Het is 2017 en ik ben voor het eerst op bezoek bij mevrouw V. in het oosten van het land. Ze is een dame van in de negentig en ze woont in een mooi maar eenvoudig appartement in een rustige, groene omgeving. Ik krijg een kopje thee met een koekje. Niets doet vermoeden dat ze een groot vermogen heeft.
‘Het voelt nooit normaal om vermogend te zijn’, zegt ze. Ze ervaart haar vermogen als een grote verantwoordelijkheid en soms zelfs als een last. Een groot vermogen beheren is ook niet niks. Nu ze in de herfst van haar leven is, voelt ze de urgentie om haar zaken op orde te krijgen. Ze heeft geen kinderen en wil graag iets goeds doen met haar geld. Maar hoe geef je invulling aan je nalatenschap?
In het overweldigende aanbod van goede doelen help ik haar om koersvast te navigeren. De eerste stap is om via gesprekken te achterhalen wat mevrouw V. belangrijk vindt. Mevrouw wil met haar nalatenschap recht doen aan haar ouders en voorouders, haar huwelijk en leven met haar echtgenoot. De keuzes die ze gaat maken moeten passen bij haar leven en levenswerk. Om dat te duiden, vertelt ze mij haar rijke levensverhaal.
We gaan ver terug in de tijd. Beeldend vertelt ze me over de hoofdstukken in haar leven. Van hoe ze als kind zag dat haar vader tijdens de crisisjaren zijn fabriek kwijtraakte, waardoor het gezin niet alleen geld maar ook status verloor. Moeilijke, maar zeer vormende oorlogsjaren volgden. Gemakkelijker vertelt mevrouw over de vele jaren die daarop volgden. Hoe bijzonder het was om met haar man in diverse landen en dus andere culturen te wonen en hoe zij daar soms ook als onderwijzeres kon werken. Dat laatste kan ik me goed voorstellen, want zelfs handschriften, ook het mijne, boeien haar. Op mijn verzoek krijgen mijn gesprekken en adviesrapporten een rapportcijfer, met uitleg!
Ze is een vrouw die weloverwogen leeft en zo ook haar geld wil schenken. Onderwijs- en onderzoeksprojecten hebben in het bijzonder haar belangstelling. In de maanden die volgen stellen we zorgvuldig een pakket samen met informatie van medische onderzoeksprogramma’s aan de Universiteit Twente. Dit is een goed begin. Mevrouw V. gaat zelf ervaren hoe dankbaar het is om al tijdens haar leven, met de warme hand, te kunnen geven aan doelen waar haar passie en interesse naar uitgaan.
Sinds ons eerste contact zijn er wat jaren verstreken. Nieuwe gesprekken volgden. De wereld van academisch onderzoek staat niet stil en inmiddels hebben de volgende schenkingen plaatsgevonden aan verschillende universiteitsfondsen in Nederland. Zo draagt mevrouw bij aan onderzoeken op het gebied van duurzame landbouw, theologie en sociologie. Misschien nog wel belangrijker is dat nu ook de goede doelen voor haar testament zijn bepaald. Alles is nu geregeld. ‘Mijn vermogen voelt niet meer als een last’, vertelde ze me toen ik haar laatst aan de telefoon sprak. ‘Geven voelt goed. En geven geeft rust.’