftetermijn van 8 maanden na overlijden. Deze termijn wordt vaak als te kort ervaren om aangifte erfbelasting te doen. Het knelpunt is vaak dat de benodigde informatie ontbreekt om een correcte, tijdige en volledige aangifte erfbelasting te doen. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de aanslag inkomstenbelasting van de overledene nog niet is vastgesteld. Per 1 januari 2026 wordt deze termijn verlengd naar 20 maanden.  

De verlenging heeft ook effect op de belastingrente. Belastingrente wordt nu berekend als de aangifte later binnen is dan 8 maanden na overlijden of als de belastingdienst moet afwijken van de aangifte, omdat deze niet juist of onvolledig is. Deze termijn verschuift ook van 8 naar 20 maanden. De belastingrente bedraagt nu 6,5%.  

4. Regelgeving voor waardering van verhuurde woningen

De leegwaarderatio houdt in dat bij een verhuurde woning een waarde afslag mag worden toegepast op de box 3-waarde. Dit geldt alleen voor woningen waarbij de huurder huurdersbescherming geniet. Verhuurde woningen kunnen zowel voor de inkomstenbelasting als voor de Successiewet worden gewaardeerd met gebruikmaking van de leegwaarderatio. 

De Hoge Raad bepaalde in 2016 voor de Successiewet dat verhuurde woningen op de marktwaarde in verhuurde staat mogen worden gewaardeerd als deze ten minste 10% lager is dan de waarde op basis van de WOZ-waarde gecorrigeerd met de leegwaarderatio. Dit standpunt wordt nu door de wetgever overgenomen. Daarnaast kan de leegwaarderatio niet meer worden toegepast als de huurprijs tussen mensen of bedrijven die met elkaar verbonden zijn (zoals familie of zakelijke partners) niet marktconform is. 

Wat zit er nog in het vat? 

Er liggen interessante voorstellen die kunnen uitmonden in wetgeving, maar waarover nog beslissingen genomen moeten worden. Nu het kabinet gevallen is, zijn dit open dossiers en moeten we wachten op de verkiezingen en de formatie van een nieuw kabinet. De inkleuring van deze voorstellen ligt aan welke partijen er straks gaan regeren 

1. Bij schenking van woning wordt de WOZ-waarde niet meer leidend, maar de werkelijke waarde

Het kabinet wil de regels voor het waarderen van woningen bij schenkingen aanpassen. In een conceptwetsvoorstel staat dat vanaf 2027 niet langer de WOZ-waarde, maar de marktwaarde van de woning bepalend wordt. Lees hierover ook mijn artikel: Woning schenken of verkopen aan uw kind? WOZ-waarde is leidend!. Volgens het kabinet kan het gebruiken van de WOZ-waarde leiden tot belastingvoordeel als de WOZ-waarde lager ligt dan de werkelijke waarde. De werkelijke waarde wordt doorgaans vastgesteld door middel van een taxatie, die ook al nodig is voor de overdrachtsbelasting. Bij de schenking van een woning is namelijk ook overdrachtsbelasting verschuldigd, waarvoor nu al de marktwaarde wordt gehanteerd. Deze wijziging geldt alleen voor schenkingen; bij erfenissen blijft de WOZ-waarde leidend. 

2. Aanpassing rekenregels  

De Successiewet kent sinds 1980 rekenregels voor het berekenen van waardes, zoals een vaste rekenrente van 6% voor vruchtgebruik en de schenking op papier, die niet aansluiten bij de huidige rentestanden. Aangezien de levensverwachting is gestegen en de rentemarkt is veranderd, wordt een update noodzakelijk geacht. De forfaits zouden periodiek (elke 5 à 10 jaar) bijgewerkt moeten worden. De staatssecretaris heeft voor de val van het kabinet aangekondigd de Kamer in het 3e kwartaal van 2025 te informeren over de stappen en het tijdpad voor het aanpassen van deze regelgeving. 

3. Verdwijnt de eenmalig verhoogde vrijstelling?

De eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling biedt ouders de mogelijkheid om kinderen tussen 18 en 40 jaar belastingvrij te ondersteunen met een schenking, bijvoorbeeld voor zaken als zelfstandig wonen, trouwen of het kopen van een huis. In 2025 bedraagt deze vrijstelling € 32.195. De regeling heeft door maatschappelijke ontwikkelingen aan relevantie ingeboet. In deze tijd worden belangrijke stappen in het leven meer uitgespreid in de tijd. Uit evaluaties blijkt echter dat het schenkingsbedrag vaak precies gelijk is aan de vrijstelling en dat de piekleeftijd van ontvangers rond de 39 jaar ligt, de huidige maximale leeftijd. Dit roept vragen op over de effectiviteit van deze regeling. Ook de extra vrijstelling voor een dure studie (€ 67.064 in 2025) lijkt overbodig omdat daar zeer beperkt gebruik van wordt gemaakt. De vraag is dan ook of deze regelingen gehandhaafd zullen blijven. 

Zoals u leest wordt er in 2026 wat onderhoud verricht aan de Successiewet en is er best wat beweging rondom de schenk- en erfbelasting. Als we kijken naar de programma’s van de politieke partijen dan zijn er hier en daar wel grotere plannen. Wij blijven de ontwikkelingen op de voet volgen en houden u op de hoogte.  

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.

Over private banking

Vermogen biedt kansen en verplichtingen. Het is daarom prettig als er iemand met u meedenkt en samen met u de mogelijkheden verkent. Met persoonlijke aandacht bent u verzekerd van waardevol advies en dienstverlening op maat.
Over private banking