Direct naar content
  • Auteur

Een goed doel of een religieuze instelling steunen, is in Nederland heel gewoon. Maar in het bestuur zitten is andere koek. Wie zijn de mensen die hun leven wijden aan het helpen van anderen? Een serie interviews met bevlogen bestuurders. Deze keer: Delia de Vreeze, directeur van het Universiteitsfonds Wageningen.

Naam: Delia de Vreeze

Leeftijd: 49

Opleiding: Hogere hotelschool en Bestuurs- en beleidswetenschappen.

Huidige baan: Directeur van het Universiteitsfonds Wageningen

1. Waarom zet u zich juist voor dit doel in?

Het Universiteitsfonds Wageningen richt zich onder meer op baanbrekend, innovatief onderzoek met maatschappelijke impact. Denk aan thema’s die gerelateerd zijn aan de Sustainable Development Goals. Het fonds levert daar een actieve bijdrage aan, bijvoorbeeld door educatie van studenten uit ontwikkelingslanden mogelijk te maken, of door onderzoek te doen ter bestrijding van malaria. We onderzoeken vooral hoe we de wereld op een duurzame manier kunnen voeden in 2050. Dat gaat over gezonde voeding, maar ook over een veilige, duurzame samenleving en het realiseren van klimaatdoelstellingen. Dat heeft allemaal met elkaar te maken.

Onderwerpen waar Wageningen Universiteit, en daarmee het universiteitsfonds, onderzoek en onderwijs naar doet, die doen ertoe. Ze zijn impactvol voor de hele maatschappij; ze raken niet alleen de Nederlandse samenleving, maar juist de globale thema’s van nu en toekomst. Het werken voor een goed doel maakt dat ik op deze manier mijn steentje kan bijdragen aan een duurzame samenleving.

2. Wat is uw grootste uitdaging?

Een brug slaan tussen impactvol onderzoek en filantropie. Die twee bij elkaar brengen is de grote uitdaging van het universiteitsfonds. Waar filantropie echt een rol kan spelen, is in baanbrekend, innovatief onderzoek dat je niet op een reguliere manier gefinancierd krijgt. Onderzoek op het grensvlak van technologie en maatschappijwetenschappelijke onderwerpen. Onze voorzitter noemt dat ook wel ‘risk-taking research’.

We werken met filantropische gevers (een fonds of een particulier) en dat werkt anders dan wanneer je subsidie krijgt van de EU. Dat vraagt om een andere manier van relatiemanagement; het vraag om een zakelijke manier van rapporteren en het aan elkaar koppelen van financiën en inhoud. Het is bedrijfsmatiger en die slag en verbinding kan ik maken.

3. Wat is uw belangrijkste karaktertrek?

Als ik ergens in geloof, dan ga ik ervoor. Dan blijf ik positief en energiek, en dan zorg ik ervoor dat ik die grote stip op de horizon in gedachte houd. Soms zet je dan twee stapjes achteruit en daarna één vooruit. Maar weten en zien dat er een kans van slagen is en dat het de moeite waard is om er energie in te steken, maakt dat ik succesvol ben.

4. Wie is uw grote voorbeeld?

Dat zijn er twee. Allereerst Raymond Mhlaba. Hij zat in de Raad van Advies bij de vorige instelling waar ik werkte, waarbij we een campus hadden in Zuid-Afrika. Hij was voormalig minister van onderwijs in Zuid-Afrika en heeft met Nelson Mandela op Robbeneiland in de gevangenis gezeten. Toen hij halverwege de 80 was zat hij in de Raad van Toezicht van een campussite in Port Alfred van Stenden Hogeschool en kwam hij naar Leeuwarden, waar we het 100-jarig bestaan van de instelling vierden. Hij heeft daar koningin Beatrix ontmoet, maar ook veel studenten. Ik vond hem ontzettend inspirerend. Hij heeft een bijzonder leven gehad, maar kon met zoveel positiviteit en warmte studenten helpen. Dat is me altijd bijgebleven. Als ik maar een heel klein beetje van dat stukje positiviteit kan meenemen in mij!

Een Nederlands voorbeeld is de familie Van Vliet. Zij hebben de Adessium Foundation opgericht, die streeft naar een blijvend positieve verandering in de samenleving, door organisaties te ondersteunen die zich richten op onderwerpen van maatschappelijk belang. De familie Van Vliet heeft hiermee als een van de eerste vermogensfondsen in Nederland de impact en rol van filantropie publiekelijk zichtbaar gemaakt.

5. Wat is uw levensmotto?

Blijven ontwikkelen, maar ook blijven genieten. Dat laatste is wel een van mijn aandachtspunten; meer in het moment zitten en ook van de kleine dingen genieten is heel belangrijk. Het krijgen van een kind helpt daarbij, heb ik gemerkt. Mijn dochter is nu 7 jaar. Werk is heel belangrijk, maar je moet van beide kanten genieten.

6. Wat is uw grootste succes tot nu toe?

Toen ik hier binnen kwam waren er verschillende werelden. We hadden het Universiteitsfonds als onafhankelijke stichting, die veel met alumni deed. We hadden ook een KLV-alumnivereniging. Die twee werkten niet heel goed met elkaar samen en pogingen om ze samen te voegen waren mislukt. Mede dankzij de bestuursvoorzitters van die partijen is het uiteindelijk in 2015 wél gelukt om die teams samen te voegen. De haat en nijd die er zat, hebben we door de gesprekken met de juiste bestuursleden opgelost. En daar heb ik mijn rol in gespeeld als verbinder.

Waar ik trots op ben als team heeft te maken met 100 jaar WUR. We hebben een prachtig jubileumprogramma neergezet. Onze alumni zitten overal in de wereld. En in plaats van dat we iedereen naar Wageningen hebben gehaald, hebben we een wereldwijde alumni-reünie georganiseerd. Er waren gedurende het afgelopen jaar op zo’n 50 plekken in de wereld festiviteiten, met op 23 juni het hoogtepunt. We voerden een inhoudelijke livedialoog op 5 continenten in de wereld, met een moderator in Wageningen. Alumni konden deelnemen vanuit Ethiopië, Amerika, Colombia, China en Nederland (Wageningen). Het thema was erg gerelateerd aan de SDG’s: ‘How to feed megacities in a sustainable matter in 2030’. Koning Willem Alexander opende de dialoog en daarna was er nog een uitgebreid programma. We hebben onszelf stevig op de kaart gezet.

7. Wanneer zit uw taak erop?

De taak op zich wordt alleen maar relevanter. Het is heel belangrijk voor WUR om organisaties, fondsen, stichtingen en/of particulieren voor lange tijd aan zich te binden. Dit om juist op lange termijn een impactvolle bijdrage te kunnen blijven leveren.

Voor mij persoonlijk zit mijn taak erop wanneer lange-termijn-relatiemanagement (c.q. investeren in een relatie) ingebed is in het DNA van het universiteitsfonds en de WUR. WUR doet veel fundamenteel en toegepast onderzoek en er wordt nu al veel samengewerkt met het bedrijfsleven en investeringsfondsen. Ik verwacht dat juist het binden van filantropen aan de WUR in de toekomst belangrijker wordt, onder anderen om bij te dragen aan de SDG’s.

Heeft u een vraag over dit artikel?

De specialisten van ABN AMRO MeesPierson komen graag met u in contact.